Louvain-La-Neuve (1975/3)

Door M. L. A. M. van Hezik - Rondom een nieuwe universiteit wordt net onder Brussel een nieuwe stad gebouwd, Louvain-la-Neuve. Over de opzet van deze Belgische new-town dit uitvoerige artikel van M. L. A. M. van Hezik, die de ontwikkelingen en het tot op heden gerealiseerde toetst aan de nogal ambitieuze doelstellingen. Van Hezik studeert Stedebouwkunde en is werkzaam bij de Vakgroep Planologie en Stedebouw, beide aan de T H te Delft.

Sinds 1970 wordt er ten zuidoosten van Brussel driftig gebouwd aan een nieuwe katholieke universiteit met daarom heen een complete stad voor 50.000 inwoners. We moeten naar 1962 teruggaan om de geschiedenis van deze new-town te kunnen volgen; toen besloot het Belgische Episcopaat om de sinds 1425 bestaande Katholieke (Vlaamse) Universiteit te Leuven tweetalig te maken. In de hierna volgende jaren groeide het Vlaamse zelfbewustzijn doordat de Franstaligheid zich als een olievlek uitbreidde. Men voelde zich bedreigd door 10.000 Franstalige studenten, maar ook door de Franstalige docenten, die een grote invloed uitoefenden op het sociale, culturele en economische leven. Er werd zowel in universitaire- als regeringskringen een zware strijd gestreden die zelfs leidde tot de val van de regering op de kwestie Leuven op 7 februari 1968.
In dit zelfde jaar werd de beslissing genomen om deUniversiteit te splitsen in de K.U.L. (Katholieke Universiteit Leuven) en de U.C.L. (Université Catholique de Louvain).

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Doorsnede over het centrum van Louvain-la-Neuve, onder meer over het plein van de bibliotheek.

Er was in 1965 een wet aangenomen waarin het kanton Wavre was gereserveerd als uitbreidingsterrein voor het franstalige gedeelte van de Katholieke Universiteit Leuven. De gemeente Ottignies was sterk geïnteresseerd in deze uitbreidingen en had grond aangeboden op het plateau van Laurelle. Het Universiteitsbestuur heeft deze grond gekocht en later nog uitgebreid m et aankopen van de aangrenzende gemeenten als Corbais, Corroy-le-G rand, Lim al, Lim ette en Wavre zelf. Het totale oppervlak bedraagt 900 ha waarvan ongeveer 300 ha met bossen is bedekt.
Sinds de tweetaligheid op de Universiteit in Leuven bestonden er verschillende meningen omtrent de toekomst van het franstalige gedeelte. Sommigen wilden in Leuven blijven, anderen zouden graag naar de Universiteit van Brussel gaan w aar een terrein was gekocht om een universitair ziekenhuis te bouwen. Weer anderen zagen meer in een Waalse stad als Namen of Charleroi om daar te profiteren van het bestaande sociaal-culturele klimaat. Uiteindelijk bleven als eisen voor de plaats van vestiging staan:
1) niet te ver van Brussel vandaan aangezien het merendeel van de studenten uit Brussel kwam ;
2) in een Franstalig gebied;
3) in verband met de grondkosten niet in een bestaande stad;
4) het liefst in een P.S.C. gemeente (Parti Social Christien = Franstalig katholieke partij).

Uiteindelijk waren het professor Woitrin, samen met de burgemeester van Ottignies, du Monceau en de Amerikaanse architect Gruen die de doorslag gaven met het idee een geheel nieuwe stad te bouwen om het sociaal-culturele leven van de nieuwe universiteit te steunen. Bovendien was er t.g.v. de wet van 1965 al grond gekocht en voldeed dit terrein aan bovengenoemde eisen. Nieuw -Leuven oftewel Louvain-la-Neuve zou worden gesticht vlakbij Ottignies en Wavre.
Vanaf dat moment gaat het snel. In januari 1969 worden de eerste architecten en ingenieurs aangetrokken en een jaar later worden de eerste plannen al goedgekeurd. Nadat in juli 1970 de wet voor de financiering is aangenomen wordt in oktober het basisplan voor de toekomstige universitaire stad goedgekeurd.

