Er is behoefte aan een geweten van onze steden
Het plein Svampen rondom de door Klas Anshelm ontworpen Malmö Konsthall. Beeld Sebastian Oddner

Er is behoefte aan een geweten van onze steden

Ontwerpen in goed dialoog. Na mijn interview met Jan Nauta over de Nederlandse aanbestedingscultuur is die uitspraak bij mij blijven hangen. Hij is met zijn bureau uitgeweken naar België omdat hij voor Nederlandse aanbestedingen niet 'de juiste cijfers' heeft. Risico's mijden lijkt voor opdrachtgevers belangrijker dan te kiezen voor vertrouwen en kwaliteit.

Waarom is dat cijfertje rechts onderin de Excelsheet zo belangrijk geworden? Soms vind ik het moeilijk te geloven dat opdrachtgevers en projectontwikkelaars echt alleen naar de winstgevendheid van een project kijken – er staan toch altijd mensen aan het roer? – maar de realiteit liegt er niet om. Efficiëntie en aantallen winnen het telkens maar weer van kwaliteit. De aanstaande sloop van het voormalige ministerie van Sociale Zaken van Herman Hertzberger is daarvan het schrijnende voorbeeld.

We kunnen beter dan dit en daar is bewijs voor. Sander Hölsgens schreef deze maand bijvoorbeeld over de meerwaarde van skateplekken voor de stad. Onder andere in Malmö en Leeds wisten skaters samen met stedenbouwkundigen een goed functionerende en aantrekkelijke openbare ruimte te combineren met skatevriendelijke bouwwerken. De projecten maakten indruk op mij, want ze tonen glashelder aan dat inclusie en samenwerkingen tot oplossingen leiden die de stad voor iedereen mooi en leefbaar maakt.

Gelukkig ziet ook de BNA in dat er behoefte is aan samenwerking. Ik sprak hierover met Anne Schroën, de nieuwe directeur van de branchevereniging. In het interview zei ze dat de BNA zich steviger gaat uitspreken over de collectieve kracht van de branche. Een van de manieren om die kracht in te zetten, is door stadsbouwmeesters. Zij treden op als poortwachters van architectonische kwaliteit en vormen daarmee, zoals Nauta het omschrijft, ‘een soort geweten van de stad’.

Een mooie ambitie, wat mij betreft, waar elke stad naar kan ambiëren. Misschien dat daarmee situaties als het voormalige ministerie van Sociale Zaken zijn te voorkomen.

Groet!
Reinoud

Reinoud Schaatsbergen is schrijver en redacteur. Binnen de Architect focust hij zich op de ontwerppraktijk en stedenbouw, met specifiek aandacht voor gebiedsontwikkelingen, landschapsarchitectuur en de maatschappelijke impact van (stedelijke) omgevingen.

Ideeën, vragen of opmerkingen? Mail naar reinoudschaatsbergen@vmnmedia.nl

De Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein in Amsterdam. Beeld DNB

De Nederlandsche Bank is heropend en een bezoek waard

'Is dit de gevangenis van Amsterdam?' Die vraag hoorden ze bij de Nederlandsche Bank geregeld. Het gebouw dat in 1961 is ontworpen door Marius Duintjer was een gesloten fort, met dikke stalen hekken waar de marechaussee de laatste jaren permanent stond te posten. Mecanoo tekende het renovatie-ontwerp. Daarbij grepen ze terug op de strakke modernistische schoonheid en zetten tegelijk een eigentijdse stempel op het interieur.

dsm-firmenich. Beeld Norbert van Onna

De worsteling tussen verleden en heden

Steeds meer vooroorlogse woningen uit de jaren dertig verdwijnen uit het Nederlandse straatbeeld om duurzame redenen, meldt het AD op 1 november 2023. Hoewel sloop een laatste optie zou moeten zijn, lijkt ook nieuwer erfgoed er niet aan te ontkomen. Het Post 65-erfgoed kent een gelijkaardig lot: een nieuwe duurzame laag toevoegen aan monumentale architectuur blijkt een worsteling.

Beelden van het nieuwe interieur van de Algemene Rekenkamer in Den Haag door Happel Cornelisse Verhoeven Architecten. Beeld HCVA

Constructieve architectaal

Architecten lijken soms in een heel eigen taal te communiceren. Ik werd ooit door vrienden uitgelachen toen ik het - buiten mijn architectuurbubbel - over het maaiveld had. Net als het woord 'plint' slaan deze woorden volgens Ariadne Onclin en Michelle Gulickx de plank mis buiten de vakwereld. En naast het jargon is er een scala aan generieke woorden bij architecten in zwang die zo multi-interpretabel zijn, dat ze eigenlijk niks zeggen. In hun briefwisselingen doken Oclin en Gulickx voor de Architect in de 'architectaal' waarbij ze 'helaas volop konden citeren uit eigen werk'.

Voorbeelduitwerking van de hoogbouw in het Hamerkwartier aan de hand van een maquette. Beeld gemeente Amsterdam

Onvoltooide steden en ecosystemen met een 'stem'

Een paar weken terug sprak ik met Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, voor onze nieuwe podcast 'Over Architectuur Gesproken'. Ik stelde hem wat vragen over groeikernen en zo kwam ook de term onvoltooide stad voorbij. 'Een stad is nooit klaar, Reinoud', zei Veldhuis daarop terecht.