Het Dallas Theater Center, dat opdracht gaf tot de bouw van het theater, heeft haar faam vooral te danken aan het feit dat ze in haar voormalige onderkomen, een haveloze hangar, vele kostbare manuren besteedde aan het transformeren van de ruimte om te komen tot originele mise-en-scènes. Het nieuwe theater moest hetzelfde karakter hebben als de hangar, maar moest tevens een oplossing bieden voor het financiële aspect van de kostbare transformaties. Om dit mogelijk te maken heeft Koolhaas de theatertypologie op zijn kant gezet. De horizontale opzet, waarbij entree, foyer, repetitieruimtes en dergelijke zijn gegroepeerd rondom de hoofdzaal, is verlaten voor een verticale stapeling. Alle functies zijn ondergebracht in een toren van elf bouwlagen met een voetafdruk van 35 bij veertig meter. De zogenoemde ‘performance chamber’ op de begane grond is het kloppende hart van het gebouw. Hieronder bevinden zich de ontvangstbalie en de bar. Het ondersteunende programma, waaronder de oefenzaal, het naaiatelier, de educatieafdeling en de vergaderzaal, zijn in de toren opgenomen.
De nieuwe configuratie dwingt de bezoekers van het theater tot een ongebruikelijk parcours. Vanuit de verdiept aangelegde entree moet een grote openbare ruimte worden overgestoken met een aanzienlijke hellingshoek (een gevouwen hellingbaan maakt het hoogteverschil overbrugbaar voor gehandicapten). Vervolgens ontsluiten een trap en enkele liften de theaterzaal. Met een vrije hoogte van tien meter en aan drie zijden volledig verglaasd, neemt deze zaal het volledige vloerveld van de toren in beslag.
Aan de buitenkant is de aluminium gevelbekleding een subtiele verwijzing naar een theaterdoek. De buizen zijn samengeknepen op plekken waar natuurlijke lichtinval nodig is. Zo gaat de gesloten gevel subtiel over in verticale lamellen die opgaan in het totaalbeeld van de façade. Ook het interieur is sober. Schoon beton en aluminium zetten de toon, citroengeelgroene kleuren zijn toegepast voor de stoelen van de theaterzaal en de infrastructurele ruimtes. De uiteenlopende hoogtes van deze ruimtes zorgen voor onverwachte visuele verbindingen. Door de spaarzame openingen in de gevel kunnen deze doorzichten een gevoel van isolement oproepen. Afhankelijk van de kijkrichting kan de blik worden gevangen door een repetitie of door werkzaamheden in het naaiatelier. Het gevoel deel uit te maken van een hecht theatergezelschap wordt hierdoor versterkt.
In de klassieke hoefijzervormige opzet is het theater geschikt voor het maximale aantal bezoekers. Maar dankzij een aantal mechanische foefjes is vrijwel elke theateropstelling mogelijk. De balkons kunnen richting het midden worden geschoven of worden opgetakeld tot aan het plafond. De stoelen in de zaal zijn met de hand verplaatsbaar en kunnen in de vloer worden opgeborgen. De toneelvloer kan met de hand worden verhoogd of verlaagd. Zo kan het toneel in het midden van de toeschouwers worden opgebouwd of de hele vloer in beslag nemen voor bijvoorbeeld een dansvoorstelling. De constructie die door het hele gebouw zichtbaar is, is bedacht om deze eenvoudige transformatie van zaal en toneel mogelijk te maken en om verdiepingshoge beglazing aan te kunnen brengen. Door de transparantie is er een directe link tussen interieur en exterieur, iets wat in een oogwenk teniet kan worden gedaan door een systeem van verduisteringsgordijnen.
Alle constructieve en technische beslissingen hebben ervoor gezorgd dat het aanpassen van de ruimtelijke configuratie economisch en snel kan geschieden. Tien personen kunnen binnen één dag de hele zaal ombouwen. Dit biedt de theatermaker en de regisseur een uitgebreid palet aan experimenteermogelijkheden. Ook kunnen opstellingen worden gerealiseerd uit vervlogen tijden, zoals middeleeuwse kraamvoorstellingen, of het Elizabethaans theater. Voor de liefhebbers van ‘mooie architectuur’ en icoongebouwen is het Wyly theater wellicht een teleurstelling. Het is een machine die maar één functie dient: het doorontwikkelen van theatrale concepten. De openheid van de theaterverdieping heeft geleid tot een complexe draagstructuur die door het hele gebouw zijn sporen achterlaat. Zes betonnen kolommen worden op tweederde van de hoogte gestabiliseerd door een stalen frame. Door vier kolommen diagonaal te plaatsen zijn de hoeken van de performance chamber vrijgelaten. Er is vrijwel geen enkele plek in het gebouw waarin de draagconstructie niet herinnert aan het feit dat het Wyly niet meer is dan een hangar die primair dient als huisvesting voor een complex theaterlaboratorium.
Als prototype zou het recept voor het Wyly overal ter wereld navolging kunnen vinden. Door het polyvalente karakter van de zaal kan het denken over het wezen van het theatrale spektakel verder worden gebracht en wellicht ook worden beïnvloed door andere culturele domeinen - Vertaling Sander Woertman.