Farum Midtpunkt is feitelijk het eerste tastbare bewijs van de ontwikkeling binnen de Deense woningbouw. Een ontwikkeling die geënt is op het idee om de aantrekkelijkheden van het vrijstaande huis deel te maken van de volkswoningbouw. De woningen met elk minstens één terras en de woonomgeving met veel besloten ruimten en een duidelijke scheiding van voetgangers en autoverkeer vormen een hechte eenheid.
Situatie en verkeer
Aan de noordzijde van Farum, ruim 20 km boven Kopenhagen, stond een ongeveer rechthoekig terrein ter beschikking. De lengte- as van deze rechthoek is noord-zuid gericht en de oostelijke begrenzing wordt gevormd door een autoweg. Op dit terrein zijn de 1360 woningen gerealiseerd in 24 woonblokken en 3 blokken die ook nog andere activiteiten herbergen. Al deze blokken hebben hun lengteas ook noord-zuid. In dwarsdoorsnede zijn de woonblokken - vier rijen van zes - trapeziumvormig.
De basis hiervan wordt in beslag genomen voor parkeerruimte, die per rij woonblokken via een oost-westverbinding midden onder de blokken door ontsluiting geven naar de westelijk gelegen secundaire weg. Centraal op de
eerste woonlaag is er een inpandige gang of binnenstraat, die weer noord-zuid loopt. Juist waar de woonblokken in langsrichting worden onderbroken, bevindt zich de oost-westverbinding voor voetgangers en fietsers, op een paar plaatsen zelfs verruimd tot pleintjes. Deze lay-out garandeert een volkomen scheiding van verschillende verkeerssoorten.
Gemeenschapsgedachte
Een van de specifieke kenmerken van de woningbouw in Farum Midtpunkt is het bevorderen van de gemeenschapszin. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de tweemaal per woonblok voorkomende hobby- of speelruimte voor gezamenlijk gebruik, grenzend aan de binnenstraat. Deze ruimten worden gebruikt als beschermde omgeving voor spelende kinderen maar fungeren ook als trefpunt voor volwassenen. Veelal is aan de aankleding van deze gemeenschapsruimte af te lezen in hoeverre er belangstelling voor bestaat. Over het algemeen is dit toch wel gunstig. Meestal wordt door omwonenden oud meubilair afgestaan, maar soms is er zelfs van werkelijke inrichting sprake. De ruimten doen kennelijk een beroep op de creativiteit. Eveneens is dit te merken binnen de voorportalen voor de woningen die aan een zijde van de binnenstraat liggen. Deze portalen staan in open verbinding met de binnenstraat en zijn vaak uitbundig beschilderd of versierd. Een zeer positief gevolg hiervan is de vergroting van de herkenbaarheid.
Terraswoningen
De in drie woonlagen gebouwde terraswoningen zijn naar grootte onder te verdelen in drie typen. De kleinste woningen, type C, komen alleen op de eerste woonlaag voor. Ze zijn steeds aan de oostzijde van de binnenstraten geprojecteerd en beslaan een breedte gelijk aan één standaard moduulmaat van 6,30 m. De terrassen van deze woningen zijn met hun breedte van ongeveer 1,50 m de kleinste en vangen de zon voornamelijk ’s morgens. De woningen van het type A op de eerste woonlaag liggen westelijk van de binnenstraat en beslaan een dubbele moduulmaat van 12,60 m. Direct aan de gang zijn in een travee het voorportaal en twee bergingen gemaakt, terwijl de andere travee drie bergingen bevat. De bijna vierkante ruimte die dan overblijft, is opgedeeld in een L-vormige woning en een terras van ca. 6 bij 6 meter. De grotere oppervlakte van deze terrassen maakt ze langduriger bereikbaar voor de zon, hoewel men er toch vooral in de middag profijt van heeft.
De oppervlakte van de C-woningen, die vooral worden bewoond door alleenstaanden of onvolledige gezinnen, bedraagt 54 m2. De woningen van de typen A en B zijn beide ongeveer 130 m2 groot. Vooral de terrassen van type A geven door hun omsloten ligging een grote vrijheid en privacy.
De rij gebouwen die aan de westzijde de wijk beëindigt, laat de begane grond maar gedeeltelijk open. Naast gewone woningen bevinden er zich onder meer een aantal woningen voor invaliden, een kindertuin, wasserij, restaurant en een familiehotel. Op een aangrenzend terrein wordt voorzien in de behoefte aan schoolaccommodatie.
Om deze woningbouw met wijkvoorzieningen in de sociale sector te kunnen realiseren, worden overigens veel individuele huursubsidies gegeven. Een huurgewenningsbijdrage was er aanvankelijk voor iedereen. In feite betekent dit dat de te betalen huur bij het betrekken kunstmatig laag was en men tevoren wist dat in een paar jaar naar een reëler huurniveau zou worden toe gewerkt. De huur wordt echter steeds bepaald aan de hand van de gezinssamenstelling en het gezinsinkomen. Het merendeel van de bewoners betreft jonge gezinnen.
Constructie
Het belangrijkste materiaal voor de terraswoningen is beton. Het skelet bestaat uit kolommen, waartussen op de begane grond kan worden geparkeerd, voorgespannen prefab-balken en scheidende, dragende dwarswanden. Heel bijzonder is de toepassing van platen Cortenstaal voor isolatie en bekleding van het geheel. Dit geeft de gehele wijk een roestig aanzien, en vooral bij regenachtig weer is het erg donker. Met deze roestige kleur is een poging gedaan om aansluiting te vinden bij de omringende vegetatie.