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Op de 'place galilee' komen vele looplijnen samen. Midden op de foto een commerciële boekhandel, links het schuine dak van het studentencafé dat met zijn entree aan de 'place des sciences' ligt.

Het basisplan

De negen principes van het basisplan, zoals die zijn opgesteld door de 'Groupe Urbanisme Architecture ' luiden:
1) LA VILLE EST A L'ECHELLE DE L'H O M M E; de stad moet in ieder ontwikkelingsstadium en in al zijn verschillende delen van menselijke afmetingen zijn.
2) LE SITE EST LA MATRICE DE LA VILLE; de stad moet zich niet alleen plooien naar het reliëf en de bijzonderheden van het terrein maar moet er juist een deel van zijn rijkdom aan vorm en ruimte aan ontlenen.
3) L'UNIVERSITE S'INTEGRE A LA CITE; het gevaar zou kunnen ontstaan dat de universiteit een homogeen sociaal klimaat zou scheppen; daarom moet de universiteit in de andere sociale klimaten van de stad integreren.
4) L'UNIVERSITE FORME LE CENTRE 'ANIMATION INITIAL ET PRINCIPAL DE LA VILLE; juist in deze opzet zal de nieuwe stad veel mensen trekken.
5) LA VILLE EST CONCUE POUR LE PIETON; speciaal de meestbezochte gebieden zijn voor de voetgangers gereserveerd.
6) UNE ATMOSPHERE URBAINE EST ASSUREE DES PREMIERS STADES DE DEVELOPPEMENT.
7) LA CONCEPTION DE BASE EST ESSENTIELLEMENT FLEXIBLE.
8) TOUTE IMPRESSION D'ETOUFFEMENT EST INVITEE AVEC SOIN; het hart van de stad is normaal en noodzakelijk de plaats waar zich de meeste activiteit ontwikkelt. De structuur ervan moet open blijven om vriendelijk over te komen op hen die het centrum veel bezoeken of er wonen.
9) LA VILLE EST UNE INTITE DANS LE PAYSAGE ET NON LE CENTRE D'UNE VASTE CONURBATION; de uitgestrektheid van de verworven terreinen en de aanwezigheid van grote bossönes laten het toe een dergelijke stad te bouwen.

Totzover de negen hoofdprincipes over Louvain-la-Neuve, dat, wanneer het in zijn eindstadium gekomen is, ± 388 ha zal beslaan met een gemiddelde diameter van 2200 meter. Het aantal inwoners zal dan 50.000 moeten bedragen waarvan 15.000 studenten. De stad is verdeeld in 5 wijken die ieder de verschillende academische functies integreren: Bièreau, Bruyère, Lauzelle, Oceaie en Centre-Ville.

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Door de betonnen balkons afwisselend open of dicht (douche, keukenblok) te maken wordt de levendigheid in de vormgeving verhoogd.

Uitvoering

De snelheid van ontwerpen, aanbesteden en uitvoeren ligt voor Nederlandse begrippen bijzonder hoog. Toen op 16 juli 1970 de Wet voor de financiële garanties door de regering werd aangenomen, ging het licht voor de bouw op groen en nu, begin 1975, studeren reeds 10.500 studenten in Louvain-la-Neuve, terwijl er bovendien 1250 stafleden en 1200 man technisch en administratief personeel werken. De kalender van overgang van Leuven naar Louvain-la-Neuve:
1971 Ingebruikstelling van de cyclotron.
1972 Instituut Wis-en Natuurkunde Faculteit van Toegepaste Wetenschappen. Gebouwen voor Mechanica, Electronica. Mijnbouw en Metaalkunde, Architectuur en Constructie, Chemie.
1973 Bibliotheek van de campus Wetenschappen. Instituten voor Chemie, Geologie, Geografie, Zoölogie en Botanica. Faculteit van Landbouwwetenschappen.
1974 Faculteit van Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen. Eerste fase van de overgang van de administratie. Faculteit en Instituten voor Kerkelijke Wetenschappen.
1975 Laatste delen van de afdelingen Wetenschappen, Toegepaste Wetenschappen, Landbouwwetenschappen en de Centrale Bibliotheek.
1976 Rechtenfaculteit. Faculteit van Psychologie en Pedagogie.
1977 Faculteit van Filosofie en Letteren.

