De inrichtingswerkzaamheden van het groengebied tussen de wijken de Thij en de Graven Es zijn nog in volle gang, maar projectarchitect Erik van Eek weet een levendig beeld te schetsen hoe de school er bij zal liggen. De met fietsen bezaaide betontegelvlakte, die het zicht vanaf de aanlooproute op het karakteristieke ellipsvormige volume belemmert, zal op termijn plaats maken voor gras, bomen en enkele loungeobjecten. Als alles klaar is, zal het gebouw vanuit beide wijken middels een fiets- en wandelpad worden ontsloten. De fietsen verhuizen naar een speciaal daarvoor ingerichte stalling naast de sporthal, die in de komende jaren de kleine gymzaal moet vervangen. De ellipsvorm weerspiegelt de centrale plek die het gebouw heeft in het gebied: van alle kanten benaderbaar en van binnenuit steeds uitzicht biedend op de groene omgeving.
Om ervoor te zorgen dat de 1200 leerlingen zich niet verloren voelen in de school, is gekozen voor een compacte opzet met drie bouwlagen. De onderbouw bevindt zich op de begane grond, de bovenbouw heeft haar thuisbasis op de tweede verdieping en daartussen bevindt zich een laag met het zogenoemde ‘hart’ van de school. Hier zijn de lokalen gesitueerd die specifieke voorzieningen nodig hebben, zoals de muziekstudio's, de practica voor scheikunde, natuurkunde en biologie en de beeldende vormlokalen. Deze sandwichstructuur is zichtbaar in de buitengevel doordat de middelste laag volledig transparant is gehouden.
Om het gebouw binnenin van licht en lucht te voorzien is het volume van bovenaf uitgehold. Zo is een sculpturale ruimte ontstaan die de verkeers- en verblijfsruimtes herbergt. Deze leegte is door middel van bruggen onderverdeeld in een centrale hal en meerdere kleinere ontmoetingsplekken. Deze zijn terughoudend vormgegeven om het contrast met het kleurrijke onderwijsgedeelte en de ondersteunende afdelingen te versterken.
Voor de kleurstelling van de onderwijsruimtes ontwierp de architect in samenwerking met beeldend kunstenaar Karin van Pinxteren een palet van gekleurde stroken. Deze zijn compromisloos doorgezet in de vloer, de kolommen en de muren. Doordat de stroken niet overeenkomen met de kolomstructuur, wordt vrijwel elke ruimte doorsneden door twee, soms meerdere, kleuren. De architecten hanteren deze strategie om een pragmatische reden: het beperkte budget van scholen zorgt er vaak voor dat er op de inrichting flink wordt bezuinigd. De kleuren brengen ordening aan in de onderwijsafdelingen en geven elke ruimte een eigen karakter, ongeacht de meubels die erin staan.
Projectarchitect Erik van Eek is vol lof over het feit dat de opdrachtgever en de gebruikers het lef en het vertrouwen hadden om hem zijn architectonische visie op het Nieuwe Leren te laten uitwerken. De oude versleten gymzaal die op dit moment een schril contrast vormt met de strakke nieuwbouw is hem echter een doorn in het oog. Hier loert de keerzijde van de Europese aanbestedingsprocedure. Terwijl de ervaring van Broekbakema ervoor zorgt dat het een goede partij is voor het ontwerpen van de school, zorgt een vergelijkbare aanbestedingsconstructie ervoor dat ze, in tegenstelling tot eerdere toezeggingen, geen kans maakt om als architect te worden gekozen voor de bouw van de sporthal waar in de huidige school reeds een plekje voor is gereserveerd en waarvoor deels al een concept was uitgedacht. Van Eek huivert bij de gedachte dat een andere architect tegen ‘zijn’ school aan zal gaan bouwen: “bureaus die ervaring hebben met sportcomplexen zijn meestal niet de meest enerverende ontwerpers op architectonisch gebied".
Het Nieuwe Leren heeft de architecten van Broekbakema geïnspireerd tot onalledaagse ontwerpoplossingen. Flexibiliteit en transparantie zijn hierbij kernbegrippen. Wie rondloopt in de Thij, voelt zich opgenomen in een gemeenschap. De visuele verbindingen tussen de verschillende verdiepingen zorgen voor een prettig klimaat, waarbij de individuele leerling zich nergens verloren voelt. De school is nu bijna een jaar in gebruik en de leerlingen en leraren hebben zich het gebouw toegeëigend zonder in conflict te komen met de architectuur. Sterker nog, de gebruikers lijken hun gebouw pas nu goed te leren kennen en zich bewust te zijn van de mogelijkheden die het hun biedt.