De opdrachtgever van de Bruder-Klaus-kapel in Wachendorf, gelegen bij Mechernich, had geen idee wie Peter Zumthor was. Boer Hermann-Josef Scheidtweiler was de naam tegengekomen in een lokale krant als de architect van het Aartsbisschoppelijk Diözesanmuseum in Keulen en had hem een brief gestuurd met de vraag of hij een plan wilde tekenen voor een kapel ter ere van zijn beschermheilige. Een uitzonderlijk verzoek aan een sterarchitect die doorgaans hoogwaardige architectuur ontwerpt tegen aanzienlijke honoraria. Het feit dat Bruder Klaus een landgenoot en de lievelingsheilige van zijn moeder was, deed Zumthor uiteindelijk besluiten om de opdracht toch aan te nemen.
Door te kiezen voor een lowtech maar arbeidsintensieve constructiemethode wist Zumthor de kosten te drukken en tegelijkertijd het ontwerp een plek te geven in de gemeenschap en de omgeving. Het rooien van de dunne boomstammen die de bekisting vormen voor het interieur, het storten van het beton en het verassen van de stammen in een drie weken durend vuur, werden allemaal ondernomen door familie en vrienden van de boer.
Het mystieke levensverhaal van de heilige is vertaald naar een ontwerp waarin de vier elementen water, vuur, aarde en lucht een belangrijke rol spelen. Door de stammen van de interne bekisting weg te branden, is een grotachtig interieur ontstaan dat zich op spectaculaire wijze opent naar de hemel. Wie omhoog kijkt, ziet tegelijk de hemel en de sterren. Deze laatste worden gevormd door glazen ogen die in de uiteinden van de achtergebleven holle afstandhouders van de bekisting zijn geplaatst. De brandlucht en het water dat via de luchtschacht naar binnen valt, maken deel uit van het programma.
Tijdens de bouw heeft Zumthor zelf een paar maal de handen uit de mouwen gestoken. Toen de werkzaamheden voorbij waren zag hij af van zijn honorarium voor de geleverde diensten. Het geeft de bijzondere positie aan die de kapel inneemt in zijn oeuvre. Zumthor is een architect die in zijn werk moeilijke thema's behandelt als emotie, atmosfeer en geheugen. Vanwege het paviljoen-achtige karakter van de kapel kon hij zijn architectonische denkbeelden nagenoeg zonder verlies van integriteit kwijt in de bouwmassa. Licht, kleur, textuur, ruimte en zelfs geur zijn functionele onderdelen van de architectuur, doordat ze de zintuiglijke ervaring van het programma versterken.
De kapel is een bedevaartsoord geworden voor gelovigen, maar ook voor architecten op zoek naar zingeving. Wie de moeite neemt om af te reizen naar dit kleinood in de Eifel, zal aan den lijve ondervinden dat architectuur in staat is om voorbij het tastbare en zichtbare de ziel te raken.