1Woningen in Hoevelaken door Jan Verhoeven (1978/2)

Door Cees Zwinkels - 'Wat we steeds doen is het zoeken naar een verhouding tussen het individu en de gemeenschap', zegt Jan Verhoeven tijdens een gesprek over een nieuw groepje woningen in zijn woonplaats Hoevelaken. Dat zoeken is herkenbaar in de drie projecten die Verhoeven er gebouwd heeft. Gemeenschap èn individu zijn - ieder voor zich, maar steeds onafscheidelijk - hoekstenen van zijn ontwerp-benadering. In de drie generaties Verhoeven-woningen in Hoevelaken zien we daarbij een ontwikkeling die gericht is op een steeds sterkere benadrukking van het individu binnen de gemeenschap. Met name het groepje van 5 woningen vertegenwoordigt een duidelijke weergave hiervan.

Al is de hierboven genoemde ontwikkeling van de verschillende generaties afleesbaar, het is bepaald geen ontwikkeling langs een rechte lijn. Zoals trouwens weinig bij Jan Verhoeven langs een rechte lijn verloopt. De benadering van gemeenschap en individu als onafscheidelijke twee-eenheid is natuurlijk slechts één aspect bij het ontwerpen van een groepje woningen. Vergelijkenderwijs kunnen ook expressie, openheid en gegevens voortvloeiend uit de situatie als maatstaf gekozen worden.
Nadat in 1965-1966 Verhoevens eigen woning werd gebouwd (oorspronkelijk twee woningen en 'n atelier, nu - na uitbreiding — in gebruik als één woning annex architectenbureau) werden in 1968 de eerste 10 woningen gebouwd van w at hier als eerste generatie wordt beschouwd. Deze woningen zijn tot ver buiten onze landsgrenzen bekend geworden. Ze zijn experimenteler dan veel andere woningen die wel het gelijknamige predicaat kregen. In 1971 is een aantal van 25 woningen van overeenkomstig ontwerp aan het eerste groepje toegevoegd; 18 ervan zijn ruim er en hebben een patio. Op een aangrenzend stuk grond zijn in 1975 weer 12 woningen gebouwd, ditmaal naar een geheel ander ontwerp. Deze zijn te beschouwen als de tweede generatie. De Internationale Architectuurprijs van Eternit, categorie woningbouw werd er in 1976 aan gegeven. Nu de jongste fase, ofwel de 3de generatie; deze bestaat uit één cluster van 5 woningen, stedenbouwkundig ondersteund door twee woningen die vrijwel tegelijkertijd aan de andere kant van de straat Bijenvlucht zijn gebouwd.

1Woningen in Hoevelaken door Jan Verhoeven
Doorsnede

Expressie

Bekijken we de drie generaties woningen naar de wijze waarop zij zich manifesteren dan zou je van een intervalontwikkeling kunnen spreken. De eerste generatie is met zijn rechthoekige dakopbouw (verdieping) welke boven de borstwering grote ramen heeft aan drie zijden of geheel rondom en het daar vrij ruim overheen stekende dak een opvallende, aandacht-trekkendezeg m aarextroverte verschijning. Het zijn hier de geleding van de begane grond en de stedebouwkundige schakeling die voor voldoende privacy zorgen. D egroepvan 12 daarentegen, is alleen al door zijn vorm de beslotenheid zelve. Beslotenheid in de openbare ruim ten w ordt er dan ook nog geboden door de wijze van schakeling: voornam elijk halve cirkels

Van beide typeringen komen weer elementen voor in de derde generatie, het groepje van vijf. Met elkaar vorm en ze vijf-achtste van een cirkel. Ze sluiten dan een semiopenbaar gebiedje in dat een zeer geleidelijke overgang van buiten naar binnen vormt. Wie daar niks te zoeken heeft gaat er niet heen. Tenzij men nieuwsgierig is naar de architectuur, hetgeen goed denkbaar is omdat de buitenkant nogal gesloten is. Een beetje burchtachtig: je moet binnen zijn (geweest) om een compleet beeld te kunnen samenstellen. Wel is dit groepje van vijf veel expressiever dan de tweede generatie. Ten dele zal dit verband houden met de situatie, een vooruitgeschoven perceel dat bijna voor driekwart direct aan de openbare weg grenst. Vormelementen als de omhoog doorgetrokken woningscheidende wanden geven het complex een geleding die schaalverkleinend werkt. Ze wekken de indruk de functie van brandscherm te hebben, zoals die voorkom en bij 18e- en 19e-eeuwse woningen in de steden. Op die plaatsen waar ze puur als scherm voorkomen maken ze een wat onbeholpen indruk als er links en rechts een schoorsteenpijp naast staat, welke in het historische voorbeeld in de wand zouden zijn opgenomen. Op enkele plaatsen heeft het dakterras 'n overkapping; daar vormt het 'brandscherm ' wel weer een logische beëindiging.

