Masterplan KEMA-terrein in Arnhem door Meyer en van Schooten

Door Ed Melet - De prijsvraag-inzending voor de Prix de Rome 1990 vorm de de ommekeer in het werk van Roberto Meyer en Jeroen van Schooten. Hun deelname vloeide voort uit een evaluatie van werk. Het succes van de door hen ontworpen winkelinterieurs had zich blijkbaar tegen hen gekeerd. Winkeleigenaren vragen immers veel meer om een decor dan om architectuur. Bovendien moet een decor na drie jaar zijn investering terugverdiend hebben om vervolgens vervangen te worden door één dat beter aansluit bij trends. Die vluchtigheid vraagt snelle, vaak oppervlakkige gebaren, die ook doordrongen in het werk dat Meyer en Van Schooten in die periode realiseerden. In zijn artikel over de orthodontistenpraktijk in Alm ere stelde Egbert Koster nog dat zij zich in het verleden schuldig hadden gemaakt aan architectonisch effectbejag.'

Het 55 ha grote Kema-terrein bij Arnhem is alleen al qua verschillende landschappen uniek. De op Engelse tuinen geïnspireerde Den Brink en Mariëndaal vloeien over in de Hes-uiterwaarden en de Rosandepolder. Een visie over hoe er precies met dit enorme gebied omgesprongen moest was eigenlijk nooit ontwikkeld. Daar waar nieuwe kantoren nodig waren, werden nieuwe kantoren gerealiseerd. Daarnaast trachtte men krampachtig het prachtige geaccidenteerde landschap van den Brink over te planten op de andere gebieden.

Reorganisatie en samenwerking met andere bedrijven waren de aanleiding voor de huidige directie om aan Roberto Meyer en Jeroen van Schooten te vragen een masterplan te ontwikkelen voor dit bedrijvencomplex. Zij hanteerden hierbij dezelfde methode als bij het ontwerpen van een gebouw. Zoals in de gebouwen de diverse functionele onderdelen duidelijk van elkaar onderscheiden zijn zo heeft elk gebouw zijn eigen uiterlijk en zijn de verschillen in landschappen aangescherpt. Representatieve gebouwen mogen niet ogen als laboratoria, laboratoria niet als testhallen. Daarnaast moet Den Brink minder intensief bebouwd worden. De gebouwen in dit gedeelte moeten veel meer paviljoens in het groen worden. Gezien de grote leegstand in de huidige gebouwen is dit goed mogelijk. In dit gedeelte worden de representatieve functies samengebracht, terwijl in de Hes kantoren en kleine testlaboratoria komen. Ten gevolge van de ad-hoc planning uit het verleden werd de routing in het park niet alleen steeds onlogischer, maar kende ook geen continuïteit meer. Bovendien ontstonden op de meest vreemde plaatsen parkeergelegenheden. Om de samenhang tussen de gebieden te vergroten hebben Meyer en Van Schooten een aanpassing van de infrastructuur voorgesteld, heel duidelijk aangegeven dat nieuwe gebouwen langs de nieuwe, doorlopende routing moeten komen te liggen en parkeerplaatsen aan de gebouwen te koppelen, zodat deze onderdeel vormen van de architectuur. Als voornaamste architectonische randvoorwaarden voor de toekomstige gebouwen stellen zij dat de bebouwing horizontaal gelaagd moet zijn en het kleurgebruik ingetogen, waarbij vooral natuurlijke materialen als metaal, staal, glas en natuursteen gebruikt mogen worden.

Lees ook: Gebouwen KEMA-terrein in Arnhem door Meyer en van Schooten