Grote, kolomvrije, flexibele vloervelden zijn georganiseerd rond een op het noorden gericht atrium, waardoor daglicht ongehinderd bijna alle werkplekken kan bereiken zonder te veel zoninstraling toe te laten. Naar het noorden is de gevel volkomen open. Aan de oost-, zuid- en westkant wordt het licht gefilterd door kleinere, diepe openingen in een dragende gevelconstructie, waardoor de thermische massa van het beton gebruikt wordt. De gesloten geveldelen aan de zuidkant zijn bekleed met zonnepanelen en ook het gehele dak wordt gebruikt voor het opvangen van zonne-energie.
In de noord-zuid doorsnede is het gebouw opgezet als een dijkhuis: de entree ligt in de polder, maar de “huiskamer” van het gebouw – de werkplekken, voorzieningen en vergaderruimtes op de eerste tot en met de vierde verdieping in het atrium – kijkt uit over de dijk van de A10 en de openbaar vervoersbundel. De bruggen op de zesde en de negende verdieping geven stabiliteit aan de glazen noordgevel. Het atrium is een lichte, heldere, actieve ruimte; een plek voor circulatie, ontmoeting, en de uitwisseling van ideeën.