Het gehele project wordt door het Rijk gefinancierd (op enkele kerkelijke fondsen na) door middel van de speciale wet van 1970, die de Universiteit een storting van 5 miljard Belgische francs garandeert gedurende de eerste jaren voor de bouw van universitaire en semi-universitaire gebouwen. Bovendien zorgen andere wettelijke en administratieve beschikkingen van de staat voor de financiering van aankoop en bouwrijp maken van de grond, de aanleg van culturele en recreatieve voorzieningen, infrastructuur e.d. Men kan voor de snelheid van uitvoering van dit project twee oorzaken noemen:
1) de liberale (bijna Amerikaanse) gewoonten die in België bestaan op het gebied van goedkeuren van plannen en het verstrekken van bouwvergunningen e.d.;
2) de politieke noodzaak om te trachten het optimistische uitvoeringsschema, dat in 1968 werd vastgesteld, te handhaven. Dit geldt niet voor de subsidies, aangezien de U.C.L. het grootste gedeelte heeft gefinancierd via leningen bij de semi-overheid (gemeentefonds, pensioenfonds e.d.) en bankgroepen, vooruitlopend op de beloofde subsidies.

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Cilindrische vormen geven soms bepaalde woningen het aanzien van een moderne kerk.

Het geheel ligt nu bijna een jaar op het uitvoeringsschema achter, hetgeen veroorzaakt is door het lang achterwege blijven van die subsidies en vertraging in de ontwerp- en uitvoeringsfasen. De verantwoordelijkheid voor ontwerpen- aanbesteden-uitvoeren ligt bij 3 diensten van de Universiteit: 'Groupe Urbanisme Architecture', 'Service de Constructions' en de 'Service de Program m ation/Budget'. Zij zijn verantwoordelijk voor het basisplan, de uitvoeringsplannen, de gehele stedenbouwkundige opzet en de controle op de architectuur van de diverse gebouwen.
De universitaire gebouwen zijn en worden ontworpen door architecten die daarvoor een speciaal contract met de Universiteit hebben afgesloten. Ook zijn er 'promotors' (grote investeerders) en particulieren die een contract met de Universiteit hebben om bepaalde gebouwen (die uiteraard in de stedenbouwkundige plannen moeten voorkomen) uit te voeren, maar er bestaat een maximum in het bouwprogramma van 10.000 m 2 vloeroppervlakte per grote investeerder, dit om te grote invloed van investeerders te voorkomen. De grote beslissingen worden door de 'Conseil de ('Administration' van de U.C.L. genomen, terwijl in kleinere zaken de 'Administrateur Général' (prof. M. Woitrin) beslist. Dit geldt uiteraard niet voor onderwijskwesties.

