Toelichting Pieter Bedaux | Beeld Karin Borghouts
Om de tuin te sparen is het atelier op het dak van de woning geplaatst. Deze werkplek is te bereiken via een nieuwe trap boven de bestaande. Een hoog vertrek met een uitbouw, en in die uitbouw een hoekraam waar de blik kan ontsnappen.
Het team bestond uit een architect, het kunstenaarskoppel en twee timmermannen. Pieter Bedaux was, in nauwe samenwerking met opdrachtgevers, verantwoordelijk voor de architectuur en het interieur, dat als één opgave is uitgevoerd.
Het atelier is in grenen balken en platen opgetrokken en aan de buitenzijde gestukt, in dezelfde kleur als de bestaande woning eronder. Aan de binnenzijde zijn de houten wanden wit geschilderd als neutrale achtergrond voor de schilderijen. De dakbalken liggen in een rand van onbewerkt multiplex met een schaduwrand tussen de witgeschilderde en de onbewerkte houten platen. Het dak komt daardoor optisch los van de wanden en lijkt er als een losse hoed op gezet.
De volledige uitbouw bestaat uit Houtskeletbouw en is met minimale middelen vervaardigd volgens het principe: ‘ruwbouw is afbouw’. Deze low-tech strategie is op alle onderdelen toegepast van elektra tot de binnendeuren van de bouwmarkt. Door te kiezen voor een dakopbouw is de tuin gespaard en is in de historische stad ongemerkt een aanzienlijk volume toegevoegd.
De opdrachtgever zocht een plek, dicht bij huis, om ongestoord te kunnen werken. De middelen waren beperkt. Met oermiddelen van de architectuur zoals proportie, hoogte en licht is een ruimte gecreëerd die door de opdrachtgever in hoge mate als inspirerend wordt ervaren. De architectuur van deze uitbreiding zit nergens in de weg.
De ruimte is zichzelf genoeg. Een bovenkamer om geconcentreerd te werken. Een binnenruimte. Het is een betoverende plek, beschut en tegelijk open naar de wereld.