Toelichting Marlies Rohmer Architecture & Urbanism
Het Vossius Gymnasium, een late verstrakte versie van de Amsterdamse School en Rijksmonument, ondergaat een transformatie. Onder de binnenplaats worden – 9 meter verdiept - twee wedstrijd-sportzalen van 7 meter hoog gebouwd. De sportzalen met lift worden voorzien van daglicht via drie daklichten, die bovengronds omzoomd zijn met banken.
De toegang tot de sportzalen met lift is opgenomen in een aanbouw, die tevens studieruimte en aanverwante ruimtes herbergt. Deze aanbouw – met geïntegreerde plantenbakken - is symmetrisch ontworpen tussen de twee achteringangen van het hoofdgebouw. De aanbouw opent het- aan de pleinzijde vrij gesloten -gebouw naar de binnenplaats.
Eigentijds antwoord
De architectuur vormt een eigentijds antwoord op de Amsterdamse School Architectuur: robuust geornamenteerd metselwerk met een spel van symmetrie en asymmetrie. Keramische gevelstenen – beschilderd door leerlingen- met afbeeldingen van een vosje en luchtroosters zijn als ornamenten in het patroon opgenomen. Er is gekozen voor een genuanceerde grijzige baksteen, die aansluit bij de kleur grijs van de bestaande dakvlakken.
De opstanden van het drietal daklichten van de ondergrondse sportruimte zijn in hetzelfde metselwerk uitgevoerd. Aan de straatzijde bij het monumentale hek (dat behouden blijft) is een rij nieuwe bomen teruggebracht in een lange bak van metselwerk. De bak heeft twee verhoogde uiteinden, die exact aansluiten bij de verhoogde koppen van de muur. Achter deze verhogingen worden de containers uit het zicht gehuisvest. De fietsen die voorheen alle op het plein stonden, worden in de kelder ondergebracht middels een nieuwe toegang die opgenomen is in de aanbouw.
Aansluiting bij bestaande situatie
De twee voormalige (gestapelde) gymzalen, waarvan de onderste aan het plein al een prachtige reeks ramen heeft, worden getransformeerd tot kantine met erboven onderwijsruimtes. Het plein - met voorheen gesloten gevels- wordt met de nieuwe kantine, de nieuwe aanbouw met studieruimte, de toegang naar de sport en de achter entree als tweede voorentree het nieuwe hart van het gebouw.
De bestrating van het plein – dat opnieuw is ingericht – verhult door het baksteenpatroon de positie van de kelder, terwijl in de dikke zandlaag erboven nieuwe bomen wortelen en een groene oase ontstaat. Het interieur - waar hout de boventoon voert - bestaat onder meer uit een aantal ingrepen met massieve plato-wood wanden en objecten, zoals de lange wand in de kantine met alle kluisjes erachter, een nieuwe conciërgeruimte, een extra trap om de zolder te ontsluiten. Ook dit materiaalgebruik sluit net als bij de buitenkant aan op de robuuste materialisatie van de bestaande situatie.