Blog - Thuiswerken: inefficiëntie als aanleiding voor kwalitatieve architectuur
Architect thuis aan het werk. Beeld Shutterstock

Blog - Thuiswerken: inefficiëntie als aanleiding voor kwalitatieve architectuur

Door Marieke Giele - Ondanks dat de samenleving plat ligt, gaat het werk bij de meeste architecten gewoon door. Vanuit huis, dat dan weer wel. Ontwerpen aan een toekomstscenario voor na de coronacrisis. Het gaat niet altijd even efficiënt, maar biedt ook de mogelijkheid om meer in te zetten op kwalitatieve architectuur.

Er zijn nauwelijks mensen op straat, velen werken (gedeeltelijk) vanuit huis en we bellen elkaar plat met video calls. De een in pyjamabroek, de ander aan een veel te kleine keukentafel en de volgende met schreeuwende kinderen op de achtergrond. Het klinkt als een slechte film, maar we zitten er op dit moment midden in.

Realiteit van het thuiswerken

En dat thuiswerken is nog best ingewikkeld. Sommigen raken geprikkeld door alle gezinsleden die aandacht vragen, anderen vinden het juist eenzaam zonder collega’s om hen heen. En doordat je niet zo snel bij iemand kan langslopen voor een vraag, ontstaan er sneller onderlinge misverstanden. Laat staan dat het maken van bijvoorbeeld maquettes voor veel architecten op dit moment onmogelijk is.

Toch raken we er met zijn allen langzaam aan gewend. Inmiddels hebben we de ons virtuele kantoor al helemaal op orde en ook de communicatie met externe partijen loopt over het algemeen zonder veel problemen. En niet geheel onbelangrijk: we verspillen met zijn allen een stuk minder tijd aan reizen. Kan het thuiswerken ons dan ook iets positiefs opleveren?

Thuiswerken. Beeld Shutterstock
Virtueel kantoor. Beeld Shutterstock

Kwalitatieve architectuur

Onlangs vroeg ik onze volgers op Instagram naar hun ervaringen met het thuiswerken. Janick van der Meiden (M3 Architecten) kwam met een mooi antwoord. Hij stelt dat we nu allemaal een stuk minder efficiënt werken, maar dat we dat niet te hoog moeten opnemen. Niemand kan zich immers haasten, waardoor er juist meer ruimte ontstaat om te blijven puzzelen op een ontwerp.

Meer aandacht dus voor datgene waar het vak echt om draait. Dat klinkt niet verkeerd. En kan dat de kwaliteit van de architectuur uiteindelijk ook ten goede komen? Ik kan me dat goed voorstellen. Zeker als architecten deze situatie aangrijpen om extra aandacht te geven aan het ontwerp.

Improviseren op de bouwplaats

Volgende vraag is wel: hoe zorg je er nou voor dat deze papieren kwaliteiten ook in de uitvoering gewaarborgd blijven? Want het brengen van een bezoek aan de bouwplaats is inmiddels niet meer eenvoudig. Als dit werk al op een veilige manier doorgang kan vinden, is het niet wenselijk dat er telkens andere betrokkenen (zoals architecten, opdrachtgevers en leveranciers) langskomen.

Gelukkig heeft het Rijk samen met de bouw- en technieksector het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ gemaakt. Hierin staan aanwijzingen om bijvoorbeeld ook in de bouwkeet een afstand van anderhalve meter aan te houden. Dat geeft houvast, maar het blijft improviseren.

Protocol 'Samen veilig doorwerken' op de bouwplaats
Protocol 'Samen veilig doorwerken' op de bouwplaats

Toekomst van het toezicht

De komende tijd moet uitwijzen hoe architecten ook in het toezicht tijdens de bouw hun draai zullen vinden. Misschien is ook hier de video call straks niet meer weg te denken. Een toekomst waarin de architect in pyjamabroek aan een te kleine keukentafel en met schreeuwende kinderen op de achtergrond het werk controleert.

Het klinkt verre van ideaal. Maar alles wijst er nu op dat we de komende jaren te maken krijgen met een 1,5 meter-maatschappij. We zullen met zijn allen dus goed moeten nadenken over een invulling daarvan. Zodat de kwalitatieve ontwerpen die thuis op papier worden gezet, ook op de bouwplaats tot hun recht komen.

Lees verder

Marieke Giele (1993) studeerde Architectuur aan de TU Delft. Een deel van haar studie volgde ze aan de TU Graz in Oostenrijk. Zij liep stage bij KCAP Architects&Planners. Van 2015 tot 2022 was zij werkzaam als vakredacteur bij de Architect. Tegenwoordig werkt Marieke bij Mei Architects and planners.

De Fierensblokken in Antwerpen, door Happel Cornelisse Verhoeven architecten en Molenaar&Co. Beeld Karin Borghouts

Ninke Happel: 'De woonkwaliteit van de Fierensblokken was nooit in...

Samen met Molenaar&Co werkte Happel Cornelisse Verhoeven aan de renovatie van de Antwerpse Fierensblokken, in 1938 ontworpen door de Belgische architect Gustav Fierens. Bouwtechnisch leken de panden na tachtig jaar versleten maar activistische buurtbewoners kwamen in opstand tegen sloop. Happel: 'Als je nu de woonkwaliteit ziet, die hadden we nooit in nieuwbouw kunnen realiseren.'

Marie-José Van Hee. Beeld Klaas Verdru

Marie-José Van Hee krijgt als eerste vrouwelijke architect de Alvar...

De vijftiende Alvar Aalto-medaille is toegekend aan de Belgische architect Marie-José Van Hee. Ze is de eerste (individuele) vrouwelijke architect die de uitreiking in ontvangst neemt. De jury prijst haar breed scala aan projecten, van particuliere woningen tot openbare ruimtes en culturele gebouwen.

Project One Baelskaai: gevelbekleding in een duinlandschap

Project One Baelskaai: gevelbekleding in een duinlandschap

In de haven van Oostende staat One Baelskaai, hét boegbeeld van Oosteroever. Een gebouw met golvende terrassen die passen bij het duinlandschap en de zee. Ook de gevelbekleding sluit hier goed bij aan

Beeld Frank Hanswijk

50 jaar EGM architecten: 'We fungeren steeds vaker als regisseur van...

Het in Dordrecht gevestigde EGM architecten staat bekend om zijn ziekenhuizen en laboratoria, maar realiseert ook veel onderwijs- en kantoorgebouwen. Dit jaar bestaat het bureau 50 jaar. Hoe gaat EGM te werk en welke ambities heeft het bureau voor de toekomst? We vroegen het Roemer Pierik en Vincent Ketting, beiden partner bij EGM.