Waardering

Bij de uitvoering van Louvain-la-Neuve is men begonnen met de faculteiten voor de exacte wetenschappen. Samen met een hoeveelheid woningen en voorzieningen vormen ze de w ijk Bièreau, een van de vier universiteitslobben rondom het toekomstige stadscentrum.
Bij menigeen zal nu de vraag gerezen zijn hoe de ambitieuze uitgangspunten van het basisplan in de praktijk (tot op heden) hebben uitgepakt, ook gezien het tempo van uitvoeren. Bekijken we de gereedgekomen delen van Louvain op de uitgangspunten van 'menselijke maat en aanpassing aan het terrein', dan zullen we moeten toegeven dat er beslist sprake is van een hoogteverschillen goed zijn uitgebuit.
Mede dankzij de grote aantallen studenten die zich voortdurend van het ene gebouw naar het andere verplaatsen en de goed doordachte looplijnen die elkaar op fijnschalige pleinen en pleintjes snijden, doet het heel aangenaam aan door dit stedelijk gebied te wandelen, zeker wanneer het groen wat  meer uitgedijd zal zijn. Van het uitgangspunt: l université s'intègre a la cité ' valt nog weinig te merken aangezien er buiten het universitaire gedeelte nog niet veel woningen voor niet-universitair gebonden mensen zijn gebouwd. In het gedrag van de huidige inwoners valt al iets van een ivorentoren mentaliteit te bespeuren.

Van de Engelse new -town-ontwikkelingen is het principe van gescheiden voetgangers- en gemotoriseerd verkeer overgenomen. De voetgangerspaden gaan door middel van tunneltjes onder de belangrijke aan- en afvoerwegen door. Het autoverkeer kan via gescheiden rijstroken het centrum binnenkomen en daar ondergronds parkeren. Ook de andere woonwijken kunnen d.m .v. 'cul-de-sacs' met de auto bereikt worden, w aar dan ruim geparkeerd kan worden.
In het centrum is weinig hoogbouw gepleegd; maar door de monumentaliteit van vele gebouw en (in België beschouw en de meeste architecten zich nog als kunstenaar) ontstaat er toch een urbane sfeer. De waardering over de andere punten zijn in dit stadium nog moeilijk te geven.

Infrastructuur

Aangezien er veel spoorstudenten in Louvain studeren was de aansluiting op de spoorlijn Brussel-Nam en erg belangrijk. Men heeft een aftakking gemaakt tussen de stations van Ottignies en Mont-St.Guibert en een vier kilometer lang traject naar Louvain gebouwd, dat bijna voltooid is. Deze lijn is een erg kostbaar geheel geworden, aangezien men in het eerste gedeelte vier kunstwerken, waaronder een brug, moest aanleggen. Het middelste gedeelte is een open stuk gevolgd door een tunnel en het derde deel is één grote tunnel tot en met het ondergrondse station. Dit laatste tunnelstuk is 875 m eter lang met een binnenmaatse diameter van 10,5 meter. Men heeft er totaal 716.000 m3 aarde voor moeten verplaatsen en er 35.000 m3 beton in verwerkt.
De geluidshinder van de trein die Louvain met Brussel in 20 minuten verbindt, zal op deze wijze bijna nihil zijn, bovendien stapt men onder het universitaire centrum uit zodat de loop afstanden minimaal zijn. Ook met de auto is Louvain goed bereikbaar door de goede aansluitingen op de nieuwe autobaan Brussel-Nam en en de voornaamste provinciale wegen. De afwikkeling van het gemotoriseerde verkeer gaat in drie trappen:
1) een rondweg om het centrum ; 'de rocade', die drie penetratiepunten in het centrum heeft die aansluiten op ondergrondse parkeergarages;
2) via secundaire wegen die naar de woonwijken leiden en ;
3) tertiaire wegen die naar afzonderlijke groepen gebouw en voeren.

Naast de voetgangerspaden, die in het centrum grotendeels overdekt zijn, bestaan er aparte fietsroutes. Elektrische scootertjes onderhouden de koeriers diensten tussen de verschillende gebouwen.
Twee autobuslijnen verzorgen de verbindingen met Ottignies en Wavre, bovendien bestaat er een door de Universiteit gefinancierde buslijn tussen Louvain-la-Neuve en het oude Leuven. Aangezien bepaalde infrastructurele voorzieningen niet gesubsidieerd worden heeft de Universiteit besloten de infrastructuur over alle bewoners gelijk uit te smeren. Men rekent f 28/m* 123 voor een perceel van 2 are, f 36 , - voor een perceel van 4 are, f 55/m2 voor de laagbouwwoningen en f100/m2 voor de hoogbouw.

