Leegstand
Verlaten kantoorgebouwen laten vaak een naargeestige indruk achter. Lange gangen met aan weerszijden krappe kamers, achtergebleven gebruikssporen van de vorige huurders, grauw licht; leegstand is doorgaans geen goede reclame. Vooral in kantoren nam de leegstand sinds de jaren negentig fors toe. Hoewel in de berichtgeving over het onderwerp de hoeveelheid vierkante meters varieert, blijkt Nederland over de grootste hoeveelheid lege kantoren te beschikken van heel Europa.1 In veel van die gebouwen zijn de verdiepingen volgestopt met hokjes. De veelbelovende indelingsvrijheden worden doorgaans pas benut wanneer een huurder vertrekt. Dergelijke kantoren verkeren in een soort half bewustzijn: er is een duidelijke indeling, maar de achterhaalde hokjesgeest verhindert de ‘flow’.
Veranderende kantoorbehoefte
Om te bezuinigen en efficiënter met de benodigde ruimte om te gaan, stoten veel organisaties overbodige kantoorruimte af. Veel werk wordt in deeltijd verricht. De kantoorbehoefte vermindert ook door veranderde opvattingen over de manier waarop kantoorwerk verricht wordt. Zolang er een internetaansluiting is, kan men plaats- en tijdonafhankelijk werken: thuis, in een bibliotheek, een hotellobby of op een vliegveld. Het kantoorgebouw is in die reeks een mogelijke werkplek geworden en minder een bestemming.
De mogelijkheid om ‘overal’ te kunnen werken, zet zich voort in het kantoorinterieur. Medio jaren negentig voorzag Erik Veldhoen al dat digitalisering verstrekkende gevolgen zou hebben voor de manier van werken in kantoren.2 Veldhoen lanceerde destijds de term Het Nieuwe Werken. Ondertussen kan dit begrip vervangen worden door Activiteit Gerelateerd Werken. Dit is een strategie die personeel de mogelijkheid biedt de werkplek af te stemmen op de werkactiviteiten. Ruimtes, of liever gezegd plekken, zijn zodanig ontworpen dat ze mogelijkheden bieden voor specifieke activi- teiten: geconcentreerd werken, vergaderen, brainstormen of bellen. Het bevrijdt mensen van de verplichting om voortdurend op een ongunstige plek te moeten zitten. Deze manier van werken past niet in een cellenkantoor. Een kantoortype dat hiervoor beter geschikt is, noemt Veldhoen een vitaal kantoor: een open kantoorvloer met enkele afgesloten ruimtes verspreid over de werkvloer.
Huiselijk kantoor
Hoewel de digitalisering voor veel vrijheden zorgt, vergroot ze ook de behoefte aan oog-in-oog contact. Veel mensen komen tegenwoordig naar kantoor vanwege de sociale interactie en het uitwisselen van ideeën. Het interieur van de werkomgeving wordt daarmee weer een belangrijker ‘selling point’.
De Prinses Beatrixlaan vormt de ruggengraat van het internationale zakendistrict Den Haag Nieuw Centrum. Atelier PRO ontwierp in het gebied een viertal kantoortorens die in 2005 in gebruik werden genomen. Tien jaar na de oplevering vertrokken de eerste huurders of bleken sommige organisaties ingekrompen, met de nodige leegstand tot gevolg. De eigenaar en de beheerder van één van de torens, waarin het wtc zich onlangs vestigde, schakelden atelier pro in om binnen vier maanden een verdieping van het gebouw geheel te transformeren. De opdrachtgevers vroegen om een ‘showroom’ die potentiële huurders de mogelijkheden toont van een eigentijds kantoor. Een programma van eisen ontbrak, waardoor de architecten aanhaakten op de locatie en het arbeidsproces. Lichtinval en oriëntatie bepaalden primair de indeling van de verdieping. Voor de inrichting maakten de architecten gebruik van eerder opgedane kennis omtrent het Activiteit Gerelateerd.
