De septembereditie van de Architect heeft een nieuwe vormgeving. Op de gerestylde pagina’s gaan we de hoogte in met het thema ‘Hemels wonen’. Want hoe hemels wonen is het op de 12e of zelfs 50e verdieping? En wat betekent hoogbouw voor het straatleven? In deze editie proberen we antwoorden te vinden op deze vragen door middel van verdiepende essays, inspirerende interviews, kritische projectbesprekingen en prikkelende opinies.
In ons laagbouwlandje heerst nogal wat weerstand tegen hoogbouw. Niet alleen veroorzaakt een wolkenkrabber hinderlijke slagschaduw en wind, ook heeft zo’n injectie met mensen in een buurt een enorme inpakt op de aanwezige infrastructuur en voorzieningen. Toch moeten vooral de grote steden de hoogte in, willen ze voldoen aan de ruimtevraag en tegelijkertijd zo duurzaam mogelijk omgaan met de beschikbare middelen en de grond, de aanwezige infrastructuur en draagvlak creëren voor een divers voorzieningenaanbod.
Voorbeelden van over de hele wereld
In ons ‘hoogbouwnummer’ laten we verschillende voorbeelden zien van (internationale) hoogbouw zoals in Singapore, Hong Kong en Vancouver en ’s werelds smalste wolkenkrabber de net afgeronde supertall op 111 West 57th Street door SHoP Architects.
Voordat we ons storten op hoogbouw zoals in de wereldsteden legt Daan Roggeveen in een essay uit waar we op moeten letten bij het bouwen van deze wolkenkrabbers en bewijst de woontoren Haasje Over in Eindhoven door VMX Architects dat hoogbouw ook kan zorgen voor sociale cohesie.
Woontorens hebben ook impact op de stedenbouwkundige opgave getuige de artikelen over Rotterdamse Hoogbouw, de Haagse Binckhorst met het Central Innovation District. Socioloog Frans Soeterbroek, pleitbezorger en activist voor maatschappelijke gebiedsontwikkeling vertelt over de noodzaak van participatie bij hoogbouwprojecten. Want daar wringt nog weleens de schoen. ‘Bestuurders zeggen: wij weten wat goed is voor de stad en bouwen voor mensen die er nog geen plek hebben. Dat is professionele arrogantie.
Blijkt over een kwart eeuw dat hoogbouw prima is waarmee we inmiddels vertrouwd zijn geraakt of is de verticale stad een utopie? De tijd zal het leren. Maar daar trekt het luxe kantoor- en appartementencomplex Valley aan de Zuidas in Amsterdam zich niks van aan. Het project ziet eruit als een rotsformatie, geboetseerd uit onregelmatig gevormde terrassen en hangende tuinen. Het groenplan voor dit berglandschap is van Piet Oudolf. De conceptuele helderheid van de MVRDV-benadering pakt goed uit in de berg, maar minder in de publieke plint van het complex.
In een interview van Charlotte Thomas met Jeroen de Willigen van de Zwarte Hond wordt de definitie hoogbouw besproken. Of volgens hem hoogbouw de oplossing voor de woningnood is? ‘Driemaal neen! Dat is niet nodig. Met De Zwarte Hond hebben we best wat onderzoek gedaan. We kunnen de woningvraag ook zonder hoogbouw oplossen.’ Wel pleit hij voor het belang van een goed ontwerp voor de plint van het gebouw. ‘De plint lijkt een klein onderdeel van een bouwproject maar hij bepaalt sterk de stadsbeleving. Het is dé plek waar de publieke en private ruimte elkaar ontmoeten.
Charlotte Thomas bespreekt als interieurproject Hotel Casa in Amsterdam en Afke Laarakker schreef een boeiend artikel over het wonen in hoogbouw.
Nieuwe rubrieken
De vernieuwde septemberuitgave introduceert een aantal nieuwe rubrieken, zoals Mevr. De Architect. Voor deze eerste aflevering maken we kennis met Winka Dubbeldam die vrouwen meegeeft dat ‘ze brutaler moeten zijn’. En het ‘Eerste huis van’ in dit nummer van Liesbeth Brink en ‘De Achterdeur’ waarin we de achteruitgangen van grote projecten tonen.
Ook in het nummer:
- Media – met daarin recensies van tentoonstellingen, podcasts en boeken
- De tekening
- Nooit gebouwd over een Kijkduinse woontoren van Carel Weeber
- Architectuurtaal over Schuurpaleizen
- Start-up, Studio Abacaxi
- Meubel met werk van Studio Joshua Klappe
- Opiniërende artikelen en columns
- Productbesprekingen
- Nieuw erfgoed over de bolwoningen in Den Bosch