Duurzaam kantoorgebouw als maatpak
tekst Willem Wopereis
fotografie Frank Hanswijk
Masterplan
Het eerste ontwerp voor het gebouw stamt nog van voor de crisis. Binnen de lijnen van het masterplan van Henning Larsen tekende architectenbureau group a destijds een eerste ontwerp in opdracht van ING Vastgoed. De ontwikkeling en de bouw zijn later overgenomen door Dura Vermeer, waarbij het ontwerp in essentie overeind bleef. Architect Folkert van Hagen zette tijdens de besloten prijsvraag in op twee hoofdthema’s: enerzijds moest het gebouw functioneren als een collectief complex met veel verbindingen, anderzijds moest het goed ingebed raken in Amsterdam en wat teruggeven aan de stad. Samen met het kantoor van Stibbe en het St. Nicolaaslyceum vormt het AkzoNobel Center de schakel tussen Zuidas en Beatrixpark. De meanderende vorm met afgerond hoeken creëert een zachtere uitstraling en slaat een brug tussen beide werelden.
Art Space
De Zuidas kent veel kantoren die het goed doen in de skyline, maar die onvoldoende aansluiten op het maaiveld. Vliesgevels landen hard op de stoep, gesloten functies domineren de plint. Het AkzoNobel Center heeft daarentegen een zeer transparante begane grond die open is naar de omgeving. Op de kop ligt de Art Space waar een gedeelte van de collectie van de AkzoNobel Art Foundation is te zien. De expositie is vrij toegankelijk voor publiek, personeel kan hier informeel pauzeren tussen hedendaagse kunst. Aan de achterzijde ligt het restaurant dat uitkijkt over het naastgelegen park. Een entreegebied in het hart van het gebouw verbindt het park met het voorplein. Om de transparante plint en kwalitatieve publieke ruimte daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen is de gedeelde parkeergarage onder het hele gebied extra hoog. Deze doet daarmee tevens dienst als expeditiestraat. Hier bovenop ligt een dikke grondlaag waarover het park tussen de gebouwen wordt doorgetrokken.
Dubbele gevel
Over de dubbele gevel is veel discussie geweest. Deze is niet terug te verdienen met de energiebesparing, maar levert volgens Van Hagen veel voordelen. Over de hele hoogte kunnen bijvoorbeeld ramen worden geopend, terwijl de hevige geluidsbelasting vanaf de ring wordt teruggedrongen. GROUP A heeft het gevelconcept erg analytisch bekeken. Om zo veel mogelijk daglicht binnen te krijgen verjongen de geprefabriceerde liggers en stopt het plafond ruim voor de gevel. Hoewel dat ongebruikelijk is voor hoge kantoorgebouwen, bestaat de binnengevel uit houten elementen. Dit is duurzamer en geeft het interieur een levendig karakter.
Glassoorten
Ook de buitengevel was in het eerste ontwerp als houten gevel bedacht, maar is vanwege mogelijke condensvorming in staal uitgevoerd. Deze hangt aan de bovenste verdieping en volgt als een lichte, slanke overjurk de ronde vormen van het volume. De afwisseling tussen volledig transparant glas, verschillende soorten matglas en geperforeerde staalplaten breekt het vlak op en creëert samen met de binnengevel een gelaagdheid van doorzichten en reflecties. Door het dak als vijfde gevel te behandelen en alle installaties inpandig op te nemen, is de sculpturale vorm van het geheel versterkt. Kleppen aan de onder- en bovenzijde in de dubbele gevel kunnen handmatig worden gesloten. Een automatisch, adaptief systeem bleek nauwelijks een energiebesparing op te leveren. In de wintersituatie zijn de kleppen gesloten en staat de lucht stil, in de zomer zorgen geopende kleppen voor een natuurlijke trek. De dubbele schil is verticaal opgedeeld in twee segmenten zodat geen hoge luchtsnelheden ontstaan. Mede door deze gevel, de zonnecollectoren en pv-cellen heeft het gebouw een BREEAM excellent score behaald.
Interieur
Naast de opdracht voor het gebouw verwierf GROUP A ook de opdracht voor het interieur. Van Hagen benadrukt dat dit op verschillende vlakken optimaal is. Vaak wordt een pand eerst opgeleverd en vervolgens weer deels verbouwd naar het ontwerp van de interieurarchitect. Door de twee op elkaar af te stemmen ontstaat tijdwinst in de bouw en in het ontwerpproces. Minstens zo belangrijk is de wisselwerking die tussen gebouw en interieur ontstaat. In de inrichting komen de schuine hoeken en afrondingen van het volume terug, ook hierin is veel hout gebruikt. Achter de receptie slingert een monumentale wenteltrap omhoog door de vide die de entreezone met het vergadercentrum op de eerste twee verdiepingen verbindt. Op deze semipublieke etages vinden grotere vergaderingen plaats en worden externe relaties ontvangen.
Flexwerken
Op de derde tot de negende verdieping liggen werkplekken voor zevenhonderd werknemers. De verschillende afdelingen hebben elk een eigen domein waarbinnen het flexwerkprincipe geldt. In de relatief smalle vleugels liggen vrijwel alle werkplekken direct aan de gevel. In de zone daarnaast liggen zelfstandige werkplekken, vergaderruimten en zitjes. Vanwege de beukmaat en de transparante binnenwanden is het erg licht in het gebouw. De fijnmazige korrel van de gesloten ruimten deelt de plattegrond op in kleinere zones waarmee een prettig geschaalde werkomgeving ontstaat. Het interieur zit vol moderne technieken die de werkomgeving regelen. Zo zijn verlichting, temperatuur en zonwering via een app individueel te regelen en meten sensoren of vergaderkamers bezet zijn. Als het geluidsniveau van gesprekken te hoog wordt, produceert een ‘sound masking’ systeem een lichte ruis die zorgt voor minder afleiding tijdens het werk.
Kleuren
Er is bewust gekozen voor een computervloer, zodat de verdiepingen flexibel zijn in te delen en geen kabelgoten zichtbaar zijn. Aan de uiteinden van het gebouw liggen de rustigste werkplekken. Hier is de houten gevel licht gelakt. Richting het centrale atrium neemt de transparantie van de lak toe en krijgt de binnengevel een levendige uitstraling. Hier liggen de pantry’s en staan speciaal ontworpen veelvormige tafels die meer informele werkplekken creëren. Rond het atrium liggen grote vlakken gekleurd tapijt in een specifieke tint per verdieping. Tegen de avond schijnt een regenboogachtige gloed van verschillende kleuren door de gevel heen. Naast de verankering in de directe omgeving krijgt AkzoNobel hiermee tevens een plek in het silhouet van Amsterdam.