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Een 'maison unifamiliale'. De grote muurvlakken worden gebroken door verschillende soorten en kleuren baksteen te gebruiken.

Het 'pare scientifique'

Ten zuidwesten van de stedelijke zóne is een gebied van 131 ha gereserveerd voor het 'pare scientifique'; een terrein waar men laboratoria en onderzoekinstituten van technische bedrijven wil aantrekken, deels met de bedoeling om de relaties tussen de universiteit en het bedrijfsleven te bevorderen en deels om werkgelegenheid te scheppen. Op dit m om ent zijn de volgende bedrijven er reeds gevestigd of gaan zich spoedig daar vestigen:
- IBM, residential education center
- MONSANTO, Technical Center (rubberen plastics)
- Omnium Chinique S.A. (16.000 m2 vloeropp.)
- Delsart (drukkerij)
- Syntex Corporation (farmacie, biologie en cosmetica)
- Measurement Systems International (meetinstrumenten)
- Cardiac pacemakers incorporated
- Association nationale pour la protection de l'incendie (laboratorium voor brandpreventie)
- Union Chinique Beige (distributiecentrum van chemicaliën t.b.v. de Universiteit)
- Scubapro (oefenduikeylinder, 18 m hoog)
- bovendien w ordt er door I.B.W. een gebouw neergezet waar kleinere industrieën e.d. een deel van kunnen huren.
Louvain-la-Neuve probeert nog meer 'schone' werkgelegenheid aan te trekken, maar de Universiteit zelf blijft op dit moment de grootste werkgever voorde stad.

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Aangezien de bomen en struiken nog niet volgroeid zijn, hebben de bewoners de kwast ter hand genomen om grote betonvlakken te versieren.

Woningen

In het jaar 2000 zal Louvain-la-Neuve ongeveer 10.250 woningen voor de eigen bevolking en 13.200 woningen voor de studenten beschikbaar hebben. Voor 1980 zijn deze cijfers vastgesteld op respectievelijk 9.300 en 2.000. Deze woningen kan men onderscheiden in drie typen:
1) 'unifam ilial', losstaande of geschakelde eengezinshuizen, met een gemiddelde dichtheid van 42 w on in gen per ha;
2) 'collectif bas', geschakelde laagbouwwoningen met een dichtheid van 116 woningen per ha;
3) 'collectif haut', hoogbouwwoningen met een dichtheid van 210woningen per ha.
Men gaat ervan uit dat de woningen de basis voor het stedelijk karakter vormen en daaraan ook moeten worden aangepast. Dit wil niet zeggen dat er enorme gelijkvorm ige blokken moeten worden gebouwd. De architecten ondercontrole van de 'Groupe Urbanisme Architecture trachten zoveel mogelijk variatie
in de woonvorm en te brengen opdat het stadsbeeld zo gevarieerd m ogelijk zal zijn en de bewoners zich er sneller mee kunnen identificeren.