1Woningen in Hoevelaken door Jan Verhoeven
Interieur met vide

Gemeenschapjes

Direct duidelijk aan de buitenkant is dat de derde generatie een gemeenschapje op zich vormt. De voorafgaande groepjes woningen hebben dat ook wel, maar toch in iets mindere mate. Verhoeven; 'We zijn steeds bezig geweest om gemeenschapjes te bouwen. Dat doen we door te verdichten. Die verdichting moet dan niet als nadeel werken, maar als voordeel in sociale zin. Natuurlijk is er ook een economisch voordeel omdat je grondkosten drukt, maar dat is voor ons niet primair.' 'Als je dat doet, moet je wel heel voorzichtig te werk gaan. Het individu mag niet door de gemeenschap verdrukt worden. Feitelijk is het zo, dat des te dichter je op elkaar zit, des te sterker moet het individu zijn. Dat wil zeggen dat de benadrukking van het individu binnen de gemeenschap van toenemend belang is', aldus Jan Verhoeven.

Theater

In het project aan het Hoevelakense Horstpad komt die benadrukking vooral naar voren door het in de hoogte doorschietende trappenhuis, eindigend in de torenkamer. Dat trappenhuis, met zijn grote glaswanden over de volle hoogte, heeft in samenspel met de vide nog een andere functie. Verhoeven: 'Wat al die woningen (ook de eerdere generaties, red.) gemeen hebben is, dat er inwendig een lichtplek komt. Een plek die samenkomst bevordert,
die benadrukt het gemeenschappelijke'. Bij dit thema aangekomen weidt Jan Verhoeven direct uit over de boeiende aspecten van lichtplekken midden in gebouwen. Oude herenhuizen in Amsterdam hadden het, evenals villa's langs de Vecht. 'Het is een Hollandse traditie', aldus Verhoeven. Een klein stapje zijwaarts brengt hem op toneel, muziek en theater. Hij vindt dit onmisbare inspiratiebronnen. In de vijf aan het Horstpad acht hij door de lichtwerking theater-aspecten sterk aanwezig. Verhoeven: 'Als ik een typering zou moeten geven, dan zeg ik: het zijn theaterhuizen.'-
Inderdaad is er een heel specifieke sfeer in de huizen door de combinatie van ruim ten en licht. Het trappenhuis ligt op de begane grond aan de zitruimte waarbij de trap een eindje van de pui staat. Op de verdieping is er boven de zitruimte een vide. En de open trap eindigt bovenaan onder de bekroning van een lichtkoepel. Van daaruit kan het licht dus direct de begane grond bereiken op een centraal gelegen plek van het huis. Iets theatraals zit er wel in.

Fanclub

Jan Verhoeven is een van de zeer weinige architecten die zich mogen verheugen in een soort fanclub. In Hoevelaken is er zo'n club, een vereniging van vrienden van Verhoeven- woningen. Allemaal mensen die willen wonen op een manier zoals Verhoeven m et zijn ontwerpen mogelijk maakt. Dit is natuurlijk één kant van de zaak. Want iemand die zo uitgesproken bouwt als Jan Verhoeven, die heeft niet enkel vrienden. Hij geeft dat best toe. Verhoeven: 'In feite zijn er met alle groepjes woningen die we hier gebouwd hebben wel moeilijkheden geweest. Gelukkig waren er altijd ook mensen die achter onze plannen gingen staan. Met name de Stichting Nieuwe Woonvorm en en stedenbouwkundige Seppen hebben zich ingezet.' Bij het jongste plan is een compromis nodig geweest om de oppositie tevreden te stellen. Een kleine actiegroep (Verhoeven: 'hoofdzakelijk één man') verzette zich tegen de voorgenomen bouw van Verhoevenwoningen aan het Horstpad. Bepaalde lieden hadden op die plek liever een paar bungalows gezien. Toen is bepaald dat er in plaats van de aanvankelijk geplande 7 woningen slechts 5 gebouwd mochten worden. Een zinloos compromis.
Jan Verhoeven vindt het echter nog steeds leuk om in eigen dorp te bouwen. Wanneer je het niet goed doet, heb je het gauw op je brood, is zijn ervaring. Daar staat tegenover dat ook positieve ervaringen van bewoners doorklinken. Duidelijk is dat het zeer veel voldoening geeft als een groep bewoners te kennen geeft dat ze hun woning van die bepaalde architect willen hebben. Wat Jan Verhoeven betreft mogen er dan best mensen zijn die zijn wijkje een beetje spottend 'Verhoevelaken' noemen.

