Fragiele dozen met ruige kappen
Auteur: Ymke Repko
Beeld: Christian Richters
Het oubollige, maar charmante Plaswijckpark verheugt zich in een groeiende belangstelling van het publiek voor apen, otters, skeltertuinen en plezierboten. Het wordt bijna 150.000 mensen per jaar bezocht. Om deze bezoekersstroom beter te kunnen verwerken, besloot de gemeente een nieuwe ingang te creëren aan de ringdijk. Aan de overkant van deze drukke verkeersweg is voor de bezoekers een parkeerplaats aangelegd. Vervolgens kregen Drost + van Veen Architecten de opdracht een stedebouwkundig plan voor de nieuwe situatie te ontwikkelen. Hun voorstel bestond niet alleen uit een poort en twee paviljoens, maar tot verrassing en schrik van de opdrachtgevers ook uit een kostbare voetgangersbrug.
De gemeente en de Stichting Plaswijckpark lieten zich echter overtuigen omdat de brug niet alleen een veilige oversteek naar de parkeerplaats mogelijk maakt, maar daarnaast ook als blikvanger functioneert. De voetgangersbrug werkt als entreeboog. Omdat ze een verbinding tussen twee aparte gebieden vormt, is ze uit twee delen opgebouwd. De boog die van de ene kant komt schiet een paar meter door langs de andere boog. De bezoekers maken de overstap precies boven het toegangshek van het Plaswijckpark. Daar wisselen ook de houten en stalen balustrades van kant.
Reeks objecten
De brug is de staart van een reeks objecten die over de weg langs het water het park in loopt. De andere objecten zijn glazen paviljoens die als kassa, winkel, kantoor en restaurant dienst doen. Het restaurant dat de reeks afsluit, kijkt over het water terug naar de brug. Het praktische gebruik van de bedrijfsruimtes die de paviljoens feitelijk zijn, de de architecten kiezen voor rechttoe-rechtaan dozen. Daarop zijn wild gevouwen rieten kappen met onregelmatige overstekken geplaatst. Op de glazen dozen hebben de overhangende flappen een uitermate grappig effect. Daarnaast zijn ze nuttig, omdat ze beschutting en privacy bieden voor de open kantoor- en restaurantruimtes.
Van de drie paviljoens steelt het restaurant de show. Het dak ervan lijkt als vliegend zeezoogdier in de lucht te hangen. Dat komt omdat de gevels licht en transparant zijn en het dak beestachtig ruig is. Het dikke pakket natuurlijk materiaal dat een gekromde vorm en grote vinnen heeft, lijkt nergens op te rusten, omdat de ruimte eronder opgaat in de omgeving. Het glas heft het onderscheid tussen binnen en buiten vrijwel op, een effect dat door het frisgroen en blauwe interieur wordt versterkt. De lange blauwe eettafels en banken doen daarbij denken aan picknicksets in de buitenlucht. Ook de interieurs van de andere paviljoens zijn druk en simpel. De wanden zijn, voor zover aanwezig, met groen gaatjesboard bekleed.
Drost + van Veen hebben zich sterk in alle toekomstige gebruiken van hun werk ingeleefd. Het concept van rechte glazen paviljoens met oversized rieen kappen vloeit voor uit de combinatie van gebruikseisen, de wens om gebouwen te maken die passen bij de villa's in de buurt en de wil om iets te maken dat aansluit bij de belevingswereld van kinderen.
Dat architectuur voor vermaak speels en herkenbaar kan zijn zonder in commerciële banaliteit te vervallen blijkt hier. De kracht van het project zit in de grote hechte compositie en de vrolijke variatie daarbinnen, in de dialoog met de omgeving en het prachtige materiaal. De tactiele dakbedekking komt goed tot zijn recht door de knikken en plooien. Het riet staat verder op te wuiven in de plas.
Entreegebouw, portiersloge, restaurant, voetgangersbrug Plaswijckpark
Opdrachtgever Stichting Plaswijckpark Rotterdam
Ontwerp Drost + van Veen architecten
Bouwjaar maart 1999.
Dit project is verschenen in de februari-editie van 2000.