










Door het coronavirus blijven steden leeg en krijgen een surrealistische aanblik. Onderstaand een aantal impressies.
Samen met Molenaar&Co werkte Happel Cornelisse Verhoeven aan de renovatie van de Antwerpse Fierensblokken, in 1938 ontworpen door de Belgische architect Gustav Fierens. Bouwtechnisch leken de panden na tachtig jaar versleten maar activistische buurtbewoners kwamen in opstand tegen sloop. Happel: 'Als je nu de woonkwaliteit ziet, die hadden we nooit in nieuwbouw kunnen realiseren.'
Zo onopvallend mogelijk opgaan in de omgeving en toch een optimaal uitzicht bieden. Spothut de Joffers, ontworpen door Korteknie Stuhlmacher Architecten, doet het allebei. De folly is zorgvuldig vormgegeven met oog voor gebruiksgemak en detaillering. Verder biedt het ontwerp met duidelijk zichtbare nestkasten ruimte aan de 'kleine natuur' op Buitenplaats Koningsweg in Arnhem.
Henri van Hoeve en Sanne Dijkstra van Vector-i architecten halen de hoofdprijs bij de zesde editie van Folly Art Norg binnen. Het duo heeft volgens de vierkoppige jury de beste folly van de twintig projecten. Zij ontwierpen en bouwden hun folly 'Zoektocht in de bodem' met klei uit het Groninger landschap. Elke steen werd met de hand gemaakt met behulp van studenten van het Alfa College uit Groningen.
De vijftiende Alvar Aalto-medaille is toegekend aan de Belgische architect Marie-José Van Hee. Ze is de eerste (individuele) vrouwelijke architect die de uitreiking in ontvangst neemt. De jury prijst haar breed scala aan projecten, van particuliere woningen tot openbare ruimtes en culturele gebouwen.
Een van de belangrijkste drijfveren van tuinarchitect Mien Ruys was het streven naar kwalitatief hoogwaardige buitenruimten voor iedereen. Haar functionele kijk op groen resulteerde in talloze parken en openbaar groen met een pragmatisch karakter. Een gedachtegoed dat vandaag de dag actueler aanvoelt dan ooit.
De redactie is afgelopen maanden meerdere keren gemaild door enigszins geïrriteerde architecten vanwege artikelen over door hun ontworpen woongebouwen in Amsterdam. De betreffende auteur had een of meerdere kritiekpuntjes gehad op het gerealiseerde ontwerp, vaak over de woonkwaliteit. Waarop de architecten verontwaardigd reageerden dat ze alles eruit hadden gehaald wat erin zat, of zelfs meer.
Hoewel het overheidsdoel van honderdduizend woningen per jaar uit zicht blijft, neemt het aantal woningen jaarlijks met tienduizenden toe. De groeispurt heeft een keerzijde blijkt uit de woonkwaliteit van Amsterdamse nieuwbouwprojecten. Kunnen architecten hun vak nog wel beoefenen?