De waarde van cultureel erfgoed
Links: Still uit de YouTube-video ‘Mostar 1972’ van The Mostarcina. Rechts: Beeld Nigel Chandler|Sygma|Corbis

De waarde van cultureel erfgoed

Wat kan een architect bijdragen aan cultureel herstel? Dit vraagt architect Arna Mačkić van Studio L A zich al tien jaar lang af. In haar ARC Talk zoekt ze naar antwoorden vanuit haar persoonlijke leven - lees: het ontvluchten en de verwoesting van Bosnië-Herzegovina. Ze probeert de culturele waarde van architectuur te achterhalen, en roept het vakgebied op om bij te dragen aan herstel. 'Want de verwoesting van het culturele erfgoed is de dagelijkse realiteit van velen!'

Deze quote zinderde na bij mij en deed me denken aan de projecten van Orange Architects. Het bureau werkt al bijna twee decennia aan onder andere projecten in Oekraïne, en draagt nu ook actief bij aan de wederopbouw van het land. Zo hebben ze het Panno School Complex ontwikkeld als onderdeel van de architectuurwedstrijd ‘Future school for Ukraine'.

Over schoolgebouwen gesproken, Reinoud Schaatsbergen bezocht samen met Gert Kwekkeboom, partner bij Civic Architects, het gerenoveerde Collegezalengebouw op het Leiden Bio Science Park. De ronde betonnen structuur lijkt op een buitenaards object dat in de jaren zeventig middenin de campus landde. Na een renovatie door Civic Architects opent het gebouw zich door de toevoeging van een tweede gevel en een betonnen trap naar het vernieuwde campusplein.

Lees hier mijn editor's choices van afgelopen maand:

Charlotte Thomas

Charlotte Thomas

Vakredacteur

Charlotte Thomas (1992) is vakredacteur met een focus op de ruimtelijke beleving, de gebruiker, transformatie en renovatie, en een voorliefde voor design. Ze studeerde af als kunst- en architectuurhistoricus. En heeft onder meer gewerkt bij Stroom Den Haag, Museum Het Schip, AFFR, Vice, Van Eesteren Museum en Galerie Bart. Heb je ideeën, vragen of opmerkingen? Mail naar: charlottethomas@vmnmedia.nl

Van Maerlantlyceum. Beeld Lucas van der Wee

Op maat van de gebruiker

Twee woonhuizen en twee educatieve gebouwen illustreerden de afgelopen maand de meerwaarde om de gebruiker centraal te zetten in een ontwerpproces.

BeursBourse. Beeld Sébastien Bez

Een biermuseum en een gesamtkunstwerk

Net voor de bouwvakantie bezocht ik op de valreep twee keer de verbouwing van de Brusselse Beurs door Robbrecht en Daem. Eenmaal stond ik voor gesloten deuren en observeerde ik het gebruik van de imposante trappenpartij als geliefde ontmoetingsplek, en de andere keer kon ik genieten van het weidse stadszicht vanaf het dakterras.

De doorgang op links met Fox food court en de entreehal op rechts bij Royale Belge door Bovenbouw, Caruso St John en DDS+. Beeld Filip Dujardin

Aan het projecthoppen

Afgelopen maand mocht ik enkele bijzondere projecten bezoeken. Al enige tijd stond de transformatie van het functionalistische kantoor Royale Belge op mijn radar. De verbouwing van megalomaan bedrijfsgebouw naar belevenishotel door Bovenbouw, Caruso St John Architects en DDS+ stelde niet teleur. De betrokken architecten transformeerden het afgesloten kantoor naar een toegankelijke werk- en verblijfsplek, inclusief een foodmarket in de semipublieke plint waar onder meer de buurtbewoners elkaar treffen.

Dance Dance Sit Sit door Tomas Dirrix, Team Thursday en Koen Taselaar. Beeld Titia Hahne

Het stedelijk interieur

De druk op de openbare ruimte binnen de (groot)steden neemt toe. Het spanningsveld tussen publieke en privéruimte is groot. Mensen wonen, werken en leven op steeds dichter op elkaar. We ontmoeten onze medemens in talloze gemeenschappelijke ruimten. Veel van deze ontmoetingsplaatsen kan je beschouwen als (stedelijke) interieurs. Deze plekken dragen bij aan het stedelijke welzijn. Straten, pleinen, binnenhoven maar ook gebouwen fungeren dan als openbare ruimte. Zo zien we in recente nieuwbouwprojecten de ambitie om de stad te betrekken in het gebouw.