Het nieuwe Muziekgebouw / Bimhuis aan het IJ in Amsterdam heeft een lange voorgeschiedenis. De voorganger van het Muziekgebouw is de Ijsbreker, een podium voor hedendaagse muziek aan de Weesperzijde in Amsterdam. Jan Wolff, in de jaren negentig directeur van de Ijsbreker en nu van het Muziekgebouw, wilde een uitnodigende zaal die beter is toegesneden op de uitvoering van uiteenlopende soorten moderne muziek. Tegelijkertijd moest het Bimhuis op zoek naar een nieuwe huisvesting omdat de ruimte aan de Oude Schans geluidsoverlast voor de omliggende woningen veroorzaakte. Vanwege het complementaire karakter van beide programmeringen is besloten om ze onder te brengen in één gebouw, dat aan beide instituten een herkenbare eigen identiteit moet verlenen. Later zijn ook het Nationaal Muziekinformatiecentrum en de stichting Gaudeamus aan het programma toegevoegd.
Het gebouw staat op de kop van de Oostelijke Handelskade, aan drie zijden omgeven door water. Het vormt vanaf het stationsgebouw gezien het eerste gebouw langs de nieuwe IJ-boulevard. Deze plaats heeft 3xN, het Deense bureau dat via een Europese selectie de opdracht verwierf, uitgebuit door de oriëntatie een kwart slag te draaien ten opzichte van de andere gebouwen aan de Oostelijke Handelskade. Het Muziekgebouw / Bimhuis staat op een gemeenschappelijke, twee bouwlagen hoge plint die het instituut koppelt aan het naastgelegen hotel in aanbouw, de Passagiers Terminal Amsterdam en het hoofdkantoor van de Dexiabank. Ondergronds verbindt een parkeergarage deze gebouwen ook functioneel aan elkaar.
De ruimtelijke en functionele scheiding van de verschillende programmaonderdelen is doorgevoerd in de hybride constructie. Het Muziekgebouw, het Bimhuis en het kantorenblok voor de muziekstichtingen vormen drie zelfstandige gebouwen met een verschillende constructieve opzet. De gezamenlijke plint herbergt de expeditieruimtes, de repetitievertrekken en de solistenkamers. Het dak voegt de bouwdelen samen tot één gebouw. In een eerder stadium van het ontwerp bood dit dak ruimte aan een extra verdieping, maar in een bezuinigingsronde is het ingekrompen tot een flink gedimensioneerde strook waarin alleen de spanten zitten. Een overstek van 19 meter aan de zuidwestzijde markeert het meest openbare gedeelte van het gebouw, waarin de grote foyer en een café-restaurant zijn gevestigd. Deze bieden een indrukwekkend uitzicht over het IJ en de binnenstad van Amsterdam.
De grote zaal van het Muziekgebouw vormt technisch de meest geavanceerde ruimte. De omhulling van deze zaal mag niet meer dan 15 decibel achtergrondgeluid doorlaten in het interieur. Deze waarde is laag en de realisatie daarvan wordt bemoeilijkt door de centrale ligging naast het spoorwegemplacement, de intensief bereden U-boulevard, de aanleggende cruiseschepen bij de passagiersterminal en de aanvliegroutes voor Schiphol. Daarom is de grote zaal uitgevoerd als een ‘doos-in-de-doos’ constructie met een eigen fundering die door de plint steekt. De buitendoos is vervaardigd van in het werk gestort schoonbeton.
De vloer is door een rondom lopende dilatatievoeg van 5 millimeter losgehouden van de omliggende constructie. De binnendoos bestaat uit een staalconstructie die op ongeveer 2 meter van de buitendoos is geplaatst. De tussenliggende spouw biedt plaats aan de installaties en de roostervloeren voor het onderhoud.
![Muziekgebouw / Bimhuis in Amsterdam door 3xN](https://vmn-dearchitect.imgix.net/uploads/2020/05/architect_2005_06_0076-1.jpg?auto=compress%2Cformat&fit=scale&h=686&q=50&w=1024)
Het ‘pièce de résistance’ van de zaal zijn het plafond en de vloer, die beide beweegbaar zijn. Boven het vaste grid van stalen vakwerken waaraan de verlichting en de toneelvoorzieningen hangen, bevindt zich een tweede plafond dat zover kan worden opgehesen dat het volume van de zaal verdubbelt. Hierdoor is de nagalmtijd te manipuleren en is de zaal geschikt voor uiteenlopende soorten muziek. De vloer kan door bewegende delen worden veranderd van een vlakke vloer voor popconcerten tot een getrapte vloer met een podium voor hedendaagse klassieke muziek. Doordat de buitendoos volledig is ingesloten door de glazen buitengevels, is het omgevingsgeluid in het interieur verder teruggebracht.
