Blog - Genie versus samenwerking in het collectief
Echo urban design

Blog - Genie versus samenwerking in het collectief

Door Harm Tilman - Architectuur kijkt zichzelf opnieuw in de spiegel. De condities veranderen en nieuwe opgaven nopen tot andere organisatievormen. Samenwerking in het collectief is een opvallend trefwoord in de huidige architectonische praktijk.

Afgelopen week sloot ik een korte serie af over de drie stedenbouwkundige plannen die kans maken op de ARC20 Stedenbouw Award. Vrijwel direct na publicatie werd ik gebeld door een van de betrokken architecten. Wat bleek? Het stedenbouwkundige plan voor ZOHO is gemaakt door een equipe van 5 bureaus. Echo urban design werkte bij de totstandkoming van dit innovatieve plan samen met 4 architectenbureaus.

Zoho, website Stebru

Integrale opgaven

Een plan als coproductie van verschillende partijen, komt steeds vaker voor. De reden? De opgave wordt integraler, landschapsarchitectuur is standaard onderdeel en dat geldt ook voor de adviseurs op gebied van duurzaamheid. De tijd dat een architect of stedenbouwkundige een plan indient en zich omringt met een reeks adviseurs, lijkt achter ons te liggen. Nieuw is dat nu ook in de conceptfase al driftig wordt samengewerkt.

Naamgever in controle

Het lijkt deel uit te maken van een bredere trend waarin samenwerking een comeback maakt aan het architectuur front. Vanaf de jaren 80 maakte het bureau opgang dat werd gevormd rond het genie, annex schepper en dat daar zijn naam aan ontleende. Essentieel was de pretentie dat de naamgever bij werkelijk iedere fase betrokken en in controle was.

Beursgenoteerd bedrijf

Mooiste voorbeeld daarvan vind ik nog altijd Norman Foster. Ofschoon zijn bedrijf Foster + Partners beursgenoteerd is en er 1000 mensen werken, deed hij het in zijn lezingen lange tijd voorkomen alsof hij zelf eigenhandig het gebouw had bedacht, uitgewerkt en gemaakt. Gezien de output van zijn bureau onmogelijk, maar als stijlfiguur werkte het wel. Bovendien was en is het uitermate knap dat zijn signatuur min of meer herkenbaar is in al die productie.

Website van Foster + Partners

Stemming

Inmiddels is een nieuwe generatie bureaus ontstaan die nog maar weinig heeft van de conventionele architectenbureaus. Het is gedaan met de praktijken die zijn opgezet rond een ‘meester’ of een team. Ook de 3/4/5 letterbureaus zoals EGM, OMA of MVRDV die vooral deskundigheid uitstralen, je ziet ze nu maar zelden ontstaan. De huidige bureaus kiezen voor namen die meer een stemming uitdrukken dan een expertise claimen. Denk aan The Cloud Collective, Echo urban design, Assemble, enz.

Websie van MVRDV

Website The Cloud Collective

Samenwerkingsverbanden

Ontwerpcollectieven zijn van alle tijden. Direct na de Tweede Wereldoorlog werden in voormalige DDR grote, anonieme samenwerkingsverbanden opgericht voor de wederopbouw van Berlijn en de andere Oost-Duitse steden. Voor de hand liggend zul je denken, het communisme speelde op de achtergrond natuurlijk een grote rol. Echter ook in Amerika werden dergelijke collectieven opgericht. The Architects Collaborative uit Cambridge, Mass., opgericht door Walter Gropius met zeven gelijkgestemden, is daarvan de meest bekende.

The Architects Collaborative, 1945, opgericht door Walter Gropius (zittend, midden) en 7 collega's

Democratische samenleving

Achterliggend motief was, dat autonome architecten niet in staat werden geacht de bouwproblemen van die tijd op een bevredigende manier op te lossen. Alleen door nauw samen te werken met alle bij het bouwen betrokken disciplines zouden de complexe opgaven van de wederopbouw zijn op te lossen. Op de achtergrond speelden de idealen van een meer democratische en gelijkwaardige samenleving.

