Nog steeds komt Piet Blom eens per veertien dagen naar Hengelo om samen met stadsarchitect M. de Jeu te werken aan de definitieve vorm van het project. De Jeu: „Natuurlijk moesten er in de oorspronkelijke opzet enige dingen worden veranderd. Zo hebben wij bijvoorbeeld een ruimte gecreëerd, een brink zeg maar, die eventueel als ontmoetingscentrum voor de bewoners kan dienen. Verder moest het ontwerp worden aangepast aan de situering van Groot Driene, waar het plan gerealiseerd zal moeten worden. Voorts hebben we het randeffect van het complex meer uitgediept door meerdere typen woningen te creëren. Hoe meer differentiatie op dat punt, hoe beter. Dat past ook helemaal bij de filosofie van Blom. Eind september hopen we met al deze veranderingen gereed te zijn. Dan is het beslissende punt aan de orde: de offerte van de aannemer. Die aannemer hebben we overigens nog niet.
Van die aannemer gaat de realisering van de Kasbah voor een belangrijk deel afhangen. Naast de experimentele woningbouwsubsidie is voor dit plan nog een extra subsidie beschikbaar. Als het uiteindelijke bedrag binnen de curveprijs van het ministerie blijft, lijkt niets de toestemming van de Kroon meer in de weg te staan. En laat ons hopen, dat dit alles zo zal mogen wezen, want Bloms alternatief zou de woningbouw in de toekomst, het sociale klimaat in Nederland, wel eens in zeer gunstige mate kunnen beïnvloeden. De belangstelling van vele andere gemeenten voor dit plan alsmede het enthousiasme van de Hengelose bevolking — de potentiële bewoners van de Kasbah, wijzen er toch wel op, dat de tijd rijp is voor een alternatief als dit in de stedenbouw.
Kasbahplan Piet Blom in Hengelo
Filosofie
Pieter Blom is een architect die zich van de relatie bouwwerk/ bewoner zeer wel bewust is. Hij acht de derde dimensie — de ruimte — bij het ontwerpen van vitaal belang voor de bewoners. Toen hij in Hengelo op 23 maart van dit jaar zijn maquette van de Kasbah aan de inwoners van Hengelo presenteerde, formuleerde hij het zo: „De 2-dimensionale ordening levert a priori de minst beschikbare ruimte, levert alleen maar leegte op — en verprutst zodoende de ruimte waaraan in een overbevolkt land enorme behoefte is. Wat is het alternatief — zoiets als orde levert vrijheid — zoals arbeidstijd vrije tijd levert? Het architectonische en stedenbouwkundige begrip ruimte moet een letterlijk beeld van vrijheid zijn.
ruimte = vrijheid
ruimte = marge
ruimte = ruimte voor veranderingen
ruimte = ruimte om je in uit te drukken
Het gaat om de ruimte om elkaar te zien — te ontmoeten — de ruimte om met elkaar iets te ondernemen — altijd weer iets nieuws te ondernemen, de ruimte die zo geordend is, dat het geordende mogelijk wordt." Blom betreurt het in hoge mate dat de mens in de huidige maatschappij geworden is tot een velletje papier, netjes opgeborgen in een archiefkast, dat vijfmaal per week er gedurende acht uur uit wordt gehaald om door een administratiemolen te lopen. Het „diertje" mens komt aan de gewone dingen niet meer toe. En toch wordt juist tegenwoordig niets zo begeerd als die gewone dingen: je buren tot vrienden maken, 's nachts naar de sterren kijken, je oude vader of moeder in huis nemen....
„Wat zou ik niet graag dromerig door de stad willen lopen met een klein olifantje aan een bandje", zei hij tegen de bewoners van Hengelo, ,/t Zou gewoon een opluchting zijn geen kranten meer te lezen; om via de dierkundeboeken van je kinderen te beseffen dat we nog de enige zoogdieren zijn, die niet zijn uitgestorven. Eigenlijk wel een reden om te dansen van geluk. Een reden om gewoon blij met elkaar te zijn in de ogenblikken dat je er niet meer omheen kunt, dat God de natuur op een onvoorstelbare manier maakt. We zouden toch een toren, een tempel, een teken van bewondering moeten kunnen maken naast ons huis, gewoon zonder subsidie van CRM en zonder christelijk te zijn."
type B woonverdieping
Leven in landschap vol spullen
Aan al die gewone dingen komt de mens tegenwoordig niet meer toe, terwijl hij het toch zo graag zou willen. Blom: „We leven in keurige huizen vol met meubels, huishoudelijke apparatuur, verzamelingen, archiefdozen, wanden, kasten; huizen, steden, een land boordevol spullen die we elke dag poetsen. ]e zou kunnen zeggen dat we leven in een landschap vol spullen en dat wij mensen de enige dieren zijn die zich tussen die spullen kunnen bewegen; een humeur kunnen hebben, een daad kunnen verrichten.
