Tekst Ine ter Borch
Het NDSM terrein aan de noordzijde van het IJ wordt ontwikkeld als de grootste ‘broedplaats’ van Nederland en wordt langzamerhand de ‘place to be' voor creatieve bedrijven. Op het 270 meter lange kraanspoor dat vroeger werd gebruikt bij het laden en lossen van de schepen heeft OTH Ontwerpgroep Trude Hooykaas een gebouw gerealiseerd dat even lang is en 13,8 meter breed. Het telt slechts drie verdiepingen, maar huisvest desondanks 12.500 vierkante meter flexibel indeelbare ruimte.
De architectonische integratie van oud en nieuw lijkt vanzelfsprekend. Wijdbeens, tot over de enkels in het water, dragen de portalen van robuust beton de glazen opbouw. De ritmiek van de betonnen portalen dient als uitgangspunt voor de opzet van de nieuwe bovenbouw. Zo lenen de vier dubbele hoofdportalen van het basement zich bijna vanzelfsprekend voor de realisatie van vier stijgpunten. Hiervoor is een apart geprefabriceerde staalconstructie ontwikkeld, waarin een trap en een panoramalift de verdiepingen ontsluiten.
De constructie is in zijn geheel tussen de dubbele betonportalen gehesen en aan de fundering gekoppeld. Hoewel het betonnen basement van 13,5 meter hoog uit de jaren vijftig imponeert, was de maximale belasting beperkt tot 250 kilogram per vierkante meter. Om het draagvermogen optimaal te benutten, is de nieuwbouw uitgevoerd in een lichte staalskeletconstructie. Dit type constructie past ook goed bij de wens om het gebouw zo transparant mogelijk te maken en het uitzicht zo min mogelijk te hinderen. De betonconstructie is op enkele punten versterkt om zijn nieuwe last te kunnen dragen. Zo is aan de onderzijde van de lange balken extra trekwapening aangebracht.
De stramienmaat van de staalconstructie komt voort uit de hart op hart afstand van de betonportalen. Omdat de betonconstructie van het kraanspoor was berekend op een asymmetrische belasting, is ook het staalskelet asymmetrisch ontworpen. Zo wordt maximaal gebruik gemaakt van het beschikbare draagvermogen. Het skelet bestaat uit kolommen, liggers en lnfra+ vloeren.
Aan de waterzijde kragen de dwarsliggers meer uit dan aan de landzijde. De kolommen zijn in de dwarsrichting elke twee stramienen gekoppeld via een kruisverband. Om optimaal te profiteren van de flexibiliteit van het holle vloertype en om het gewicht te reduceren zijn houten vloerplaten toegepast. De installaties zijn in deze holle vloeren opgenomen en bereikbaar via plaatselijk verwijderbare stroken. Hoewel de betonnen ondervloer slechts 7 centimeter dik is, bleek dit voldoende voor de toepassing van betonkernactivering.
Het water van het IJ wordt opgepompt en ingezet voor verwarming en koeling via een warmtepomp. De klimaatgevel vormt een buffer tegen warmte in de zomer en koude in de winter. De buitenhuid bestaat geheel uit beweegbare glaslamellen. Deze zijn per gevelsegment traploos te openen tot negentig graden horizontaal. Doordat de stand van de lamellen per segment kan verschillen, ontstaat een levendig en plastisch gevelbeeld dat afhankelijk van het weer en het tijdstip van de dag verandert.
Het constructief ontwerp van de glasgevel is zorgvuldig afgestemd op een zo transparant mogelijk beeld. Minimale U-profielen klemmen de glaslamellen op de uitzetconstructie, waardoor de gevel geheel van glas lijkt. De uitzetconstructie lijkt samen te vallen met de verticale profielen van de onderconstructie die door het glas nauwelijks waarneembaar zijn.
Het glas is aan de landzijde en op de hoeken voorzien van een puntraster ten behoeve van de zonwering. Om het juiste effect te krijgen is het raster getest in een mock-up aan de gevel. Hieruit bleek dat de aluminium kleurige punten in fel zonlicht wit oplichten en daardoor een ongewenst prominent gevelraster genereert. Antraciet met een blauwe punt blijft wel donker in het zonlicht, terwijl het zicht naar buiten optimaal blijft.
Aan de waterzijde was geen zonwering nodig. Ten behoeve van een zuivere glascontour is het dakranddetail ook in glas uitgevoerd door de bovenste lamel visueel om te zetten. De luchtspouw tussen de buiten- en de binnengevel is geheel afgedekt met een naar het dak aflopende glasplaat. Ter plaatse van de vloeren is de spouw overbrugd met een stalenroostervloer die is opgelegd op aan de hoofdconstructie bevestigde consoles.
De binnengevel bestaat uit geprefabriceerde grenen puien met een moduulmaat van 1.91 meter. Vaste verdiepinghoge pui-elementen zijn telkens gekoppeld aan een element met een draaiend glasdeel in een aluminium profiel. Ook hier is veel zorg aan de uitwerking besteed en is het esthetische effect zorgvuldig getest. Het houtwerk is afgewerkt met een blanke matte lak met een fractie wit om het transparante effect van de glashuid niet te verstoren.