Betaalbare woningbouw

Ook in de jaren zeventig staken dit soort collectieven opnieuw de kop op. Het was een tijd waarin betaalbare woningbouw prioriteit nummer een was. Denk bijvoorbeeld aan het werk van Atelier Pro (Den Haag), Architectengroep Van Wijngaarden (Rotterdam), Casa architecten (Amsterdam) of vandkunsten (Kopenhagen) uit die tijd, om er een paar te noemen. Zo ontstonden collectieve bureaus waarin het auteurschap of de signatuur van het bureau er nauwelijks nog toe leek te doen.

Maatschappelijke idealen

Opvallend aan deze naoorlogse collectieven is dat de doelstelling de wereld te verbeteren of veranderen nooit ver weg bleek te zijn. De leden van deze samenwerkingsverbanden deelden vaak dezelfde maatschappelijke en architectonische idealen. Maar minstens zo interessant is dat ze in hun ontwikkeling en groei in toenemende mate te maken kregen met de meer zakelijke kanten van de beroepsuitoefening. Het bleek in toenemende mate moeilijk te zijn collectieve en zakelijke kanten met elkaar te verzoenen.

Ster-architecten

Zeker is dat deze naoorlogse collectieven er niet in zijn geslaagd een alternatief te vormen voor de opkomst van de ster-architecten met hun praktijk van signatuur-gebouwen. Als ze al overleefden, dan was het vaak in de vorm van grote architectuurbureaus met een redelijk conventionele architectuurproductie.

Genie versus samenwerking in het collectief

Met dat laatste is natuurlijk niets mis, maar het zal interessant zijn om de nieuwe collectieven te volgen en te zien of ze erin slagen nieuwe modellen te ontwikkelen en zo te ontkomen aan het dilemma van genie versus samenwerking in het collectief.

Harm Tilman (1954, Rotterdam) is auteur, docent, moderator en zelfstandig redacteur op het gebied van architectuur en stedenbouw. Tot 2021 was Harm hoofdredacteur van het de Architect. Daarvoor werkte hij o.a. als coördinator en docent stedenbouwkunde aan de Academie van Bouwkunst Rotterdam.

Rien Korteknie. Beeld Hanna Veltman

Rien Korteknie: 'De Belgische architectuurcultuur kan leren van de...

Het bureau Korteknie Stuhlmacher ontstond 23 jaar geleden per toeval met een tentoonstelling in Malmö, Zweden. Sindsdien proberen oprichters Mechthild Stuhlmacher en Rien Korteknie 'gebouwen te maken met karakter'. In de podcast 'Over Architectuur Gesproken' vertelt Korteknie hoe ze dit doen, waar de voorliefde voor particuliere woonopgaven vandaan komt en waarom ze aangezien worden als 'een Belgisch bureau'.

Collegezalengebouw door Civic Architects. Beeld Stijn Bollaert

Mooi is een mening

Dynamische gevels, interieurs met een hoge belevingswaarde en woonkamers die een visuele verbinding aangaan met de omgeving; architecten zijn er gek op. Michelle Gulickx noemt het moddertaal: 'zinsneden die zo multi-interpretabel zijn dat je geen idee hebt wat er wordt bedoeld'.

Jelmer Buurma en Sneha Dugar bij het Paviljoen buurttuin Zoete Aarde in Zoetermeer, ontworpen in opdracht van stichting Zoete Aarde, is met kalkhennep en hout door vrijwilligers gebouwd. Beeld Loes van Duijvendijk

Start-up Buurma Dugar Architects: 'Als architect moet je werk toch...

Geen website, een summiere Instagrampagina en slechts wat lokale berichtgeving over hun paviljoen in Zoetermeer. Alles rondom Buurma Dugar Architects heeft iets mysterieus. Wel wisten Jelmer Buurma en Sneha Dugar met het paviljoen door te dringen tot de Next Step Ahead Group van de BNA én sleepten ze een nominatie binnen voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten 2024. Dugar: 'Peter Zumthor heeft ook geen website.'

Beeld David Meulenbeld

Hou op met moddertaal! En ontwerp ook geen 'transparante plinten' meer

Architecten gebruiken volgens Ariadne Onclin en Michelle Gulickx veel onduidelijke termen. Dat leidt tot verwarring en loze beloftes. Ariadne ziet bijvoorbeeld dat 'transparante plinten' al te vaak verworden tot meterslange gevels vol plakfolie. Michelle pleit voor verandering: stop met moddertaal, maar gebruik heldere, toegankelijke taal die het ambacht verdient.