De BNA-voorzitter zet diens zichtbaarheid beter niet in voor eigen gewin
Beeld Hanna Veltman

De BNA-voorzitter zet diens zichtbaarheid beter niet in voor eigen gewin

Ben je eenmaal BNA-voorzitter dan praat je publiekelijk beter niet over je eigen bureau. Dit vertrouwde Nathalie de Vries aan Floortje Keijzer en mij toe na afloop van de podcastopname van drie weken geleden. Dan gebruik je te veel je verworven zichtbaarheid voor eigen gewin. We hadden haar net verteld dat onze volgende gast Jeroen de Willigen zou zijn.

Mijn eerste vraag aan De Willigen was dan ook met welke pet op hij bij ons aan tafel zat. Zijn antwoord: die van de BNA. Als boegbeeld kun je niet anders, zei ook hij, al zou hij er niet aan ontkomen om voorbeelden uit zijn eigen werkzame leven te noemen om zijn punten kracht bij te zetten. Zo pleitte hij vanuit zijn ervaring als stadsbouwmeester van Groningen onlangs in een position paper aan de Tweede Kamer voor een bouwmeester in elke stad. ‘De stadsbouwmeester is onze ticket naar een betere positie van de architect. Want de opgaves zijn te complex om zonder architecten aan te werken.’

De Vries had ook nog een vraag voor De Willigen: of hij als BNA-voorzitter zich ook hard maakt voor betere posities van vrouwen in de architectuur. Zeer zeker, zo drukte De Willigen ons op het hart. ‘Ik kom uit een feministische familie. Toch heb ik zelf ook de fout gemaakt toen we tien jaar geleden nieuwe partners aanstelden binnen De Zwarte Hond: het waren allemaal mannen.’ Diversiteit begint met het bewustzijn dat er klaarblijkelijk iets anders nodig is om vrouwen aan te trekken en vast te houden.

Luister de podcast met Jeroen de Willigen (en natuurlijk ook die met Nathalie de Vries)!

Groet, Merel

Merel Pit

Merel Pit

Hoofdredacteur de Architect

Merel Pit (1981) is sinds januari 2021 hoofdredacteur van de Architect. Daarmee is ze terug op haar ‘oude nest’ waar ze in 2008 als vakredacteur haar carrière in de architectuurjournalistiek begon. Heb je input voor sterke verhalen? Mail haar op merelpit@vmnmedia.nl.

Beeld Hanna Veltman

Wroeten in de ondergrond van de architectuur

Dirk Somers van Bovenbouw Architectuur zei onlangs tegen Jan Peter Wingender: 'In Nederland kijken jullie te veel naar de vruchten van architectuur en te weinig naar de ondergrond waar die vruchten op groeien.' Een hele rake opmerking. Want pas als je in die ondergrond investeert, kun je mooie vruchten plukken.

KB gebouw. Beeld KB Den Haag

Goede gebouwen absorberen nieuwe verhalen, maar voor post65-erfgoed...

De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag staat op de lijst voor sloop. Arjan den Boer houdt even pauze, zodat de hele zaal dit gegeven tot zich kan laten doordringen. Om zijn verhaal te vervolgen met: 'Ik vind het vreemd dat de Koninklijke Bibliotheek, die zich het geheugen van Nederland noemt, zo'n iconisch gebouw wil slopen. […] Het is ook niet zo dat zij al hun boeken uit de jaren tachtig in de container stoppen.'

Transformatie naoorlogse school in Dordrecht door Studio Nauta en Vanschagen. Beeld Paul Swagerman

Zonder goed opdrachtnemerschap is de architectuur nergens

Een opdracht winnen en dan de verliezende partij erbij vragen. Jan Nauta deed het. Bij de transformatie en uitbreiding van een naoorlogse school in Dordrecht sloeg hij de handen ineen met de ervaren architecten van Vanschagen. 'Ik heb er geen seconde spijt van gehad. We hebben veel van elkaars expertises geleerd maar belangrijker nog was het werkplezier.'

Vlnr: Hardlopen in Rotterdam. Beeld Iris van den Broek, Het Predikheren door Korteknie Stuhlmacher Architecten (KSA). Beeld Maurice Tjon a Tham en een openbaar toilet in Jingo-Dori Park. Beeld Satoshi Nagare

Een leefbare stad herken je aan kerken, openbare toiletten én...

Religieus erfgoed staat steeds vaker leeg. Kerkgenootschappen krimpen, vergrijzen en kunnen de zorg voor het gebouw niet meer aan. Vaak wordt daarom overgegaan tot sloop. Architect en PhD-kandidaat Charlotte Ardui stelt dat dit eeuwig zonde is, want 'vanuit hun centrale positie in de buurt ordenen, structuren en oriënteren ze'. Met drie inspirerende voorbeelden uit Vlaanderen toont ze in een artikel voor hoe (naoorlogse) kerken een belangrijke rol op wijkniveau kunnen spelen.