Het ontwerp van Aldo van Eyck was van 1960 tot 1991 als weeshuis in gebruik. In 1986 leidde Van Eyck het wereldwijd verzet tegen de voorgenomen sloop van een deel van het gebouw. De aangevraagde sloop- en bouwvergunning werden hierdoor ingetrokken. In 2009 kreeg het gebouw de status gemeentemonument, en in 2014 Rijksmonument.
In 2016 herstelde Wessel de Jonge architecten het burgerweeshuis weer in ere. Betonnen geveldelen werden van coating ontdaan en hersteld, metselwerk gerepareerd en gereinigd en kozijnen geschilderd in de oorspronkelijke kleuren. De koepels werden voorzien van akoestisch spuitwerk, zo konden architectonische details behouden blijven. In samenwerking met landschapsarchitecten van Atelier Quadrat werd de buitenruimte ontworpen, gebaseerd op het oorspronkelijke ontwerp, aangepast aan de huidige eisen.
Ex Interiors ontwierp een interieur dat past bij het sobere karakter en meegaat in het strakke ritme. Betongrijze tapijttegels regelen de akoestiek en sluiten aan bij de bestaande materialen. Scheidingswanden zijn onzichtbaar gedetailleerd. Hier en daar zijn opvallende gekleurde vlakken van akoestische wandpanelen aangebracht, geïnspireerd op het karakteristieke kleurgebruik van Van Eyck. In samenwerking met Architecturea & Natura en Ricky Rijkenberg een aparte ruimte ingericht waar de geschiedenis van het burgerweeshuis wordt verteld.
Een ander belangrijk aspect dat werd meegenomen in de nieuwe inrichting is de kunstcollectie van BPD. Ruim 1000 werken werden door de woningontwikkelaar verzameld. In het gebouw wordt een deel hiervan tentoongesteld, in relatie tot de architectuur. Een aantal kunstenaars werd gevraag mee te beslissen over de exacte plaatsing van hun werk en voor de selectie werd gelet op de behandelde thematiek. Structuralisme, relatie tussen binnen en buiten, kleur en ‘de spelende mens’ zijn leidende onderwerpen in de expositie. Thema’s die aansluiten bij de ontwerpprincipes van Van Eyck.