Deze en afgelopen week zijn we relatief goed doorgekomen, zegt Gijs van den Boomen, creatief directeur van Kuiper Compagnons. Zijn bureau werkt met Teams en maakt voor het projectwerk waarbij het aankomt op creatieve interactie, gebruik van Zoom. De effectiviteit hiervan was in de eerste week nog niet optimaal, omdat iedereen nog druk bezig was alles in te regelen. Het is nog steeds niet gemakkelijk, aldus Van den Boomen. Kleinere organisaties en gemeentes zijn volgens hem niet gewend om via dit soort programma’s te werken. Maar hoewel de productiviteit nog niet is wat die moet zijn, kan iedereen wel werken.
Voortgang processen
Voor Van den Boomen is het in de komende tijd de grote vraag of men processen durft door te zetten. Helemaal gerust is hij er niet op. Want hoe organiseer je bijvoorbeeld de participatie? Is het mogelijk om digitaal met de raad te vergaderen? Hoe doe je een bewonersavond? Maar ook op de vraag wat de corona-crisis betekent voor de economische kant van de plannen, zal de komende tijd een antwoord gevonden moeten worden.
Woningnood
Van den Boomen verwacht een tijdelijke vraaguitval. De achterliggende demografische dynamiek blijft echter onverkort aanwezig. De woningnood is een nijpend probleem en hij verwacht dat deze nood tijdens de crisis verder zal oplopen. In stedelijke gebieden zijn onvoldoende woningen beschikbaar. Door de pauze die nu wordt ingelast, zal dat tekort alleen maar groter worden.
Nationaal programma woningbouw
Dit onderstreept de noodzaak van een nationaal programma woningbouw, aldus Van den Boomen. Zo’n programma zou zich moeten richten op urgente opgaven en manieren van samenwerken. Hierbij zijn betaalbaarheid en bouwsnelheid, alsmede duurzame en gezonde woningen op de juiste plek de sleutels. Niet alleen graag een minister van VROM, maar graag ook volkshuisvestingsbeleid en graag van deze tijd.
Samenwerking
Van den Boomen waarschuwt ervoor niet terug te keren naar een top-down aansturing vanuit een planbureau. Hij ziet veel meer in een atelier dat grote opgaven als woningnood, landbouw en energie op integrale wijze aanpakt, in nauwe samenwerking met maatschappelijke stakeholders. Ook de markt dien je hierbij te betrekken. Straks is snelheid geboden, dan heb je de uitvoerende partijen hard nodig.
Ordening van de ruimte
Een Rijksbureau voor kwaliteit van de leefomgeving ziet Van den Boomen niet meteen als de juiste oplossing. Zo’n Rijksbureau vindt hij niet meer van deze tijd. Maar de achterliggende intentie om het rijk weer een rol te laten spelen in de ordening van de ruimte onderschrijft hij. Alleen zul je dit samen moeten doen, aldus Van den Boomen. Bovendien moeten mensen het belang ervan onderkennen en dien je ze mee te krijgen. De ateliervorm is daarvoor de aangewezen vorm.
Skydiven in eigen navel
Op de bijeenkomst waarop het Rijksbureau werd gelanceerd, was ook de Vlaamse Bouwmeester Leo van den Broek aanwezig. Hij schijnt gezegd te hebben dat de Nederlandse ontwerpwereld grote kans maakt om wereldkampioen skydiven in eigen navel te worden. Van den Boomen vindt dat we deze waarschuwing ter harte moeten nemen. Je moet niet te intern zijn gericht, en het ruimtelijke ontwerp inzetten als verbindende factor. Ook kunnen ontwerpers helpen bij de uitvoering van urgente programma’s door deze te koppelen aan lange-termijnperspectieven voor het hele land.
Funding vanuit overheid
Een arena dus waar goede ideeën worden gelanceerd en uitgewerkt, maar waar wel structuur in zit. De funding van dit atelier zou moeten komen vanuit overheid en betrokken stakeholders, waaronder beleggers en ontwikkelaars, maar ook organisaties als Natuurmonumenten. Als de overheid hiervoor een uitnodiging verstuurt, acht hij de kans van slagen groot. Het belang voor maatschappelijke partijen om samen een actieprogramma voor de woningbouw en andere grote opgaven te maken is immers groot.
Ideale mix
Verwacht Van den Boomen dat de stedelijke vraag als gevolg van de corona-crisis zal veranderen? Sociale onthouding lijkt op gespannen voet te staan met de congestie van de stad. Van den Boomen onderkent dat het laatste fenomeen op dit moment in toenemende mate op problemen stuit. In een normale situatie biedt congestie grote voordelen. Maar zegt Van den Boomen, in Nederland kennen we een ideale mix. De wenselijk geachte dichtheden zijn tegelijkertijd het maximum in de plannen. Zelf woont hij met veel plezier in een huis met voldoende buitenruimte. Ook enige zelfvoorzienendheid en meer aandacht voor de robuustheid van onze systemen acht hij wenselijk. Dat vraagt allemaal ruimte.
Meer groen, minder dichtheid
Hij denkt dat de kracht van de metropool weer terug komt, zodra de crisis achter de rug is. De vraag naar stedelijke ruimte is wereldwijd een door welvaart aangedreven fenomeen. In ons land verwacht hij dat er een wens zal komen naar meer groen, minder dichtheid en meer aandacht voor een gezond stedelijk leven. Ook zullen grotere zekerheden moeten worden ingebouwd ten behoeve van voorzieningen en productie. Het kan niet anders of het ruimtebeslag zal dan opnieuw groter worden.
Open opties
Van den Boomen is benieuwd wat de effecten van deze trends zullen zijn. Zo vraagt hij zich af of intercontinentaal vliegen weer terug zal keren op het niveau waar het voor de crisis lag. Samen met Fakton deed hij een studie naar de mogelijkheden van Schiphol op Zee/Schiphol-Stad. Wellicht is de noodzaak daarvan straks minder groot. Het is van belang dat de aansturing van ruimte en land flexibel is en dat je kunt bijsturen. Van den Boomen wil het maar gezegd hebben: een vergezicht of langetermijnperspectief behoort altijd opties open te houden. Dat is wat nu maar weer eens blijkt.