1Woningen in Hoevelaken door Jan Verhoeven
De tweede generatie Verhoeven-woningen bestaat uit een complex van 12. Ze staan op een terrein dat grenst aan dat van de eerste generatie. De woningen zijn hier duidelijk een stuk beslotener. Dit wordt vooral door de sterk afwijkende dakvorm veroorzaakt.

Rijke eenvoud

Een paar maal tijdens het gesprek vraagt Jan Verhoeven zich hardop af: Wat is het, dat mensen in deze woningen aantrekt? Hij begint dan te zeggen het ook niet precies te weten en vervolgt met: 'Ik denk dat de meeste mensen er een stukje van hun eigen emoties in aantreffen. Wonen is immers een uiterst emotionele zaak. In de woningbouw van deze eeuw komt dat er echter maar weinig uit. Een tijd lang is de emotieloosheid ook gewoon opgelegd geweest. Tegenwoordig wordt wel gezegt dat het bouw en de uitdrukking van emotionaliteit bemoeilijkt, men zegt: het is een prijskwestie, maar ik zeg: het is een capabiliteitskwestie.'
Bouwen met gevoelsuitdrukking hoeft niet bepaald duur te zijn. De derde generatie Verhoeven-woningen laat dit nogmaals zien. Al kunnen de vijf woningen niet tot - wat we noemen — sociale woningbouw worden gerekend, ze zijn m et hun inhoud van ca. 550 m3 niet erg duur (f 220.000,- incl. grond). Dat is dan mede te danken aan sober en beheerst materiaalgebruik. Vurehout, rode  baksteen in klinkerformaat en gebakken dakpannen zijn daarbij het meest opvallend. Dezelfde materialen zijn toegepast bij de twee woningen aan de andere kant van Bijenvlucht. Daardoor wordt als het ware een poort gevormd naar die straat.

In de optiek van Verhoeven is een dergelijk materiaalgebruik bij uitstek geschikt om verschillende mensen onder één dak te brengen. Verhoeven: 'Ik heb niks tegen dure huizen. Wel heb ik wat tegen goudkusten, waar iedereen zich zo sterk mogelijk moet afzetten tegen zijn buren. Het is daarbij een foute uitdrukking om mensen in categorieën in te delen naar wat hun financiële draagkracht betreft. Hij doelt daarmee op de bekende indeling van mensen in categorieën als woningwet, premie huur/koop en vrije sector. Uit een oogpunt van discriminatie inderdaad een ongewenste indeling. Jan Verhoeven is er de man niet naar om zo'n situatie dan enkel maar ongewenst te vinden; hij tracht er wat aan te doen. Zoals middels een woningbouwplan waarmee in Nieuwegein gestart is. Daar worden woningwet, premie- en vrije sector in één structuur ondergebracht.
Nogmaals hardop denkend over de argumenten die mensen hebben om door hem ontworpen woningen fijn te vinden, zegt Verhoeven: 'We zijn eigenlijk gewoon subjectief bezig dingen te maken waarvan we menen dat ze goed zijn. Dat doen we met een zo groot mogelijke eenvoud. We streven naar een rijke eenvoud. Dat lijkt misschien tegenstrijdig , maar het is het niet. Je kunt heel goed proberen een woning in eenvoud toch zo mooi mogelijk te maken.'

Lees ook: 1Woningen in Hoevelaken door Jan Verhoeven (1970/6)