Maar onze daadkracht is weg gesocialiseerd; we leven als gevangenen van duizenden voorzieningen. Met dat beeld achter het netvlies heeft het zin naar de nieuwe steden in Nederland te kijken. In de nieuwe wijken heerst diezelfde gevangenschap, die opgeborgen keurigheid, die monotone, ijzige herhaling van het stereotype. Alles is algemeen, nergens menselijk — dat wil zeggen: dierlijk of lévend. Het leven is weggeordend; ruimte is leegte en stilte gaan betekenen.
Het enige wat is overgebleven heet snoepen, vrijen, autorijden — zoiets als troost. Wij zijn de persoonlijke betrokkenheid met de allergrootste levensbehoeften kwijt of, anders gezegd, maar dat is precies hetzelfde, wij zijn onze creativiteit kwijt, en we hebben ons daarbij neergelegd, omdat we denken dat het niet anders kan."
Wonen als stedelijk dak
Deze hele filosofie ligt ten grondslag aan Bloms idee van „wonen als stedelijk dak." Zijn — noem het sociale bewogenheid — heeft gezocht naar een mogelijkheid om dat gebrek aan creativiteit bij de mens een nieuwe stimulans te geven. Zijn „wonen als stedelijk dak" brengt de mensen letterlijk een trapje hoger, ze wonen allen op de eerste etage en op de begane grond zijn mogelijkheden genoeg om initiatieven van de bewoners te realiseren.
Het contact tussen Blom en de gemeente Hengelo dateert al van jaren her. Hij ontwierp de in 1964 gereedgekomen mensa van de TH Twente, en kreeg op grond daarvan van een aantal particulieren de opdracht een bungalowwijkje in Hengelo te ontwerpen. Blom evenwel is geen „elitebouwer". Het „ik lekker wel — jij lekker niet", dat een bungalow bij hem oproept, stuit hem tegen de borst. Hij stapte naar de gemeente Hengelo toe, met het verzoek een meergezinswoning te mogen ontwerpen — nog steeds bedoeld voor beter gesitueerden. In datzelfde jaar werd hem een studiebeurs aangeboden, middels welke hij zijn „wonen als stedelijk dak" ontwierp, in de vorm van een vakantiestad op Ibiza. Zowel de maquette voor de meergezinswoning als „wonen als stedelijk dak" werden aan de gemeente Hengelo voorgelegd. Het plan voor Ibiza is nooit uitgevoerd. Het pleit voor de gemeente Hengelo, dat men daar de mogelijkheden, die Bloms alternatief voor de sociale woningbouw voor de toekomst biedt, reeds toen onderkende. Hij kreeg definitief de opdracht voor Hengelo een plan „wonen als stedelijk dak" te ontwerpen, het werd de Kasbah.
Overleg met bewoners
Op een oppervlakte van 2,92 ha zullen 184 — zo is de berekening nu — woningen van 6 of zelfs meer verschillende typen worden gebouwd. Dit hangt nog af van het feit, welke bewoners hun domicilie in de Kasbah zullen krijgen. Dat is, anderhalf jaar voor de bouw gereed zal zijn, bekend. De woningen worden alle zo gebouwd, dat veranderingen die door de bewoners worden gewenst, makkelijk realiseerbaar zijn. Scheidingswanden zullen prefab worden; evenwel niet de gevels, die gemetseld gaan worden. Onderbouw en vloer worden van beton, waarbij de vloer een akoestische bekleding krijgt. Maar ook hierin heeft de nog aan te stellen aannemer natuurlijk een grote stem. Waar het de gemeenschappelijke voorzieningen voor de onderbouw betreft, ook daarover zal met de toekomstige bewoners overleg worden gepleegd. De verschillende typen woningen gaan allemaal uit van het grondtype A, dat eigenlijk atelier is. Al naar gelang de behoeften en omstandigheden van de bewoners van de panden (student, onvolledig gezin, compleet gezin, groter gezin) zullen deze woningen worden uitgebreid. Iedere woning krijgt een dakterras van 4,2 bij 6,5 meter.
Als men bedenkt, dat het project Kasbah Hengelo op een unieke manier evenveel mensen onderdak brengt als hoogbouw op eenzelfde oppervlakte zou bewerkstelligen, wordt men toch redelijk verdrietig wanneer men beseft dat eventueel om financiële redenen het plan van de tafel kan worden geveegd. Het lijkt ons een „must" om, indien het uiteindelijk bedrag de subsidies te boven zou gaan, hoe dan ook een weg te vinden, Bloms idee te verwezenlijken!
Pieter Blom ontving in 1962 de Prix de Rome voor zijn (niet uitgevoerde) ontwerp van het Pestalozzi-dorp. Hij legt zich met name toe op het ontwerpen van meer experimentele projecten.