De Nederlandsche Bank is heropend en een bezoek waard
De Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein in Amsterdam. Beeld DNB

De Nederlandsche Bank is heropend en een bezoek waard

'Is dit de gevangenis van Amsterdam?' Die vraag hoorden ze bij de Nederlandsche Bank geregeld. Het gebouw dat in 1961 is ontworpen door Marius Duintjer was een gesloten fort, met dikke stalen hekken waar de marechaussee de laatste jaren permanent stond te posten. Mecanoo tekende het renovatie-ontwerp. Daarbij grepen ze terug op de strakke modernistische schoonheid en zetten tegelijk een eigentijdse stempel op het interieur.

Het meest onder de indruk was ik van de gevel van de toren. De transparante hoeken met enkel glas geven de toren zijn originele doorzichtigheid terug die zo kenmerkend is voor veel modernistische gebouwen. Een betere thermische isolatie is er gelukkig ook, die zit in een tweede laag.

Doordat het goud en geld van de Nederlandsche Bank is verhuisd naar een defensieterrein bij Huis ter Heide, zijn het atrium en de binnentuin nu gedeeltelijk toegankelijk voor publiek. In maart opent ook het expositie- en educatiecentrum in de oude kluis. Die zakt drie verdiepingen in de kelder en is toepasselijk goud gemarmerd als een enorme goudstaaf. Zeker een bezoek waard in dit nieuwe jaar.

Maar er is meer om naar uit te kijken in 2025. Mijn collega Charlotte Thomas zette elf gebouwen op een rij die dit jaar worden opgeleverd.

Lees hier mijn editor’s choices van deze maand!

Groeten,
Floortje

Floortje Keijzer

Floortje Keijzer

Vakredacteur

Floortje Keijzer is vakredacteur bij de Architect. Ze is architect en architectuurhistoricus en werkte onder meer voor OMA, Studio JVM en als zelfstandig architect in Amsterdam. Binnen de Architect richt ze zich op voorbeeldstellende projecten maar ook op bredere thema's zoals de aanbestedingscultuur en het werkklimaat binnen architectenbureaus.
Ideeën, vragen of opmerkingen? mail naar floortjekeijzer@vmnmedia.nl

dsm-firmenich. Beeld Norbert van Onna

De worsteling tussen verleden en heden

Steeds meer vooroorlogse woningen uit de jaren dertig verdwijnen uit het Nederlandse straatbeeld om duurzame redenen, meldt het AD op 1 november 2023. Hoewel sloop een laatste optie zou moeten zijn, lijkt ook nieuwer erfgoed er niet aan te ontkomen. Het Post 65-erfgoed kent een gelijkaardig lot: een nieuwe duurzame laag toevoegen aan monumentale architectuur blijkt een worsteling.

Beelden van het nieuwe interieur van de Algemene Rekenkamer in Den Haag door Happel Cornelisse Verhoeven Architecten. Beeld HCVA

Constructieve architectaal

Architecten lijken soms in een heel eigen taal te communiceren. Ik werd ooit door vrienden uitgelachen toen ik het - buiten mijn architectuurbubbel - over het maaiveld had. Net als het woord 'plint' slaan deze woorden volgens Ariadne Onclin en Michelle Gulickx de plank mis buiten de vakwereld. En naast het jargon is er een scala aan generieke woorden bij architecten in zwang die zo multi-interpretabel zijn, dat ze eigenlijk niks zeggen. In hun briefwisselingen doken Oclin en Gulickx voor de Architect in de 'architectaal' waarbij ze 'helaas volop konden citeren uit eigen werk'.

Het plein Svampen rondom de door Klas Anshelm ontworpen Malmö Konsthall. Beeld Sebastian Oddner

Er is behoefte aan een geweten van onze steden

Ontwerpen in goed dialoog. Na mijn interview met Jan Nauta over de Nederlandse aanbestedingscultuur is die uitspraak bij mij blijven hangen. Hij is met zijn bureau uitgeweken naar België omdat hij voor Nederlandse aanbestedingen niet 'de juiste cijfers' heeft. Risico's mijden lijkt voor opdrachtgevers belangrijker dan te kiezen voor vertrouwen en kwaliteit.

Voorbeelduitwerking van de hoogbouw in het Hamerkwartier aan de hand van een maquette. Beeld gemeente Amsterdam

Onvoltooide steden en ecosystemen met een 'stem'

Een paar weken terug sprak ik met Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, voor onze nieuwe podcast 'Over Architectuur Gesproken'. Ik stelde hem wat vragen over groeikernen en zo kwam ook de term onvoltooide stad voorbij. 'Een stad is nooit klaar, Reinoud', zei Veldhuis daarop terecht.