Het pand is in de jaren twintig ontworpen als kinderdagverblijf volgens voor die tijd vooruitstrevende inzichten over gezondheid van kinderen, gebaseerd op rust, reinheid en regelmaat.
Het programma van eisen van de Tinteltuin vroeg om een open-deurenbeleid, omdat samenwerking mogelijk zou moeten zijn tussen twee groepen en de groepsleiders met elkaar in contact zouden moeten blijven. Ook dienden de afmetingen van de groepsruimtes op de begane grond de mogelijkheid te bieden voor een flexibele groepsindeling, waarmee op de veranderende vraag van kinderopvang kan worden ingespeeld.
Lucht en ruimtelijkheid
Een van de belangrijkste ingrepen van Elffers Van der Veen Urbanova Architecten is het openen van het gesloten gebouw. Ingrepen, zoals het zichtbaar maken van de kapconstructie, het verhogen van plafonds naar de oorspronkelijke hoogte en doorbraken tussen verschillende ruimtes, geven het gebouw meer lucht en ruimtelijkheid.
Zicht op het park
Het uitzicht en de relatie met het aangrenzende Florapark is versterkt door zichtlijnen te creëren waardoor vanuit alle ruimtes direct contact is met buiten. De besloten patio met deels overdekte speelzone is door glazen deuren verbonden met het erachtergelegen speelterrein. Deze locatie is te gebruiken door zes groepen en grenst aan ruime buitenspeelplaatsen en terassen.
Verzachten
De monumentale elementen van het gebouw zijn door de interieurarchitecten gehandhaafd. Het kleurgebruik en een gietvloer met bloemmotief verzachten het strenge karakter van de verkeersruimtes met de bestaande okergele en zwarte tegels. In twee groepsruimten is de kapvorm zichtbaar gemaakt en ontstaat er ruimte voor een speelobject. Op speelse wijze en met een opvallend kleurgebruik zijn losse elementen met speelvloeren en keukens toegevoegd.