Ter hoogte van Haarlem is het Spaarne verrassend breed. Op de winterdag dat ik er ben, varen er echter niet veel boten. In de zomer is dat totaal anders, vertelt Hetty me, een van de drie wachters die vier bruggen over het Spaarne bedient. Dan wordt de rivier druk bevaren door plezierjachten en omdat zeiljachten op deze ‘staandemastenroute’ hun masten niet hoeven te strijken, gaat de brug vaak open. En als de bouw weer aantrekt, is het hier ook druk met zand- en grindschepen op weg naar Katwijk.
In tegenstelling tot veel andere steden worden in Haarlem de bruggen niet centraal bediend, maar nog steeds geopend door een legertje brugwachters. Ze houden kantoor in het naast de Melkbrug gelegen Melkhuisje. Vanuit dit brugwachtershuisje in de bocht van de rivier hebben ze een 270 graden uitzicht en reppen ze zich op de fiets naar de andere bruggen. Verder delen ze folders uit aan de toeristen die een bezoek brengen aan de stad. Maar zegt Anke, een van de andere brugwachters, het huisje nodigt ook uit om het samen heel gezellig te hebben.
In 2013 schreef de gemeente Haarlem een prijsvraag uit onder jonge architecten uit de regio voor het ontwerp van het nieuwe brugwachtershuisje bij de Melkbrug. Het exemplaar uit de jaren zestig was na een brand aan vervanging toe. De opdrachtgever wenste van het nieuwe ontwerp een bijzondere uitstraling en een grotere duurzaamheid. Marjolein van Eig, toen nog werkzaam bij Inbo, won de prijsvraag. Met haar ontwerp ’t Melkhuisje liet zij in de laatste ronde waarin het publiek mocht stemmen, haar concurrent Johan Selbing Architecture achter zich.
De opgave lijkt op het eerste gezicht van een betrekkelijke eenvoud, maar dat is slechts schijn. In het gebouw zijn immers zowel een transformator als de kantoorruimte voor de brugwachters opgenomen. Daarnaast staat het op een punt waar verschillende verkeersstromen elkaar kruisen. Behalve voor de scheepvaart is het voor de duizenden fietsers en voetgangers die hier jaarlijks passeren, een belangrijk oriëntatiepunt. Ook had de architect te rekenen met tal van randvoorwaarden. De belangrijkste hiervan was dat de goothoogte van het pand de vijf meter niet mocht overschrijden, terwijl de maten van de transformatorruimte vastlagen op drie bij drie bij drie meter. Bovendien moest het huisje gebouwd worden op de bestaande fundering. Van Eig loste dit probleem op door een compact volume te maken waarin de ruimte voor de brugwachter boven de lagere entree is gemaakt, zodat voldoende verdiepingshoogte mogelijk is. De overige elementen grijpen als puzzelstukken in elkaar. Vanuit het kantoor leidt bijvoorbeeld een kleine trap naar de keuken, die onder de nok van negen meter ligt.
Naast deze functionele oplossing besloot Van Eig het huis een alzijdig karakter te geven. Gebouwen hebben meestal een voor- en achterkant, maar dat was op dit stedelijke knooppunt een minder voor de hand liggende oplossing. Vanwege de situering van de transformatorruimte zou het belangrijkste aanzicht een dichte gevel krijgen. Om dit te ondervangen heeft de architect de groene toegangsdeur de hoek omgetrokken. Daarnaast is rond het raam van het toilet een ruimer kader gemaakt. En om het gebouw een meer elegante verschijning te geven, springt de gevel in de hoogte tot twee maal toe terug. Van Eig bereikt zo een boeiende oplossing voor het probleem dat de expressie van de architectuur geen vertaling kan zijn van het interieur. Voortbouwend op beelden en middelen die al bestaan, heeft ze een gebouw gemaakt met een nieuwe, maar nog altijd herkenbare vorm. Dit refereert in zijn verschijning aan het idee van huiselijke geborgenheid en beschutting. Het melkhuisje combineert zo feilloos technische functionaliteit met veelzeggende architectuur. Dit keert terug in het groene kleurgebruik dat refereert aan het koper dat vroeger werd toegepast in waterbouwkundige werken. Volgens de architect geeft deze oude kleur, in dit geval de kleur bleekgroen (RAL 6021), een net even ander beeld dan de huizen eromheen. De kleur is ook in het interieur toegepast, op een manier die is ontleend aan het Huis Sonneveld te Rotterdam. Zo had de kleur groen, als het pand ’s avonds wordt aangelicht, opnieuw kunnen terugkeren in het stadsbeeld. Het Melkhuisje is geheel van baksteen. Alleen zo maakt het onderdeel uit van de kade en de omliggende huizen, meent de architect. Om het idee te ondersteunen van een alzijdig object dat je afhankelijk van waar je bent of heen gaat steeds weer anders ziet, is het metselwerk in reliëf gemaakt. De gevels veranderen daardoor gedurende de hele dag onder invloed van licht- en schaduwwerking. Bijkomend voordeel is dat het huis goed bestand is tegen mogelijk vandalisme. De eerste 3d-graffitiartiest heeft zich althans nog niet gemeld.
Behalve dat het huisje verkeersstromen begeleidt, lopen ook stromen door het huisje heen. Het hemelwater wordt afgevoerd door een groene regenpijp die niet uitmondt in het riool maar anderhalve meter is doorgetrokken en afvoert op de rivier. Minstens zo origineel is de inpassing van de pv-leien op het dak. Tot deze oplossing besloot de architect, toen noch panelen noch folie tot bevredigende oplossingen bleken te leiden. Het circulaire denken dat de architect hanteerde, is niet alleen herkenbaar in de keuze van de baksteen of in de toepassing van vlaswol in plaats van steenwol in de spouwen. In Haarlem bedienen de brugwachters de bruggen en hebben ze bovendien een toeristische functie. Om deze reden zijn ze behouden en worden de bruggen niet centraal bediend. Toch valt dit laatste voor de toekomst niet uit te sluiten. Het Melkhuisje is daarom zo gemaakt dat er betrekkelijk gemakkelijk een vakantiewoning van valt te maken.
Met dit project levert Marjolein van Eig na de theekoepel op landgoed De Overplaats in Heemstede waarmee ze in 2014 de Abe Bonnemaprijs won, haar tweede kleinschalige project op. Dit ontwerp vormde de aansporing voor Van Eig om haar eigen ontwerppraktijk op te zetten. Het resultaat dat we nu in Haarlem kunnen bekijken, laat zien dat dit een goede beslissing is geweest. Marjolein van Eig lijkt klaar te zijn voor het grotere werk dat zich de komende tijd ook voor haar zal aandienen.
Zie ook: Nominatie ARC16 Architectuur Award ’t Melkhuisje Haarlem door BureauVanEig