Het gebouw kan beschouwd worden als een machine, waarvan de vormgeving het resultaat is van de operationele activiteiten die erin plaatsvinden en de noodzakelijke efficiëntie die daarmee gepaard gaat.
Alle hoofd-programmadelen organiseren zich rond een centraal gelegen oefenkoer voor de brandweer. Deze ligt daardoor onttrokken van de omgeving. De delen vormen samen één geheel: architectuur, materiaal en detaillering zijn gelijk, ongeacht het programma dat gehuisvest wordt.
Door de beperkte oppervlakte van de site werden we gedwongen om vrachtwagens tot op de verdiepingen te laten rijden. Dit resulteert in een genereuze en stoere betonnen structuur, waar rond een fijne huid van gegalvaniseerd staal is getrokken. Deze laatste is enigszins basaal - ze verwijst naar het ‘gewone’ van het semi-industriële programma - maar wordt gecombineerd met een uitermate verfijnde detaillering. Dit - in combinatie met de maat en compositie van de gebouwdelen - verleent het project een publiek karakter.
De site ligt naast grootschalige conferentie- en expo-infrastructuur, op de overgang van een woonwijk met een grootschalig agrarisch landschap. Dit betekent dat het gebouw kan genieten van een goede en snelle ontsluiting en zich als een publieke baken in het landschap kan positioneren.
Het gebouw is een BEN-gebouw en wordt gerealiseerd met een grote aandacht voor prefabricage, eventuele demontage en onderhoudsgemak.