Dit is niet toevallig. Bij Ymere hebben ze een afdeling conceptontwikkeling opgebouwd waar architecten en stedenbouwkundigen werken. Samen met een van hun vaste aannemers bereiden zij de uitvraag grondig voor, zogenoemde ‘co-making’. Omdat opdrachtgever, architect en aannemer in een vroeg stadium samenwerken, wordt de speelruimte in het ontwerpproces maximaal benut.
Dit klinkt allemaal heel efficiënt, en de projecten zijn ook nog eens mooi. Maar toen keek ik eens goed naar de woningplattegronden: allemaal hetzelfde. De enige variabele: een slaapkamer meer of minder. De reden? Tijdens de ‘co-making’ heeft de aannemer de beukmaat al bepaald, en of het wel/geen tunnelbouw wordt.
Hoe anders was het in de jaren zeventig, toen de regeling predicaat Experimentele Woningbouw van kracht was. ‘Via het programma werd gezocht naar andere vormen van woningbouw. […] Architecten gaven vorm aan specifiek gebruik door verschillende soorten bewoners’, schrijven Marcel Barzilay en Ruben Ferwerda. Met veel aandacht bekeek ik voorbeeldprojecten in hun essay. Lang niet even mooi, maar wel van binnen allemaal anders.
De huidige tijd vraagt om meer experiment om de verschillende crisissen te lijf te gaan. In die zin is de 40 miljoen euro die de overheid wil inzetten om coöperatief wonen te stimuleren, een mooie eerste stap. ‘De wooncoöperatie is – naast huur en koop – dé derde woonvorm', aldus Bernard Smits.
Lees alle must-reads van deze week!
Groet, Merel
Must-reads week 47 2023
- Studioninedots, BureauVanEig en Korth Tielens architecten tonen voorbeeldige sociale woningbouw
- Vijf lessen om architecten weer serieus te laten werken aan sociale woningbouw, zoals in de jaren zeventig
- Bernard Smits: 'We moeten we afstappen van het idee dat de wooncoöperatie een leuk fenomeen is. Het is - naast huur en koop - dé derde woonvorm!'
- Rotterdam door een Braziliaanse bril: de tekeningen van Marjolijn Vrolijk
- Harro de Jong: 'Meinerswijk is een manifest voor hoe wij met water kunnen leven'