Beeld Eva Bloem
Werken in andere opdrachten
Voor de gemeentekantoren van Zeist en Bronckhorst verzorgde atelier pro ook het ontwerp van het interieur. In het gemeentehuis van Zeist hebben werknemers geen vaste werkplek meer. Zij zoeken dagelijks op basis van hun werkzaamheden een plek uit die daarbij het beste past. De ruimte wordt optimaal benut doordat ook deeltijdwerknemers en werknemers met veel contact buitenshuis de ruimte met elkaar delen. Naast werk- plekken voor concentratie, communicatie en administratie zijn er hybride werkplekken aanwezig die voor meerdere activiteiten geschikt zijn. Voor informeel contact zijn er enkele huiskamers aangebracht. De kantoorafdeling van de gemeente Bronckhorst is ingericht volgens de principes van het Nieuwe Werken: niemand heeft een vaste werkplek. Een open werkvloer biedt variatie in werkplekken die naast en door elkaar voorkomen. Werkplekken voor administratie en communicatie zijn gecombineerd met afgesloten concentratiewerkplekken. Door zonering van de veelheid aan types werkplekken blijft er overzicht. De kantoorafdeling is verdeeld in concentratie, administratie en communicatie. Voor informeel contact is er een grote keukentafel, waar van koffie en lunch genoten kan worden.
Het ontwerp voor de Haagse showverdieping voorziet in twee zones: een dynamische en een rustige. Bezoek dat uit de lift stapt, betreedt het kantoor informeel via een ontvangstzone. De ruimte heeft een imposante open keuken, waarachter een royale lounge. De ontvangstzone biedt gelegenheid voor klantgesprekken in een chique ‘boardroom’, presentaties, lunch met informele werkplekken en borrels na het werk. Opvallend is de bovenmatige aandacht voor de inrichting. Het interieur is stijlvol ingericht met natuurlijk ogende materialen, aangenaam meubilair en een prettige verlichting. Pas in tweede instantie bereikt men de rustige werkvloer, waar het informele karakter zich voortzet.
De inrichting toont hoe het ontwerp het arbeidsproces faciliteert. Van het cellenkantoor is geen spoor meer. Enkele beglaasde ruimtes die over de vloer zijn verspreid, delen de ruimte fysiek op, maar visueel blijft de ruimte ongedeeld. Meubilair is afgestemd op de werkactiviteit: hoge, gestoffeerde banken voor korte gesprekken, stevige stoelen voor bijeenkomsten en degelijk kantoormeubilair voor concentratiewerk. Tafels en verlichting zijn aangepast aan de functie. De architecten gingen verder dan de indeling van het bouwkundige interieur. Ze ontwikkelden in samenspraak met de opdrachtgevers vier stijlen. Deze stijlen zijn tot en met de kunst, het servies en het bestek in de keuken bepaald. De uitgesproken Scandinavian Styling is toegepast voor het gerealiseerde interieur. De showverdieping heeft iets weg van een filmset. Hoewel geen specifieke onderneming maar het arbeidsproces de basis was voor het ontwerp, kreeg de ruimte een huiselijke sfeer.
Het zeer uitgesproken en vergaand bepaalde interieur vormt het decor waarin een imaginaire werknemer als vanzelf figurant wordt. Het ontwerp heeft de stereotype kantoorverdieping vervangen door een huiselijk decor voor eigentijdse werkvormen.
Noten
1. Aldus een studie van Karst Geurs (Universiteit Twente), Hans Koster (Vrije Universiteit Amsterdam) en Gert de Visser (StedenbaanPlus). Zie Geurs et al., Kantorenleegstand en ov-knooppuntontwikkeling in de Zuidelijke Randstad, juli 2013.
2. Zie Erik Veldhoen, Kantoren bestaan niet meer, Rotterdam, Uitgeverij 010, 1995 en Kantoren bestaan niet meer / versie 2.0. Rotterdam, Uitgeverij 010, 1998.