(Beoogde) aanpak
De plannen ontstonden in samenspraak met de bewoners. De bewoners spraken met de ontwerpers over hoe zij er al jarenlang elke dag wonen, toekomen, wat ze zien en hoe ze de woningen gebruiken. Op die manier stuurden zij het ontwerp op elke schaal, van de stedenbouwkundige opzet tot de woningplattegrond. Het nieuwe plan put dus inspiratie uit de bestaande toestand, maar verbetert het op belangrijke punten, zoals de woningtypologieën, de ontsluiting en de relatie tot de omgeving.
Duurzaamheid
De rationele opzet van het gebouw zorgen ervoor dat materiaalgebruik tot een minimum wordt beperkt en dat het gebouw niet alleen op huidige, maar ook op toekomstige vragen een antwoord biedt. Daarnaast – en dat is misschien wel even belangrijk – zijn het mooie gebouwen, vormgegeven met robuuste materialen en met aandacht voor een rijke detaillering. Het gebouw geeft gestalte aan de overtuiging dat gebouwen die mooi zijn ook lang meegaan, omdat ze niet alleen bewoond, maar ook gekoesterd worden.
Materiaal en techniek
Baksteen speelt een sleutelrol in het project. Het metselwerk geeft de gebouwen zowel een eigentijds als tijdloos karakter. De gevels bestaan uit rood bakstenen metselwerk, met gele bakstenen kozijnen die de ramen en ingangen markeren. De kopgevels bevatten speelse patronen van gele baksteen, waarmee de blokken zich van elkaar onderscheiden. De balkons liggen buiten het gevelvlak. Ze zijn aan de onderzijde afgeschuind en hebben afgeronde hoeken.
Maatschappelijke impact
De bewoners van de oorspronkelijke blokken werden nauw betrokken bij het ontwerp. Zij stuurden het ontwerp op elke schaal, van de stedenbouwkundige opzet tot de woningplattegrond. Daarnaast werd veel aandacht besteed aan de inpassing in de wijk. Op die manier ontstond een gebouw dat de ambitie heeft om lange tijd deel van uit te maken van de stad, niet alleen doordat het goed in elkaar zit, maar ook doordat het mooi is, en daardoor geliefd.
Fysieke impact
Het ensemble maakt deel uit van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Van Eesteren, op een locatie die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aangeduid is als “wederopbouwgebied van nationaal belang”. Kenmerkend voor deze buurt – en dus te behouden – waren de openheid en de transparantie van de open bouwblokken, de lange zichtlijnen en de groene inbedding. De tuinen in de blokken zijn collectieve tuinen, de groene ruimte tussen de blokken wordt door de hele buurt gebruikt.
Inspiratiebron
De gebouwen zijn geïnspireerd op naoorlogse Scandinavische woningbouw, net als de oorspronkelijke architectuur. Kenmerkend zijn de zacht hellende daken en bakstenen portieken. Net als bij de historische voorbeelden springt het contrast in het oog tussen de sobere volumes en plattegronden enerzijds en de verfijning in de details anderzijds. De oorspronkelijke kunstwerken van Leo Braat zijn gerestaureerd en opnieuw geïntegreerd in de nieuwe bouwblokken.