Na uitgebreid overleg met Unilever, de City of London en English Heritage (de Britse monumentenzorg) is Kohn Pedersen Fox Associates aan de slag gegaan. In het nieuwe ontwerp moest het monument worden behouden, tegelijkertijd moest het voldoen aan de technische en ruimtelijke eisen die aan een hedendaagse werkomgeving worden gesteld. Dit had een complete reorganisatie van de interne structuur, circulatie en indeling van de acht bovengrondse verdiepingen tot gevolg. Het nieuwe ontwerp viert het credo ‘openheid, transparantie, licht, zichtbaarheid en flexibiliteit'. De kantoren waren vroeger rondom vier lichtkokers gerangschikt. Deze kokers zijn vervangen door één groot atrium met een glazen gevel op het westen. Slechts gescheiden door een wand van enkel glas is de kantoortuin opnieuw rond dit atrium gelegd. De modernistische esthetiek van het oorspronkelijke ontwerp weerklinkt, volgens de projectarchitect van KPF, John Bushell, in de bouwkundige taal van het atrium.
Van het oorspronkelijke gebouw is de Portlandkalkstenen gevel gehandhaafd. Met uitzondering van een strook van 10 meter, die de halvemaanvormige gevel ondersteunt, is het oorspronkelijke staalskelet van Unilever House gesloopt. Het projectteam heeft gezorgd dat zowel de sloop als de nieuwbouw zo duurzaam mogelijk zijn uitgevoerd.
Vanwege de inzet voor het hergebruik van het materiaal afkomstig uit het gebouw, de beperking van de hoeveelheid afval tijdens de bouw én het waar mogelijk betrekken van bouwmaterialen uit de regio, ontving het project een Green Apple Best Practice Award en de National Silver Award in the categorie Building & Construction. Voorafgaand aan de sloop zijn herbruikbare materialen, zoals de tinnen art deco liftpanelen van Eric Gill, de travertijn wandbekleding, maar ook de schouwen, het houten meubilair uit de directiekamer, de lambrisering, de art deco verlichtingsarmaturen en 5000 vierkante meter parketvloeren verwijderd. Deze zijn voor zover mogelijk hergebruikt in de nieuwbouw of op een andere plek toegepast. Vervolgens is meer dan 6000 ton staal en 17.000 kubieke meter beton verwijderd. Ook dit materiaal is gerecycled. Hiermee is ongeveer veertig procent van de oude constructie verwijderd. De constructie van het nieuwe Unilever House vormde een uitdaging voor de bouwkundig ingenieurs. Na de sloop moest tegelijkertijd worden gewerkt aan de nieuwbouw en aan het resterende deel van het gebouw. Deze was vanwege het ontbreken van de achterliggende draagstructuur instabiel geworden. Het slaan van heipalen voor de nieuwbouw was hierdoor geen optie. Arup stelde voor om hiervoor in de plaats caissonfunderingen toe te passen. Deze kunnen worden uitgegraven zonder dat de omgeving hier last van ondervindt.
In overeenstemming met de resterende oudbouw, is in de nieuwbouw een staalskeletconstructie toegepast in combinatie met composietvloeren. In het atrium, dat het hoogtepunt vormt in het interieur, bepalen slanke stalen kolommen de ruimte. Deze verrast bezoekers die vanaf de Victoria Embankment via de heropende centrale entree het gebouw betreedt. De gerestaureerde art deco foyer is een historische toespeling op het nieuwe gebouw. Voorbij de soliditeit van de met travertijn beklede passage treft de bezoeker de onbegrensdheid van een kathedraalachtige ruimte. Het atrium is 28,6 meter breed, 30,5 meter lang en 36,8 meter hoog. Hiervandaan verzorgen centrale liftschachten, bruggen, balkons en de zogenoemde ‘Flying Carpets' toegang tot de kantoorverdiepingen. Via roestvast stalen stangen hangen deze informele pauzeplekken aan de vier kolommen vanaf de vijfde tot achtste verdieping in het atrium. Ze zijn ten opzichte van elkaar gedraaid, zodat ze elkaar niet overlappen en de indruk wekken te roteren. Via bruggen zijn ze toegankelijk vanuit de kantoortuinen. Dit structureel en formeel vertoon doet in niets denken aan de bekende Britse hightech-retoriek. Integendeel, de knooppunten en bevestigingspunten zijn even ingehouden als functioneel.
Een van de wonderbaarlijkheden van het verbouwde Unilever House is het materiële contrast tussen de gesloten structuur van de historische stenen gevel en de helderheid en lichtheid van de nieuwe kantoorverdiepingen in staal en glas. De interieurvoorstellen zijn gebaseerd op de wens de organisatorische leesbaarheid van de plattegrond te herstellen en daglicht door het gehele gebouw te laten stromen. Alle verdiepingsvloeren zijn geheel open en slechts afgescheiden van het atrium door een enkelglazen wand die doorloopt tot de achtste verdieping. Hier heeft KPF het restaurant, de speciale eetkamers en de vergaderruimtes gesitueerd. Deze bieden een grandioos uitzicht over Londen. Om te zorgen voor voldoende daglicht is in de westgevel van het atrium een structurele vliesgevel van 865 vierkante meter geplaatst. Deze zou door zijn verfijnde detaillering, de slanke glazen windstijlen en raamstijlen niet misstaan als de voorgevel van een willekeurig kantoorgebouw.
Achter de monumentale gevel van Unilever House gaat een compleet vernieuwd hoofdkantoor schuil. Ondanks de monumentale uitstraling ontberen de medewerkers in geen enkel opzicht het comfort of de voorzieningen van een modern gebouw. Het recyclen van de materialen en objecten uit de oudbouw geeft de nieuwbouw direct een historische lading. Voor de verkrijging van BREEAM, een Brits toetsingssysteem voor duurzaam bouwen, speelden het behoud en het recycleren van dit verleden een even grote rol, als de inspanningen die zijn geleverd om het een energiezuinig kantoor te maken. De BREEAM, kende het de kwalificatie ‘uitstekend’ toe. Het Unilever House vormt een uitgebalanceerde synthese van het beste van twee werelden, van het verleden en de toekomst.
Vertaling InOtherWords, D'Laine Camp