Het hergebruiken en dus verlengen van de levensduur van een bestaand gebouw is een operatie waarbij duurzaamheid centraal staat. Bij de transformatie van Rijnstraat 8 is er een zorgvuldige balans gemaakt tussen het behouden van de sterke architectonische en duurzame concepten uit het oorspronkelijke ontwerp van Jan Hoogstad, zoals de serretypologie, en het doorvoeren van interventies.
Rijnstraat 8 is door de transformatie, waarbij verschillende ruimtelijke kantoortypologieën gecreëerd zijn, flexibel voor toekomstige veranderingen. Het materiaalgebruik is geminimaliseerd: van de 20% van het gebouw dat is afgebroken, is 99.7% hergebruikt. De goede duurzaamheidsprestatie van het pand na renovatie komt door een scala aan optimalisaties met het doel het energieverbruik van het gebouw zo laag mogelijk te krijgen, een aangenaam binnenklimaat te creëren en zo min mogelijk (nieuwe) materialen te gebruiken die niet kunnen worden hergebruikt.
De serres stonden centraal in het duurzaamheidsconcept van het voormalige VROM gebouw: ze koppelden de kamstructuur van het gebouw aan een omsloten ruimte waardoor kantoren met te openen ramen mogelijk werden en het buitengeveloppervlak werd geminimaliseerd. Het klimaatconcept waarbij warmte uit de serres wordt teruggewonnen is behouden, en het energieverbruik is verder gereduceerd door het verhogen van de isolatiewaarde van het gebouw, de beperking van de benodigde koeling en de duurzame opwekking van energie door warmte-koude-opslag in de bodem en PV cellen op het dak. Deze maatregelen zorgen ervoor dat het pand uiteindelijk de zeer lage EPC-waarde (Energie Prestatie Coëfficient) heeft van 0,44.