Het stedelijk interieur
Dance Dance Sit Sit door Tomas Dirrix, Team Thursday en Koen Taselaar. Beeld Titia Hahne

Het stedelijk interieur

De druk op de openbare ruimte binnen de (groot)steden neemt toe. Het spanningsveld tussen publieke en privéruimte is groot. Mensen wonen, werken en leven op steeds dichter op elkaar. We ontmoeten onze medemens in talloze gemeenschappelijke ruimten. Veel van deze ontmoetingsplaatsen kan je beschouwen als (stedelijke) interieurs. Deze plekken dragen bij aan het stedelijke welzijn. Straten, pleinen, binnenhoven maar ook gebouwen fungeren dan als openbare ruimte. Zo zien we in recente nieuwbouwprojecten de ambitie om de stad te betrekken in het gebouw.

Schoolvoorbeeld is het Sluishuis door BIG in samenwerking met Barcode Architects te Amsterdam. Het dakterras moet voor iedereen toegankelijk zijn. De belofte is om met deze mooie publieke ruimte bij te dragen aan de sociale verbinding tussen bewoners en bezoekers en in de wijk. Helaas blijkt deze sociale ontwerpkeuze in de praktijk niet helemaal uit te pakken zoals gehoopt. Het ‘kloppende hart’ is een te drukke trekpleister. Met als gevolg restricties en de plaatsing van een hek. Ik verzamelde 7 voorbeelden die illustreren hoe weerbarstig de praktijk is.

Ook architect Tomas Dirrix ambieert om de publieke ruimte te verenigen met privé sferen. Met het project Dance Dance Sit Sit voegt hij een stedelijk interieur toe aan het Kunstinstituut Melly. In samenwerking met Team Thursday en Koen Taselaar ontwerpt hij dansende meubels die de voorbijgangers uitnodigen om binnen te komen. ‘Onze opgave was een nieuwe inrichting en een uitnodigende omgeving te maken.’ De ruimte is direct zichtbaar vanaf de straat. Door de open plint vangt de voorbijganger een glimp op van het kleurrijke interieur. Met het ontwerp slaat het collectief een brug tussen het gebouw en de straat met Melly als centrale ontmoetingsplek. Dirrix verwijst ook naar de opzet van klassieke stadspleinen. ‘De centraal geplaatste gele tafel, met een gestapelde vorm van tafel op tafel op tafel, verwijst naar een trapsgewijze fontein op een plein.’  Buiten en binnen vinden elkaar in één meubelstuk. 

Hoe toegankelijk het ontwerp ook probeert te zijn, toch zit Melly vast aan bezoekrestricties. Het instituut is van woensdag tot en met zondag geopend van 11 tot 18 uur, en op vrijdag tot 21 uur. En het ontwerp staat er tijdelijk, dus wees er snel bij! 

Veel leesplezier!

Groet,

Charlotte

Charlotte Thomas

Charlotte Thomas

Vakredacteur

Charlotte Thomas (1992) is vakredacteur met een focus op de ruimtelijke beleving, de gebruiker, transformatie en renovatie, en een voorliefde voor design. Ze studeerde af als kunst- en architectuurhistoricus. En heeft onder meer gewerkt bij Stroom Den Haag, Museum Het Schip, AFFR, Vice, Van Eesteren Museum en Galerie Bart. Heb je ideeën, vragen of opmerkingen? Mail naar: charlottethomas@vmnmedia.nl

Woningbouwblok Erasmusveld door Workshop architecten. Beeld Anna Odulinska

De baksteen is oer-Hollands

Ik ben een baksteenliefhebber en daarom een fan van de jaarlijkse Brick Masterclass. Dit jaar was het extra leuk omdat het sprekers-event met baksteenexperts als Jan Peter Wingender, Lieven Nijs en Dirk Somers werd gehouden in de Faculteit Bouwkunde in Delft. In de pauze kon ik weer even door de gangen dwalen van mijn oude faculteit.

Van Maerlantlyceum. Beeld Lucas van der Wee

Op maat van de gebruiker

Twee woonhuizen en twee educatieve gebouwen illustreerden de afgelopen maand de meerwaarde om de gebruiker centraal te zetten in een ontwerpproces.

BeursBourse. Beeld Sébastien Bez

Een biermuseum en een gesamtkunstwerk

Net voor de bouwvakantie bezocht ik op de valreep twee keer de verbouwing van de Brusselse Beurs door Robbrecht en Daem. Eenmaal stond ik voor gesloten deuren en observeerde ik het gebruik van de imposante trappenpartij als geliefde ontmoetingsplek, en de andere keer kon ik genieten van het weidse stadszicht vanaf het dakterras.

Celsius in Eindhoven, een van de genomineerde projecten voor de ARC24 Stedenbouw Award. Beeld Buro Lubbers

Stedenbouw is vooral gemeenschapsbouw

Voor de zomervakantie reed de redactie door heel Nederland om de nominaties voor de ARC24 Awards te bezoeken. Als secretaris van de ARC24 Stedenbouw Award mocht ik met de onafhankelijke jury mee, die getrakteerd werd op een goed verzorgde rondleiding van de betrokken bureaus. De jury nomineerde: Plan Celsius in Eindhoven door Buro Lubbers en Tarra Architectuur en Stedenbouw, Kerckebosch in Zeist door wUrck architectuur stedenbouw landschap en De Hooge Riet in Ermelo door H+N+S landschapsarchitecten.