Er is nog werk aan de winkel

Er is nog werk aan de winkel

Afgelopen week belden Frans Bevers, ontwerper, adviseur en docent op het gebied van interieurarchitectuur en tentoonstellingsontwerp, en ik elkaar om de laatste schoonheidsfoutjes uit het artikel over de nieuwe vaste opstelling van het Centraal Museum Utrecht te halen. Bevers complimenteerde me over het feit dat de Architect de laatste weken aandacht besteed aan tentoonstellingsarchitectuur. Het blijft een onderbelicht onderdeel binnen de sector.

Intrigerend, want uit de gesprekken die ik voer met ontwerpers over dit subject krijg ik mee dat ze in deze “behapbare” schaal en tijdelijke aard net ontwerpvrijheid ervaren. Er is meer ruimte voor experiment. Dat heeft o.a. het ontwerpbureau Dérive gedaan voor het Amsterdamse architectuurcentrum Arcam. Voor het eerst in hun carrière ervaren ze een opdrachtgever die hen expliciet vraagt om ‘zo inclusief en toegankelijk mogelijk’ te ontwerpen. Deze vraag hebben ze beantwoord door te werken met kleurcontrasten, lichtinval, afwerking van materialen en de juiste afmetingen voor rolstoelgebruikers, mensen met een visuele en/of fysieke beperking. 

‘Hoe ervaar jij inclusief en toegankelijk ontwerpen binnen de museale sector?’, vraag ik aan mijn vader, tevens architect en persoon met een visuele beperking. ‘Zonder begeleiding zijn er veel musea ontoegankelijk. Het begint al bij de vaak glazen entreedeuren.’ Mijn vader bepleit dat inclusiviteit en toegankelijkheid inherent hoort te zijn aan (tentoonstellings)ontwerp. ‘Maar er is nog veel werk aan de winkel. De termen inclusiviteit en toegankelijkheid zijn momenteel zo hip dat ze misschien hun doel wat voorbij lopen.’ 

Bevers beaamt. Hij kaart de grote ontwerpverschillen in de museale sector tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Volgens hem is het in het VK not done dat mensen met een visuele en/of fysieke beperking via de achterdeur zich toegang moeten verschaffen. Nu ben ik benieuwd naar het Nederlandse beleid. Hoe is de regelgeving binnen de museale sector? 

Heb je hier hersenspinsels over en/of ben je ervaringsdeskundige, ik hoor het graag! Laat het me weten op charlottethomas@vmnmedia.nl. 

Veel leesplezier gewenst!

Woningbouwblok Erasmusveld door Workshop architecten. Beeld Anna Odulinska

De baksteen is oer-Hollands

Ik ben een baksteenliefhebber en daarom een fan van de jaarlijkse Brick Masterclass. Dit jaar was het extra leuk omdat het sprekers-event met baksteenexperts als Jan Peter Wingender, Lieven Nijs en Dirk Somers werd gehouden in de Faculteit Bouwkunde in Delft. In de pauze kon ik weer even door de gangen dwalen van mijn oude faculteit.

Van Maerlantlyceum. Beeld Lucas van der Wee

Op maat van de gebruiker

Twee woonhuizen en twee educatieve gebouwen illustreerden de afgelopen maand de meerwaarde om de gebruiker centraal te zetten in een ontwerpproces.

BeursBourse. Beeld Sébastien Bez

Een biermuseum en een gesamtkunstwerk

Net voor de bouwvakantie bezocht ik op de valreep twee keer de verbouwing van de Brusselse Beurs door Robbrecht en Daem. Eenmaal stond ik voor gesloten deuren en observeerde ik het gebruik van de imposante trappenpartij als geliefde ontmoetingsplek, en de andere keer kon ik genieten van het weidse stadszicht vanaf het dakterras.

Celsius in Eindhoven, een van de genomineerde projecten voor de ARC24 Stedenbouw Award. Beeld Buro Lubbers

Stedenbouw is vooral gemeenschapsbouw

Voor de zomervakantie reed de redactie door heel Nederland om de nominaties voor de ARC24 Awards te bezoeken. Als secretaris van de ARC24 Stedenbouw Award mocht ik met de onafhankelijke jury mee, die getrakteerd werd op een goed verzorgde rondleiding van de betrokken bureaus. De jury nomineerde: Plan Celsius in Eindhoven door Buro Lubbers en Tarra Architectuur en Stedenbouw, Kerckebosch in Zeist door wUrck architectuur stedenbouw landschap en De Hooge Riet in Ermelo door H+N+S landschapsarchitecten.