Sinds de Wederopbouw was de Rode Weeshuisstraat in Groningen een bevoorradingsstraat voor het V&D-complex. Met het faillissement van de winkelketen ontstond de kans om de straat opnieuw uit te vinden. De Zwarte Hond tekende voor drie projecten: Het voormalige distributiepand van de V&D is getransformeerd tot The Warehouse, een woongebouw met 24 compacte, luxe appartementen op een plint met winkelruimte. De voormalige V&D is verbouwd tot een complex met retail, horeca en kantoren en heet nu het Groot Handelshuis. Samen met Loer Architecten heeft de Zwarte Hond tenslotte een ontwerp gemaakt voor Mercado, een gebouw met een monumentale plint met daarboven luxe appartementen.
Kawneer was bij alle drie de projecten betrokken bij de keuzes van de aluminium raam-, deur- en gevelsystemen . “Zo is er in The Warehouse voor de optimale transparantie op de begane grond een kozijnsysteem toegepast waarin het glas verticaal verlijmd is. Bij Mercado is gekozen voor de geïntegreerde doorvalbeveiliging waarbij er op een esthetisch wijze is voldaan aan de eisen met betrekking tot doorvalveiligheid, maar tevens maximale transparantie en optimale mogelijkheid tot ventilatie wordt gerealiseerd voor de betreffende woningen”, vertelt Natasja Vink, Architectural Consultant bij Kawneer.
Evenwicht in de binnenstad
Het bijzondere aan het project is dat er een duidelijke stedenbouwkundige visie achter zit. “Het voormalige V&D-gebouw lag oorspronkelijk in de lijn Herenstraat - Grote Markt, zo zat het winkelcentrum in elkaar. Maar met de komst van het nieuwe Groninger Museum in 1994 veranderde de looproute en kwam er een shift naar de westkant. De gemeente Groningen vond toen dat er te weinig loop was aan de oostkant en nam het initiatief tot bouw van het Forum voor het evenwicht. Met het faillissement van de V&D zagen wij dat er aan de noordkant weer een trekker wegviel. Daarom hebben wij een visie opgesteld hoe wij een aantal grote gebouwen programmatisch aan elkaar zouden kunnen verbinden om zo het evenwicht in de binnenstad te behouden,” legt de Willigen uit.
De Zwarte Hond werkt het liefst op die manier. De Willigen: “Goede architectuur betekent voor ons dat het goed is verbonden met de stedenbouw. Daarom werken wij met een stuk of tien partners zodat wij brede kennis kunnen inzetten per project. De samenwerking door de schalen heen maakt ons bijzonder. Met maatschappelijk engagement maken wij dingen die de wereld beter maken.”
Meer glas
Met betrekking tot het oude V&D-gebouw betekende dit de oude glorie en allure van vroeger herstellen met mooie, transparante en chique gevels met veel daglicht binnen voor een ruimtelijke en lichte uitstraling. “Het oude monument bleek vrij makkelijk te verbouwen zonder dramatische ingrepen. Het is een supermooi gebouw uit de jaren vijftig wat heel goed was ingepast in de stad, dus wij wilden er niet te veel aan rommelen. Het moest uiteraard energetischer en de kozijnen deden het niet meer. Bovendien moest er meer glas in. Een warenhuis is eigenlijk gek genoeg altijd vrij dicht. Dat is niet fijn als je daar met je kantoor zit”, vertelt De Willigen.
Meer delen open maken, betekende wel een grote uitdaging. “Het gebouw leende zich wel voor meer glas, maar wij hadden ook te maken met een kunstwerk dat was geïntegreerd in de gevel. We wilden niet te veel inbreuk maken op de kwaliteit van het gebouw. We hebben lang gesproken met mensen van de erfgoedafdeling van de gemeente hoe we dat het beste konden doen. Toen moesten we uiteraard ook zoeken naar middelen om dat architectonisch zo goed mogelijke te doen. We hebben daarom voor aluminium-profielen gekozen omdat we daarmee de dunste profielen konden maken.”
Kawneer was nauw betrokken bij die keuze. “Aangezien de Zwarte Hond specifieke wensen had met betrekking tot de gevel, ben ik al vroeg in het traject betrokken. De wens was om diepte te creëren door middel van een frame dat om de bouwkundige elementen gebouwd werd. Hier is uiteindelijk een oplossing voor bedacht die in samenwerking met gevelbouwer Alraf is gerealiseerd”, vertelt Vink.
De Willigen: “Ik ben er trots op dat we het V&D-gebouw hebben kunnen behouden voor de stad en daar een economisch programma aan hebben kunnen verbinden. Dat is goed voor de samenhang in het centrum. Het mooiste aan de gevel is dat je eigenlijk niet ziet dat deze is veranderd. Ik denk dat zelfs veel Groningers het verschil met vroeger niet kunnen aanwijzen.”
Dit artikel is gesponsord door Kawneer.