ARC24: Veldstation Groot Saeftinghe, Nieuw Name - RO&AD Architecten

De opgave was het maken van een onderzoeksstation voor vogels en een plek voor het starten van excursies in de enige oer-deltanatuur in Nederland die we hebben: Het verdronken Land van Saeftinghe. Het PvE bevatte ook slaapruimtes voor de onderzoekers en een bijeenkomstfunctie.

Toelichting RO&AD Architecten | Beeld Katja Effting, dronefoto's Merijn Koelink

Het doel was om een gebouw te maken dat dienst doet voor de mensen, maar dat ook een plek is voor dieren. Zo is de kern echt gemaakt voor de mensen, en de hele schil voor insecten, vogels, vleermuizen etc. Het moest ook goedkoop gebouwd worden, en met relatief simpele middelen, omdat de plek tijdens de bouw moeilijk bereikbaar was. dit is opgelost door een relatief simpele spantconstructie te maken van gerecyclede meerpalen, en die in te vullen met een hsb inbouwdoos.

Er is samengewerkt met de Provincie Zeeland, ecologen van Stichting Het Zeeuwse Landschap, maar zeker ook hun vrijwilligers, die gezamenlijk de gevelbakken hebben gevuld. Verder was er een nauwe samenwerking met de aannemer om het gebouw, dat voornamelijk bestaat uit hergebruikt materiaal, vorm te geven en de details op te lossen. Ook was er samenwerking met de Omgevingsdienst, het Waterschap en de gemeente, omdat buitendijks bouwen in een Natura 2000 gebied extra zorg vraagt.

Beeld Merijn Koelink
Beeld Merijn Koelink

De fundering is gemaakt van hergebruikte meerpalen. De spantconstructie en vloeren zijn gemaakt van herzaagde, steigers en duintrappen. De kozijnen van een herzaagde jachthavensteiger. De gevelbakken can herzaagde vlonderdelen. De geïsoleerde doos is van HSB, gevuld met stro als isolatie. Verder is er een klimaatgevel toegepast van een hergebruikte Venlokas. Deze op zuid gerichte gevel zorgt voor extra warmte in het stookseizoen. Daarbuiten wordt de warmte door het tropendak weggeventileerd.

Naast de kleine voetafdruk door het grote aandeel hergebruikt en biobased materiaal, is belangrijkste bijdrage aan de omgeving, de natuurincusiviteit. De zolder is open voor vogels, vleermuizen en andere beestjes. De gevel bestaat uit gevelbakken die gevuld zijn met zand, sedum, hout, stenen, schelpen om insecten, vogels, vleermuizen etc. te herbergen. Onder het gebouw is ruimte om te schuilen. Het dak heeft een kleine helling waardoor het geschikt is voor steltlopers die daar kunnen broeden.

Beeld Katja Effting
Beeld Katja Effting

Lokale beestjes zoals torenvalk, uil, spreeuwen en vleermuizen vinden moeilijk nestgelegenheid in dit open gebied. Het veldstation biedt die wel. Verder is het dak een van de weinige broedplaatsen in het gebied die veilig zijn voor de vos en de boommarter. Ook de plaatsing half op land, half op water biedt verschillende biotopen in en om het gebouw. Deze plaatsing zorgt ook voor een fantastische beleving op de grens van de mooiste natuur en de drukste vaarroute van Nederland.

Al tijdens de bouw bleek dat er een heleboel beestjes al gebruik van gingen maken. Zo nestelde er al een torenvalk en zat er al een uil in de uilenkast. En de vogelringers zijn ook erg blij hiermee.