Toelichting NEXT architects
Windesheim is een landgoed van ongeveer 660 hectare gelegen nabij de gelijknamige kern in Overijssel, iets ten zuiden van Zwolle. De geschiedenis van het landgoed dateert terug tot in de veertiende eeuw. Het bijbehorende park werd in 1789 ontworpen door de Nederlandse landschapsarchitect Jacob Otten Husly.
In het hart van de buitenplaats bevinden zich de overblijfselen van Huis Windesheim, een oude havezate. De historische gebouwen op het terrein, maar ook de monumentale hekwerken, bruggen en de tuinen en tuinornamenten daaromheen zijn als Rijksmonument beschermd.
De nieuwe bruggen zijn ontworpen met een moderne visie en hedendaagse middelen, maar in de geest van het historische landgoed. De locatie van de oorspronkelijke bruggen is bekend en uit een handschets van Husly kan zijn intentie voor het ontwerp afgelezen worden. Het is daarentegen niet bekend of de bruggen daadwerkelijk gerealiseerd zijn en of ze overeenkwamen met het ontwerp uit de schets.
Om deze reden is voor een nieuw ontwerp gekozen, dat aansluit bij de specifieke locatie van de verschillende bruggen uit het plan van Husly. De bruggen vormen in ontwerp en vormgeving een familie, maar hebben tegelijkertijd ook allemaal een eigen uniciteit. Zo is er een hoge en een lage variant en zijn er bruggen met één en met twee relingen ontworpen. Tevens is het landgoed van een bijpassend landhek voorzien.
Sieraden van het landgoed
Met de parkbruggen is een interessante laag van ‘tuincieraeden’ aan het landgoed toegevoegd in de stijl van het romantisch parkontwerp van Husly. De acht nieuwe bruggen zijn belangrijke herkenningspunten op de wandelroute en maken onderdeel uit van het landschap. Door in vorm mee te buigen met de meanderende padenstructuur, begeleiden de bruggen de zorgvuldig geprogrammeerde wandeling.
De ruïnebrug is hierin een uitzondering: deze brugstructuur vormt een uitkijkplatform boven de gracht, die uitzicht biedt op de restanten van het historische landhuis. Een bijzondere locatie waar de verschillende historische lagen zichtbaar zijn. Alle bruggen, op de kleinste na, hebben een geïntegreerd bankje als rustpunt op de route. Door de asymmetrische plaatsing van de bankjes op een aantal bruggen, kan het uitzicht van de toeschouwer tactisch bepaald worden door de oriëntatie van het rustpunt. Hierdoor worden de mooiste plekken van het landgoed uitgelicht.
Inpassing in het landschap
De verschillenden bruggen sluiten qua stijlkenmerken aan bij de Engelse landschapsarchitectuur. In het oostelijke gedeelte van het landgoed, het Engelsche Bosch, zijn sporen uit de rijke geschiedenis grotendeels verloren gegaan. Voor dit gedeelte van het landgoed zijn twee getoogde bruggen gerealiseerd die zicht bieden op het water, waarbij de wandelaar boven het landschap wordt getild.
De bruggen sluiten aan op de padenstructuur met een geleidelijk verloop van het dek en de leuningen. Landschap en brug vloeien in elkaar over. In het noordelijke deel van het landgoed zijn de paden smaller. De bruggen zien hier vormgegeven als een loopplank over het water met een enkele leuning.
Door het gebruik van Cortenstaal verdwijnen en verschijnen de bruggen in het landschap. Enerzijds gaat de bruine roestkleur van het materiaal goed op in het boslandschap, anderzijds is het vrij hard en scherp materiaal dat een contrast biedt met de omgeving. De witte leuningen versterken de tegenstelling en accentueren de bruggen en de belijning. Het dek is voorzien van een geperforeerd patroon dat is gebaseerd op een brug opgebouwd uit houten latten. De gleuven in het dek bieden een kleine doorkijk naar het water en benadrukken de naadloze inpassing van de nieuwe verbindingen in het landgoed Windesheim.