Naast de eis dat de woning voor de voetgangers goed bereikbaar moet zijn, bestaat de eis dat de woning via speciale wegen ook per auto te bereiken is en  dat er geparkeerd wordt in garages naast of onder de woning. Opvallend is de zorg die wordt besteed aan de privacy. Inkijk en doorkijk, zoals in Nederland nog steeds gebruikelijk is, komen hier niet voor. Tuinen worden omgeven met muren, de ramen worden vrij klein gehouden en veel woningen beschikken over afgeschermde dakterrassen. De koop- en huursommen zijn vergelijkbaar met die in andere middelgrote Belgische steden voor nieuwbouw. De koopprijzen voor een kamer/studio variëren tussen de f 15.000,- en f20.000 ,- en voor een woning tussen de f 130.000,- en f 180.000,-. De erfpachtrente die men betaalt is wel w at minder dan de rente van de grondprijs zou zijn. (De grond blijft namelijk eigendom van de Universiteit). Personeelsleden van de Universiteit hebben recht op een voordelige lening (lage rente). De huren liggen in 1975 voor een studentenkamer op f 105,- per maand, voor een studio op f 310 ,- per maand en voor een complete woning tussen de f 450,— en f 800,—. Hierbij moet worden aangetekend dat de gemiddelde huren (zonder subsidie) in België hoger liggen dan in Nederland. Voor het ontwerpen van de woningen bestaan bepaalde voorschriften, die we kunnen vergelijken met onze bouwverordeningen, met het verschil dat ze veel meer speelruimte openlaten voor de ontwerper en dat er veel gemakkelijker ontheffing wordt verleend. Men kent in België wel een soort bestemmingsplannen namelijk de 'Plans Particuliers d'Aménagem ent' oftewel de 'Bijzondere Plannen van Aanleg'. Deze zijn voor Louvain niet strikt noodzakelijk omdat men daar een controleclausule in het erfpachtcontract heeft ingebouwd.

Louvain-La-Neuve (1975/3)
Kinderhoofdjes en keien vormen met klinkers en tegels een mooie sierbestrating, waartegen de bielzen plantenbakken goed uitkomen.

Voorzieningen

Het niveau van de voorzieningen moet vrij hoog zijn, aangezien Louvain voor de aangrenzende gemeenten een streekfunctie w il vervullen. Men heeft voor alle voorzieningen een oppervlak van 470.000 m 2 gereserveerd, onderverdeeld in:
56.700 m 2 voor commercieel gebruik (winkels e.d.),
60.000 m 2 voor kleuterscholen en crèches,
49.000 m2 voor lagere scholen,
30.000 m2 voor middelbare scholen,
10.500 m 2 voor openbare diensten,
5000 m2 voor de gezondheidszorg (het ziekenhuis niet meegerekend),
9000 m2 voor culturele doeleinden,
189.000 m 2 voor sport- en
69.000 m2 voor speeldoeleinden.
De loopafstanden voor de kleuterscholen en lagere scholen mogen niet meer dan 200 en 400 meter bedragen. Dit geldt ook voor sport- en speelterreinen. De winkels zijn geconcentreerd in het centrum, maar aangezien de maximale loopafstand van de wijken naar het centrum maar 650 meter is, zijn deze winkels binnen ieders bereik.
In het zuidwesten, op 1 kilometer van het centrum, wordt een ziekenhuis gebouwd. Op dit moment heeft Louvain een bioscoop met een capaciteit van 420 personen, een openbare bibliotheek, een sporthal met oefenbassin, vier voetbalvelden, drie tennisbanen en zes basketbal- en volleybalvelden. Er wordt momenteel hard gewerkt om de voorzieningen uit te breiden. Van de vier restaurants is het universiteitsrestaurant 'Le Galilée', (zelfbediening, 450 plaatsen) het meest opvallende door zijn architectonische vormgeving. De boerderijen die op het grondgebied van Louvain voorkomen worden gebruikt als tentoonstellingszaal, pottenbakkerij, fotoatelier e.d.
Ver van het centrum in het Bois de Laurelle bevindt zich een Benediktijnenklooster met een zeer progressieve vormgeving (architect Jean Cosse). Ook komt op Louvains grondgebied een kliniek voor epileptici voor.
Er bestaat een plaatselijk blad 'Labule' genaamd dat iedere maand verschijnt naast de universitaire uitgaven.
Op cultureel gebied wordt steeds meer georganiseerd, men wacht dan ook met ongeduld op het nieuwe theater dat eind 1975 gereed zal komen. De ontwikkeling van Louvain-la-Neuve is in volle gang. Het huidige beeld van de stad wekt veel verwachting voor de toekomst, maar het blijft de vraag of Louvain in het magische jaar 2000 die stad zal zijn welke de ontwerpers zich nu als doel hebben gesteld.

Lees verder: Louvain-La-Neuve (1975/5)