Op 13 mei 2000 legde een grote vuurwerkexplosie de wijk Roombeek in Enschede voor een groot deel in puin. In de decennia daarvoor kampte Enschede met de gevolgen van de teloorgang van de textielindustrie. Ondanks talloze initiatieven1, kwam in de stad weinig tot stand. De vrijkomende fabrieksterreinen werden vooralsnog ingenomen door groothandel en kleinschalige bedrijvigheid. De wederopbouw van de getroffen wijk bood nieuwe kansen. Hierbij speelden wethouder Roelof Bleeker, supervisor Pi de Bruin van de Architekten Cie. en Peter Kunzli, directeur van het projectbureau, een belangrijke rol.
De herstructurering van Roombeek houdt het midden tussen een getrouwe reconstructie van het vroegere stadsdeel en de aanleg van een nieuwe stad in verschillende onderdelen. Zo is het oude stratenpatroon zo veel mogelijk gehandhaafd, een besluit dat is ingegeven door de bestaande eigendomssituatie en het recht op terugkeer van de door de ramp getroffen bewoners. Ook is in het noordelijke deel het water van de voormalige Roombeek teruggebracht. In het oostelijke plandeel bood de voormalige bedrijvenconcentratie echter ruimte voor nieuwe bestemmingen en verkavelingen.
Pi de Bruin ontwierp een ruimtelijk kader voor een rijk geschakeerde wijk, met een mengeling van woon- en werkfuncties die typisch voor Enschede zou zijn. Het raamwerk wordt gevormd door de Roomweg die voor de gelegenheid is verbreed, het oude spoorwegtracé naar Oldenzaal, dat in de nabije toekomst een HOV-traject wordt, en de drie bleken die hier samenkomen. Rondom het punt waar de Roomweg en het HOV-traject elkaar kruisen, vormt zich het centrum van de wijk, waar de belangrijkste voorzieningenclusters liggen. In Roombeek zijn 1500 woningen teruggebouwd. Langs de Museumlaan liggen in een tuinwijkachtige setting villa's, ontworpen door architecten van naam. Aan het tracé zijn grachtenpanden gerealiseerd die niet alleen door hun naam doen denken aan de bekende reeks particuliere woonhuizen in Borneo-Sporenburg in Amsterdam. Elders is een getrouwe reconstructie van het historische hof Roomveld ondernomen. En op de kruising van de Roomweg en het spoor ligt het gebouw van CKA, dat op een eigentijdse wijze de stijl van de Amsterdamse School verder brengt.
Anders dan de woningen die in een gemiddelde Vinex-wijk niet zouden misstaan, zijn de culturele gebouwen vormgegeven als brandpunten. Voor een belangrijk deel is daarbij gebruik gemaakt van de bestaande fabrieksgebouwen die zijn behouden of onderdeel zijn geworden van nieuwbouw.
Zo zijn in de Roozendaal een museum, galerie, ateliers en woningen ondergebracht, op basis van een ontwerp van SeARCH Architects.
Ondanks de wens de wijk in zijn oude glorie te herstellen en gemengde woonmilieus te realiseren, is de mengeling beperkt gebleven tot voorzieningen en woningen. Voor bedrijven is vooralsnog geen ruimte. Het nieuwe Roombeek is in die zin een opgeschoonde versie van de oude volkswijk.
Gezien het grote enthousiasme dat iedereen voor Roombeek aan de dag legt, kan het eindresultaat alleen maar tegenvallen. Dat geldt zeker niet voor de openbare ruimte, waaraan veel aandacht is besteed. Op het punt van samenhang scoort de wijk desondanks niet hoog, een gevolg van de toegestane vorm van particulier opdrachtgeverschap. Dat is opmerkelijk gezien de grote aandacht die aan de beeldregie is besteed.
De incongruentie tussen openbare ruimte en bebouwing creeert een zeker surreëel effect. Als men op de hoogte is van de vuurwerkramp en het proces dat daarop is gevolgd, zal men dit effect zeker onderkennen en begrijpen. Maar voor wie hier totaal onbekend mee is, blijft Roombeek een raadsel.