#1
Steden worden groter en lokaler
Kantoren en kantoorgebieden zijn het afgelopen jaar uitgegroeid tot spookkastelen en -steden, waaruit al het leven is geweken. Het thuiswerken zal ook na de pandemie niet verdwijnen. De verwachting is dat het uitdijt tot 30-40%. Veel bedrijven gaan uit van een scenario waarin mensen twee dagen op kantoor zitten en twee dagen thuiswerken.
Als mensen niet per se dagelijks naar kantoor gaan maar alleen af en toe voor overleg en ontmoeting, dan zal het kantoor veel meer gaan functioneren als het thuishonk van een organisatie. In het ontwerp gaat het dan vooral om de ontmoeting en de sociale ruimte waarin die plaats vindt, en natuurlijk ook over het goed gebruik maken van wat er al is.
De gevolgen daarvan zijn enorm voor het woon-werkverkeer en bovendien voor de verstedelijking. Steden worden niet minder, maar steeds meer belangrijk. Echter dan wel een vergrote stad, een stad die veel groter zal zijn dan wat tot nu toe tot het stedelijke gebied wordt gerekend. Tegelijkertijd zal deze veel lokaler worden gebruikt.
#2
Bedrijventerreinen transformeren in groene woonwerk-gebieden
Het mono-functionele bedrijventerrein is daarmee de ‘next frontier’, de volgende opgave. In de transformatie van leegstaande kantoorgebouwen naar woongebouwen liggen grote kansen.
Een minstens zo kansrijk idee lijkt me het initiatief van Odette Ex van Ex-Interiors om leegstand vastgoed te transformeren naar werkplekken in fl’ex-boxen, met veel groen eromheen. Deze kantoormodules zijn flexibel, makkelijk te (de)monteren, zelfvoorzienend en bieden plaats aan een werkgemeenschap.
De ervaringen van het afgelopen jaar hebben voorts de betekenis van flexibel ontwerp vergroot. Ze onderstrepen het belang van gebouwen die een grote variëteit aan onvoorziene scenario’s aankunnen.
#3
Gemeenschappen van hernieuwbare energie
Het openbaar vervoer kampt met ernstige tekorten. Het is sterk de vraag in hoeverre het zich zal herstellen en weer net zo vol komt te zitten als voor 2020. Bij individueel vervoer zal de verschuiving naar vervoermiddelen zoals elektrische fietsen doorgaan. Natuurlijk komen er veel meer elektrische auto’s.
Steden staan voor de opgave om van wijken en gebouwen gemeenschappen van hernieuwbare energie te maken. Dat kan onder andere door in bestaande gebouwen en wijken te streven naar energie-efficiëntie, door gebruik te maken van hernieuwbare energie om de resterende lage energievraag te dekken (ter plaatse of indien nodig op een externe locatie) en door te streven naar CO2 reductie in nieuwe gebouwen gedurende hun hele levenscyclus.
Onverminderd belangrijk blijft het hergebruik van materialen en gebouwen en het verbeteren ervan door middel van upcycling.
#4
Woningbouwopgave van ongekende proporties
Nederland staat voor een woningbouw opgave van ongekende proporties. Er is echter weinig bouwgrond direct beschikbaar. Door de gevolgen van de coronacrisis kan bovendien de vraag tijdelijk terugvallen.
Grote vraag is in hoeverre deze vraag in bestaande stedelijke gebieden kan worden ondergebracht. Met de verduurzaming van de bestaande voorraad is nog niet echt een begin gemaakt. Het besef groeit dat deze opgave zich goed laat combineren met de renovatie opgave.
De druk op gebieden buiten de steden zal verder toenemen. Mensen zijn op zoek naar inspirerende en eigentijdse woon- en werk omgevingen die ook qua energie, technologie en gezondheid bijdragen aan hun welzijn.
#5
Sociale isolatie en ongelijkheid als grootste uitdaging
Door de pandemie is sociale onthouding het devies. Het versterkt trends die al gaande waren zoals sociale isolatie, grotere ongelijkheid en verspilling. Dit vormt wellicht de grootste uitdaging: vallen deze laatste nog te doorbreken en om te keren?
Zeker zijn er bemoedigende tekens. Bibliotheken zijn bijvoorbeeld veel meer dan boekenpakhuizen en steeds vaker de plekken waar mensen samenkomen en elkaar opzoeken. Hetzelfde kun je zeggen voor parken en pleinen.
Deze ontmoetingsplekken zouden op zijn minst een uitgangspunt kunnen zijn in de toekomstige verstedelijkingsopgave.
#6
Opschalen van innovaties
Afgelopen jaren zien we de opkomst van jonge en slimme bureaus die de traditionele paden willen doorbreken. Ze leveren innovaties die bepaalde delen van de sector verbeteren, maar hebben zich in de praktijk nog niet bewezen als onderdeel van een integrale oplossing. Dat is de grote uitdaging voor 2021.
De teloorgang van de sociale woningbouw in Nederland is een aangekondigde ramp, merkte Bernard Hulsman treffend op. Experimenten als eigenbouw, wild wonen of tiny houses hebben niet kunnen verhinderen dat de Nederlandse traditie van mooie, bijzondere of experimentele sociale woningbouw in het slop is geraakt. Goede voorbeelden, zoals het door Hans van der Heijden in opdracht van Woonstad ontworpen woningblok in de Persoonshaven in Rotterdam, zijn schaars. Echter het veelbelovende project Odeon voor betaalbare gezinswoningbouw door Het Rotterdams Woongenootschap is onlangs door gemeente Rotterdam en Woonstad afgebroken.
Eén zwaluw maakt dus nog geen lente, van opschaling is (nog lang) geen sprake. Het kan wel, zoals honderd jaar geleden Jo van den Broek in Rotterdam, Cornelis van Eesteren in Amsterdam, Bruno Taut in Berlijn en Ernst May in Frankfurt laten zien. Van dergelijke innovaties kunnen we op dit moment alleen dromen, maar wie weet komt het er komend jaar van.
#7
Dingen om naar uit te zien in het nieuwe jaar
Vanzelfsprekend kijken we reikhalzen uit naar alle gebouwen en projecten die volgend jaar worden opgeleverd en die we hopelijk kunnen gaan bezoeken.
In sommige gevallen gaat het om een uitgesteld bezoek, zoals in geval van de renovatie en uitbreiding van het KMSKA in Antwerpen door KAAN architecten en het Depotgebouw in Rotterdam door MVRDV. In andere gevallen betreft het projecten waar we al heel lang naar uitzien, zoals de Mall of the Netherlands in Leidschendam door MVSA, Haut in Amsterdam door Team V, de nieuwe bibliotheken in New York en Washington door Mecanoo, de verbouwing van het Stadhuis in Groningen door HCVA of de Kunstwerf in Groningen van Donna van Milligen Bielke en Ard de Vries.
Naast hoogbouw in aanbouw (bijvoorbeeld het Valley project in Amsterdam door MVRDV, in Rotterdam de Zalmhaventorens door Diederik Dam en KAAN en de Baantoren door Powerhouse) is de grote vraag of komend jaar nieuwe hoogbouw-projecten in aanbouw genomen gaan worden.
Iets dergelijks geldt ook voor de renovatie van de Binnenhof, zij het op een andere manier. Het politieke conflict dat dit project al jaren parten speelt en leidde tot het ontslag van Nederlands beste architecten, is nog altijd niet opgelost. Het valt te hopen dat deze besluiteloosheid niet symbool zal staan voor alles wat in 2021 gaat gebeuren.