Toelichting TenBrasWestinga Architectuur/Stedenbouw en Interieur
Het restaurant bevindt zich in een 1-laags bouwdeel aan de achterzijde van het hotel grenzend aan het oude missiehuis en de kapel. Het heeft een prachtige plek aan de tuin omringd door een oud bos.
Het nieuwe restaurant is met veel aandacht voor maat en schaal toegevoegd aan het historische ensemble. 'Licht & lucht' waren belangrijke uitgangspunten voor deze transformatieopgave. Een glazen paviljoen in de tuin als leidmotief was dan ook een voor de hand liggende keuze. De nieuwbouw opent zich maximaal naar de bostuin toe waardoor het groen als ware naar binnen wordt getrokken.
Het paviljoen is door middel van een atrium ‘los’ gehouden van het missiehuis en de kapel. Op die manier worden de bestaande gevels in ere hersteld en dragen ze sfeervol bij aan het nieuwe interieur. De rijke geschiedenis van het kloosterverleden wordt hier voelbaar.
Het atrium is zowel ruimtelijk als programmatisch een tussengebied. Het fungeert niet alleen als circulatiezone maar kan naar gelang ingezet worden als uitbreiding van het restaurant, servicelounge of break-out zone. Een bijzondere luchtbrug met een bocht brengt de gasten vanuit de nieuw geplaatste glazen lift naar vergaderzalen op de eerste verdieping. De luchtbrug is zodanig geëngineerd dat deze zonder hulpconstructies als zwevend element in het atrium zijn plek inneemt.
De nieuwbouw van glas en staal is modern en minimalistisch gedetailleerd. Hierdoor ontstaat een mooi contrast met de robuuste historische bouwdelen eromheen. Een respectvolle toevoeging aan het klooster complex.
Interieur
Culturele gelijkenissen vormen het uitgangspunt bij het ontwerp van de inrichting van het restaurant, en de toiletruimten in het souterrain. In plaats van de wereld op te delen in verschillen, zijn overeenkomsten verrassender en inspirerend. En vaak onverwachts. Oer-Hollandse klederdracht uit Marken en klassiek Peruaans breiwerk gebruiken dezelfde motieven; Picasso’s zelfportret toont als een Afrikaans stammenmasker; Delfts blauw is even kostbaar als Chinees Porselein; Stoffen van Helmondse makelij staan in de wereld bekend als typisch Afrikaans; De oh zo Hollandse aardappelen met bloemkool eet men in India als aloo gobi; En blauwe ogen zijn niet alleen voorbehouden aan West-Europeanen.
Het ontwerp neemt deze gelijkenissen als leidraad voor het ontwerp. Bij binnenkomst in het restaurant treft de klant een open ruimte ingeklemd tussen het weelderige groen buiten en doorlopende lange, ranke zwarte stalen vakkenkasten als rug. De vakkenkasten zijn open maar diep. Ze transformeren de wanden tot geanimeerde displays met bijzonderheden wereldwijd, maar het doorzicht op het oude bakstenen gebouw blijft behouden.
Placemaking
De open ruimte van het restaurant wordt gedifferentieerd door specifieke placemaking met 6 thema’s uit de hierboven genoemde overeenkomsten. De zes specifieke ‘places’ zijn 3-dimensionale accenten in een universele basis. De basis is sfeervol, maar terughoudend en functioneel. Het open houten lattenplafond en de tapijtvelden werken mee aan de ruimteakoestiek. Het meubilair in de basis is verplaatsbaar naar andere plekken.
De ‘places’ zijn kleurrijk en expressief. Ze verwijzen naar overeenkomsten op onze wereld in het gebruik van materialen, stoffen, kunst en ambacht. De specifieke ‘places’ worden gemarkeerd door verbijzondering van de vloer, door kenmerkende, wereldwijd verzamelde attributen in de vakkenkasten, en meubilair met specifieke vorm en motieven. Het ranke staal van de vakkenkasten komt terug in de vaste en mobiele bars van het restaurant als messing of bronskleurige beplating.
De toiletruimten in het souterrain zijn ook opgevat als een ’place’. Overeenkomstige blauwe motieven in porselein uit Nederland, Portugal en China zijn toegepast op de vloer en verwerkt in het ontwerp van het wastafelmeubels. De wanden zijn bekleed met behang ontworpen door Marcel Wanders.