Voor de concertzaal van het Bimhuis gelden minder zware akoestische eisen omdat hier meestal versterkte muziek ten gehore wordt gebracht. Deze zaal steekt als een apart bouwdeel door de glazen gevel naar buiten. Omdat het Bimhuis zich hoog boven de grond bevindt, is gekozen voor een droge bouwmethode van deels geprefabriceerde stalen spanten met kanaalplaatvloeren. Het Bimhuis wordt gedragen door twee poten in het hoofdgebouw, waarvan de rechter is geïntegreerd in een liftkoker en door een portaal met schoren om de horizontale krachten op te vangen. In een eerder ontwerp was het de bedoeling om alleen een V-vormig spant toe te passen, maar nadat constructeur Han Krijgsman van ABT twee dunne, extra kolommen op de hoeken voorstelde, veranderde architect Kim Herforth Nielsen ze in een fors gedimensioneerd portaal. De concertzaal bevindt zich in de kop van het bouwdeel. Door een glazen achterwand hebben de luisteraars tijdens concerten een panoramisch uitzicht over de spoordijk op de binnenstad van Amsterdam. Slechts in enkele gevallen wordt het zicht belemmerd door een zwart gordijn.
![Muziekgebouw / Bimhuis in Amsterdam door 3xN](https://vmn-dearchitect.imgix.net/uploads/2020/05/architect_2005_06_0080-1.jpg?auto=compress%2Cformat&fit=scale&h=850&q=50&w=1024)
1 APP dakbedekking; 2 isolatie onder afschot; 3 dampdichte folie; 4 stalen dakplaten 15% geperforeerd; 5 vakwerken; 6 isolatie 30 mm; 7 cementplaat 15 mm; 8 isolatie; 9 stalen C-profielen; 10 dampdichte folie; 11 cementplaat 15 mm; 12 stalen profiel vliesgevel; 13 aluminium dekprofiel vliesgevel; 14 stalen C-profielen 200 mm; 15 stalen rooster; 16 stalen profiel HE240A; 17 stalen profiel IPE200; 18 stalen profiel IPE160; 19 stalen profiel HE240A; 20 stalen profiel IPE180
De constructie van de kantoorvleugel bestaat uit een skelet van geprefabriceerde betonnen balken, kolommen en gevelpanelen. Deze opzet is conventioneel, maar om het architectonische ontwerp te kunnen realiseren zijn enkele verbijzonderingen aangebracht. Zo moet het kantorenblok los van de plint blijven. Om die reden zijn de uiteinden van het kantorenblok uitgevoerd als overstekken, die worden gedragen door stalen schoren op alle bovenliggende verdiepingen. Verder staan alle kolommen een meter achter het gevelvlak om ze in het gevelbeeld afwezig te houden. Deze plaatsing komt niet overeen met het stramien in het onderliggende expeditiegebied, waardoor op die plek grote betonnen spanten nodig zijn.
Het Muziekgebouw / Bimhuis heeft meerdere referenties naar eerder werk van 3xN. Zo doet het rechthoekig omgevouwen dak denken aan het Oceanarium in Hirtshals (DK) uit 1999 en brengt het opgetilde doosvormige volume van het Bimhuis het hoofdgebouw van DGI in Vingsted (DK) uit 2003 in herinnering. Het gebouw doet daardoor Deens aan, maar staat tegelijk vanzelfsprekend op zijn Amsterdamse locatie doordat het deze ten volle benut. De lichte en uitgestrekte foyer geeft de bezoeker het gevoel zich in de buitenlucht te bevinden. Geholpen door het enorme terras aan het water, gelegen op het zuidwesten en met uitzicht over het IJ en het centrum van Amsterdam, zal het gebouw zich snel een vaste plaats verwerven in het culturele leven van Amsterdam.