Keijzer noemt drie belangrijke redenen waarom iedere stad een stadsbouwmeester zou moeten hebben. Een stadsbouwmeester is geen ambtenaar maar een onafhankelijk adviseur die er voor alle partijen is, hij of zij geeft niet alleen gevraagd maar ook ongevraagd advies en tenslotte heeft hij of zij als een van de weinigen in de stad een integrale blik.
Op LinkedIn vult Jeroen de Willigen haar lijstje aan met dat stadsbouwmeesters ‘door hun integrale blik ook orde kunnen scheppen in alle wetten, regels en wensen die rondom gebiedsontwikkelingen en projecten gelden. Zo kunnen zij veel projecten versnellen zonder de integrale kwaliteit uit het oog te verliezen, dat lijkt me in deze tijd best wel handig.’
Twee jaar geleden sprak ik een van mijn favo (oud-)stadsbouwmeesters in Europa: Camilla van Deurs, van 2019 tot 2024 werkzaam voor Kopenhagen. Ze vond het een enorme eer dat ze vijf jaar de kans kreeg om het publieke belang in de Deense hoofdstad te dienen. Maar dat kon alleen als ze haar aandelen van haar bureau verkocht – ze was partner in het bureau van Jan Gehl – om volledig in dienst van de stad te werken en zonder er een dubbele agenda op na te houden.
De stadsbouwmeester – én ook de rijksbouwmeester – is in Nederland een parttime adviseur met vaak daarnaast een eigen praktijk – de ene groter dan de andere. Kun je dan wel werkelijk het publieke belang dienen? Volgens Van Deurs niet. Ik ben benieuwd hoe De Haas, Hammarlund Bergmann en Feenstra hierover denken. Ik vraag het ze op 29 januari in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Kom ook!
Groet! Merel
Must-reads week 4 2025
- 29 januari: de Architect x Pakhuis de Zwijger over 'A priori architectuur', het fundament waarop architectuur staat
- 3 redenen waarom elke stad een stadsbouwmeester verdient
- Sterarchitect Santiago Calatrava laat nieuw station Bergen (BE) ontsporen
- De achterdeur van Stepstone door Levs: de verdrietige keerzijde van een winnend woongebouw
- Reimar von Meding: 'Architecten moeten sneller, harder en duidelijker naar buiten treden'