Thijs Asselbergs stapt net uit een Zoom-college. De TU Delft is na de afkondiging van het corona-besluit massaal overgestapt op dit programma en deze week zijn de eerste lessen en begeleidingen via dit digitale programma gestart. Hij is zeer tevreden over de mogelijkheden die deze manier van lesgeven biedt.
Meer focus
Sinds afgelopen week is het architectenbureau van Asselbergs gesloten en werkt iedereen vanuit huis. Asselbergs merkt dat dit invloed heeft op het werk. De gesprekken die je voert hebben veel meer focus, aldus Asselbergs. Het werken wordt intensiever, maar dat vindt hij goed. En het biedt volgens hem voordelen. Ellenlange vergaderingen met koffiepauzes komen niet meer voor.
Reshuffle van portefeuilles
Zijn bureau doet veel woningbouwprojecten voor corporaties en de middendure huur, op locaties als Nijmegen, Hoofddorp en Gouda. Zijn opdrachtgevers zijn pensioenfondsen die investeringen in woningbouw als een goede belegging zien. Deze fondsen zullen ongetwijfeld als gevolg van de corona-crisis hun financiering anders gaan organiseren. In veel woningbouw projecten is gerekend met torenhoge verkoopprijzen en dito bouwkosten, maar die worden niet meer gehaald. De woningmarkt zal door de corona-crisis snel veranderen. Asselbergs voorziet dat veel portefeuilles zullen worden gereshuffeld.
Beroep op de overheid
Asselbergs signaleert dat veel bedrijven en bureaus massaal een beroep doen op de overheid. Ook de BNA ziet de bui al hangen. Te verwachten valt dat zeker kleine bureaus met 2 tot 5 medewerkers het moeilijk gaan krijgen. Zij werken bijvoorbeeld voor particuliere investeerders. Deze zullen de komende tijd sterk naar hun financiële verplichtingen kijken. Het is de vraag of de kleine bureaus voldoende reserves hebben om de komende crisis te overleven.
Mobile architectenbureau
Nu je als architect bent gedwongen thuis te werken, kun je niet meer op de traditionele manier met maquettes en schetsrol werken. Het proces waarin iemand aan de hand van een schets vertelt wat je moet doen, is via Zoom niet mogelijk. Je moet interactief kunnen brainstormen en bij elkaar komen. Asselbergs zag de ontwerpen voor mobiele IC operatiekamers voorbij komen en vraagt zich af: “Waarom ontwerpen we niet mobile architectenbureaus zodat interactie met elkaar toch kan plaats vinden?”
Nieuwe omgevingen
Asselbergs vindt alle aandacht voor bureaus, personeel en projecten terecht, maar zegt hij: Ik hoop dat de sector het hierbij niet laat. Ze zal zich ook anders moeten gaan organiseren. In de bouw zijn bouwers dat nu al aan het doen en architecten kunnen niet achterblijven. Architecten moeten in de positie komen dat ze doen waar ze goed in zijn, namelijk nieuwe omgevingen maken. Overal staan naoorlogse kantoren leeg. Architecten kunnen bijvoorbeeld gaan onderzoeken hoe je deze een ‘second life’ kunt geven. Als het even kan moeten architecten het initiatief nemen.
Digitalisering en robotisering
Wat is hij zelf van plan? In de eerste plaats wil hij vol inzetten op kennis van digitalisering en robotisering. Zijn wenkend perspectief is een modulaire, geïndustrialiseerde en aanpasbare productie. Maar dan moet je wel alles willen weten van hoe je kunt bouwen met hout (CLT), ook als drager, aldus Asselbergs. Hij wijst op initiatieven als Open Building en het Bouwlab.
Open Bouwen
Begin dit jaar vroeg Mark Koehler aandacht voor het gedachtegoed van Open Bouwen. De architect John Habraken zette dit zestig jaar geleden in met zijn boek ‘De drager en de mensen’. Deze manier van bouwen heeft een positieve invloed op zaken als circulariteit, aanpasbaarheid en invloed van gebruikers. Het zijn zaken die in het open bouwen centraal staan.
Architectonische kwaliteit
Tot slot vindt hij dat je als architect vol moet inzetten op architectonische kwaliteit. Architecten moeten leren dat je architectonische kwaliteit maximaal kunt bevorderen door hiervoor een breed draagvlak te creëren in het hele team, inclusief de architect zelf. Zijn oproep: probeer iedereen mee te nemen en verantwoordelijk te maken voor architectonische kwaliteit.